Op 30 januari 2007 is de opzienbarende rechtzaak begonnen tegen Guus Hiddink. Guus Hiddink wordt door het openbaar ministerie verweten bewust een foute aangifte te hebben ingediend waardoor de Nederlandse fiscus voor € 1.586.000 zou zijn benadeeld.. Hiddink zegt in 2002 en 2003 in België te hebben gewoond terwijl, de fiscus en openbaar ministerie vinden dat hij in Nederland heeft gewoond.
Niet alleen bij bekende Nederlanders of Nederbelgen speelt deze problematiek. Ook bij de minder bekende Nederlanders in België kan de kwestie waar men woont een rol spelen. Hoeveel personen hebben niet een tweede huis in Nederland, Frankrijk, Spanje of elders waar zij wel eens gedurende een langere tijd verblijven? De fiscale autoriteiten van twee landen kunnen tegelijkertijd beweren: ‘u woont in ons land’ ! Laat u zich over het woonlandbegrip adviseren of laat u zich blind leiden door de kennis van uw belastingadviseur?
De praktijk is dat velen lichtvaardig denken over het wonen in het buitenland. Men vermoedt dat het inschrijven bij de gemeente al genoeg is. Niets is minder waar. Zelfs wanneer er goed is nagedacht en er fiscale deskundigen zijn ingehuurd, kan dit gerede twijfel bij fiscale autoriteiten tot grote problemen aanleiding geven. De bekende (ex-) Nederbelg Guus Hiddink heeft er mee te maken: hij wordt nu door het Nederlandse Openbaar Ministerie vervolgd. Het volgen van de zaak Hiddink kan wellicht uw persoonlijke situatie verduidelijken.
De feiten
Wat zijn de feiten in deze zaak? In 2002 stond Guus Hiddink in het Belgische Achel ingeschreven. In die tijd was hij ook coach van het Koreaanse voetbalelftal waarmee hij grote successen op het Wereld Kampioenschap behaalde. Indien hij in België woonde, hoefde hij minder belasting over de Koreaanse inkomsten te betalen dan wanneer hij in Nederland woonde. In die tijd sliep hij overal, in hotels, op het trainingscomplex in Eindhoven en bij zijn vriendin in Amsterdam. In Waalre was hij een huis aan het bouwen. Omdat hij zich in België niet prettig voelde, sliep hij er vrijwel nooit. Wel vertelde hij dat hij overdag soms in het huis verbleef. Hij heeft in België aangifte gedaan als inwoner van België.
Tijdens de zitting haalde de voorzitter van de rechtbank mr J. Bik aan dat uit telefoontaps, e-mails en brieven bleek dat de adviseurs van Hiddink diverse malen hebben aangegeven dat hij dan daadwerkelijk in Belgie moest wonen. Hiddink zelf voelde de urgentie die zijn adviseurs voelden niet zo, gaf hij aan de rechter aan. Hij zou zijn belastingaangifte over 2002 vrijwel blind hebben getekend. Volgens hem had niemand hem toen gewaarschuwd dat zijn adres voor problemen zou kunnen zorgen.
De fiscus heeft gesteld dat Guus Hiddink de laatste twee maanden van 2002 niet in het Belgische Achel woonde maar in Amsterdam. Hij zou dus in Nederland zijn aangifte opzettelijk op de verkeerde wijze hebben ingediend. Het opzettelijk onjuist doen van een aangifte is volgens de bepalingen in de Algemene Wet Rijksbelastingen en volgens het wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrifte) strafbaar. De zaak is bij toeval aan het licht gekomen tijdens het onderzoek naar de (ex) PSV directeur Fons Spooren.
Er spelen twee kwesties, een fiscaalrechterlijke: moet er in Nederland of België belasting worden geheven, en een strafrechterlijke: is er opzettelijk een foutieve aangifte ingediend. Deze strafrechterlijke kwestie is nauw verweven met de fiscale kwalificatie van hetgeen er is gebeurd. Is er wél op een juiste wijze aangifte gedaan, dan is er geen sprake meer van het opzettelijk doen van een foutieve aangifte.
Het inwonerschap
Voor een goed begrip is het van belang te weten hoe de situatie fiscaal wordt beoordeeld. Ik ga ervanuit dat Hiddink zich heeft ingeschreven in de Belgische gemeente Achel en hij daar een woning heeft gehuurd. In België wordt hij daardoor aangemerkt als Belgisch belastingplichtig en moet in zijn aangifte zijn wereldinkomen opgeven. Dat hij daar woont, blijkt uit het Belgische wetboek. Is iemand in België ingeschreven dan wordt vermoed
dat hij of zij in België woont tenzij er tegenbewijs is. En men wordt niet zomaar ingeschreven in de gemeente. Dit gebeurt pas na een bezoek door een lokale politieman die moet constateren of de persoon daar wel echt woont.
In de Nederlandse belastingwetten is er een bepaling die aangeeft wanneer iemand in Nederland woont. Wanneer dat van toepassing is, had Hiddink in Nederland aangifte moeten doen over zijn wereldinkomen. Waar iemand woont wordt in Nederland naar omstandigheden beoordeeld. Men kijkt in Nederland eigenlijk naar waar zijn centrale leven zich afspeelt. Een gezin, vriendin, werk, sociale leven, huisvesting zijn daarbij allemaal van belang. Gezien de verklaring die hij op de zitting heeft afgelegd, lijkt het erop dat hij inderdaad volgens het Nederlands fiscaal recht in Nederland woont.
Het Verdrag
De situatie is naar de mening van de Belgische fiscus dat hij in België woont en naar de mening van de Nederlandse fiscus dat hij in Nederland woont. Guus Hiddink woont dus in twee landen. Hij zou in beide landen dan aangifte over zijn wereldinkomen moeten doen. Juist voor deze situatie hebben Nederland en België een verdrag afgesloten ter voorkoming van dubbele heffing. Op basis van dit verdrag worden inkomensbestanddelen of aan Nederland of aan België toegewezen. In dit verdrag is ook een aparte bepaling opgenomen die regelt waar in Nederland of België iemand als inwoner wordt beschouwd. Dit specifieke inwonerschap geldt alleen voor de toepassing van dit verdrag, dus niet voor de nationale wet. Met andere woorden als Hiddink voor de toepassing van dit verdrag wordt aangemerkt als inwoner van België en België bijvoorbeeld de inkomsten als coach krijgt toegewezen, betekent dit dat Nederland daarover niet zou mogen heffen. Hoewel Hiddink dan voor de Nederlandse wet in Nederland woont, mag hij daar dan toch niet belast worden. In dat geval heeft hij dus wel correct aangifte gedaan.
Criteria
Het inwonerschap van het belastingverdrag is dus van belang. Hoe wordt dit in het verdrag geregeld? Zeer eenvoudig. Op het moment dat iemand in twee landen wordt aangemerkt daar inwoner te zijn, gelden er een aantal criteria die elkaar in belangrijkheid opvolgen. Voldoet men aan het eerste dan staat daarmee inwonerschap vast. Geeft dit criterium nog geen uitsluitsel, dan gaat men naar het volgende criterium. En zo gaat men verder, totdat men heeft bepaald waar de belanghebbende woont.
Het eerste criterium is het duurzaam tehuis welke men tot zijn beschikking heeft. Dit is een meer objectief te bepalen criterium. In dit voorbeeld is het wellicht verdedigbaar dat Hiddink in Achel zijn duurzame tehuis ter beschikking zou hebben gehad. Immers dit was volgens zijn verklaring de enige plaats die hem daadwerkelijk duurzaam ter beschikking stond, hoewel hij er nauwelijks sliep. Overdag was hij daar vaker. Als dit voldoende onderbouwd kan worden met wetenschappelijke (wat bedoel je hiermee?) argumenten dan zou de aangifte uiteraard wel goed gedaan zijn. De inkomsten worden dan toch aan België toegewezen.
De fiscale discussie zal zich dus waarschijnlijk toespitsen op de vraag: woont Guus Hiddink in Nederland naar verdragsrechterlijke normen? Het is deze discussie die ook een rol speelt voor de vraag of Hiddink opzettelijk een foutieve aangifte in Nederland heeft ingediend (HEEFT HIJ WEL EEN FISCALE AANGIFTE IN NEDERLAND GEDAAN?) en daarmee valsheid in geschrifte heeft gepleegd.
Wellicht dat u nu de wenkbrauwen fronst. Hoe kan het zijn dat iemand strafrechterlijk wordt vervolgd, terwijl het nog niet duidelijk is of er überhaupt een foutieve aangifte is gedaan. Het strafrecht zou toch het allerlaatste middel moeten zijn waar de overheid naar grijpt. En zou in dergelijke gevallen dan niet kunnen worden volstaan met een bestuurlijke boete? Had de fiscus Hiddink niet eerst een aantal vragen kunnen stellen en dan haar standpunt bepalen?
Fiod
De fiscus heeft verregaande bevoegdheden om informatie op te vragen aan belastingplichtigen. Zij kan op basis van het antwoorden haar standpunt bepalen. Echter als er op enig moment in dit proces het vermoeden ontstaat dat de belastingplichtige opzettelijk een onjuiste aangifte heeft gedaan – doen alsof in België maar feitelijk in Nederland wordt gewoond – zal de ambtenaar de zaak moeten overleggen aan de fraudecoördinator (Fiod) van de belastingdienst. Doet de ambtenaar dit niet en hij gaat door met het opvorderen van informatie, dan kan later dit bij een strafproces als bewijsmateriaal worden uitgesloten.
De fraudecoördinator (Fiod) samen met de contactambtenaar Formeel Recht (ECD) zullen de zaak vervolgens in het zogenaamde tripartite overleg met het Openbaar Ministerie bespreken wat te doen: opsporen of niet, vervolgen of bestuursrechterlijk met een boete afdoen. De beslissingen hieromtrent zijn vervat in vervolgingsrichtlijnen. Hierbij worden punten toegekend en het aantal punten bepaalt of tot daadwerkelijke strafrechtelijk vervolging wordt overgegaan. Guus Hiddink heeft de pech dat hij een bekende Nederlander is en hierdoor extra punten krijgt. De achterliggende gedachte is dat bekende personen een voorbeeldfunctie hebben, waardoor zij sneller worden vervolgd.
Was Hiddink wel verdachte?
Het is voor de verdediging van Hiddink van belang om te weten of er een dergelijk overleg heeft plaatsgevonden, wat er besproken is en wat er zich in zijn belastingdossier bevindt. Hoe is men tot deze vervolgingsbeslissing gekomen? Was Hiddink wel een verdachte in de zin van het Strafrecht? Immers alleen tegen een verdachte kunnen dwangmiddelen als huiszoeking en ondervraging worden toegepast (HEEFT DIT PLAATSGEVONDEN?). Als hij geen verdachte was, kan het zijn dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk wordt verklaard, bewijs wordt uitgesloten of strafvermindering wordt gegeven bij een veroordeling.
Een verdachte wordt in de wet gedefinieerd als volgt: Als verdachte wordt, voordat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit. Objectief gezien zou er dus voordat de vervolging is aangevangen een vermoeden geweest moeten zijn op basis waarvan de Fiod en ECD in actie is gekomen. Naar mijn mening zouden hierbij de fiscale vraagstellingen ook die omtrent het belastingverdrag Nederland – België en de antwoorden daarop cruciaal kunnen zijn.
Het is de vraag of het Openbaar Ministerie wel onderzoek naar Hiddink had mogen doen omdat tegen hem op dat moment nog geen gerichte verdenking van belastingfraude bestond.
De verdenking was later kennelijk het opzettelijk doen van een foutieve aangifte. De fiscale redenatie – met betrekking tot het woonplaatsbegrip in het belastingverdrag Nederland-België en met het fiscaalrechterlijke duurzame tehuis begrip – zal bij dit tripartite overleg toch uitgebreid aan de orde moeten zijn gekomen. De fiscus zou daar een zeer duidelijk standpunt moeten hebben ingenomen. Zonder dat standpunt zou er helemaal geen foutieve aangifte en ten gevolge daarvan dus ook geen verdachte van dit feit kunnen zijn. Wellicht zal tijdens de procedure meer duidelijkheid hierover komen.
Opzet?
Een volgende cruciale punt is of er sprake is van opzet in het delict. Heeft Hiddink willens en wetens een foutieve aangifte ingediend ? Of is er sprake van de afgezwakte vorm van opzet, de voorwaardelijke opzet: heeft Hiddink bewust de aanmerkelijke kans genomen dat de aangifte foutief zou worden ingediend. Op het moment van indienen moet er een zekere mate van bewustheid op deze kans geweest zijn. De rechter zal deze vraag moeten beantwoorden aan de hand van de feiten.
Op de zitting heeft Hiddink gezegd, toen hij geconfronteerd werd met de waarschuwingen van zijn adviseurs omtrent het wonen, dat hij de urgentie die zijn adviseurs voelden nooit zo heeft gevoeld. Hij heeft de aangifte blind getekend zonder dat zijn adviseurs hem hadden gewaarschuwd dat zijn adres voor problemen zou zorgen. Hiddink zegt eigenlijk dat de bewustheid ontbreekt. Door het ontbreken hiervan is er mogelijk geen sprake van opzet. Als de rechter dit aanneemt, moet vrijspraak volgen.
Bovendien zal de rechter de vraag moeten beantwoorden of er een aanmerkelijke kans was dat de aangifte foutief was. Een belangrijk leerstuk is dat van het zogenaamde pleitbaar standpunt. Een pleitbaar standpunt is een opvatting over de kwalificatie van de feiten of de toepassing van het recht op de feiten die in redelijkheid verdedigbaar is. Aan de hand van de feiten zal de fiscale argumentatie voor het doen van de aangifte, zoals deze is gedaan, door de strafrechter worden beoordeeld . Ik verwacht dat het theoretische fiscale woonplaatsbegrip in het belastingverdrag met name het duurzame tehuis, daar een grote rol in zal gaan spelen. Is er een pleitbaar standpunt, dan wordt niet voldaan aan de eisen van het ten laste gelegde delict en volgt er geen veroordeling voor dit delict.
De accountant
Zoals uitgebreid in de media is beschreven, is de accountant van Hiddink verdacht als medepleger van het feit. Hiddink vertelt in de pers dat hij zich geheel op de kennis en deskundigheid van een gerenommeerd en gespecialiseerd accountantskantoor heeft verlaten en dat hij alles gewoon legaal wilde doen. De vraag is of de cliënt zich hierdoor van schuld kan vrijpleiten. In december 2006 heeft de Hoge Raad uitgesproken dat in principe de opzet van de adviseur niet hoeft te worden toegerekend aan de belastingplichtige. Dit was voordien anders. Uiteraard dient de keuze van de adviseur dan wel zorgvuldig zijn gebeurd dus rekening houdend met specialismen, etc.
De positie van de adviseur is niet te benijden. Hij heeft kennelijk de aangifte ingediend terwijl hij grote twijfels had over de woonplaats van zijn cliënt. Voorwaardelijke opzet kan hem mogelijk worden aangerekend. Wellicht dat het pleitbare standpunt hem hierbij, naast de rechtmatigheid van het bewijs, nog kan helpen.
Kwade trouw belastingplichtigen
Ik ga er vanuit dat zowel Hiddink als zijn accountant niet de bedoeling hadden om bewust een foutieve aangifte te doen. Mensen zijn onschuldig totdat schuld is bewezen. Het internationale fiscale recht is complex en er zijn tal van valkuilen, niet alleen voor de burger maar ook voor het openbaar ministerie, de belastingdienst, de advocaten en last but not least de accountants.
Helaas is het ingebakken in het systeem dat voordat de fiscale situatie helemaal helder is, het voor kan komen dat er al strafrechtelijk wordt geoordeeld of zelfs veroordeeld. Jammer is ook dat door alle publiciteit meningen snel worden geventileerd en schade het gevolg is. Het zijn van verdachte in een strafproces kan bovendien emotioneel erg belastend zijn. Vervolging zelf wordt al als een straf ervaren. Dit alles is natuurlijk anders wanneer men niet te goeder trouw is. Dan werkt het systeem wel goed. Het huidige systeem is eigenlijk gebaseerd op de kwade trouw van burgers. De goeden moeten helaas onder de kwaden lijden.
Misschien is het goed dat er nu door een bekende Nederlander deze problematiek op fiscaal en strafrechtelijk terrein duidelijk naar voren komt. Zelf zou ik willen pleiten dat er een systeem komt waarbij strafrechtelijke vervolging pas plaatsvindt wanneer de belastinginspecteur bewust verkeerd of vals met kwade opzet wordt geïnformeerd door de belastingplichtige. In andere gevallen zou de inspecteur eerst een boete kunnen opleggen. Uiteraard zou de weg van het beroep tegen deze bestuurlijke boete kunnen worden bewandeld. Deze weg is veel minder belastend voor een burger dan de weg die nu wordt bewandeld. Voor deze verandering is de hulp van de wetgever nodig.
U kan ook in een dergelijke complexe situatie terechtkomen. We zullen de procedure tegen Hiddink volgen en u op de hoogte houden.
hits=3= / id=1541=