Het gerechtshof in Arnhem is van oordeel (12-9-2007) dat het Nederlandse systeem van de conserverende aanslag ten tijde dat deze werd opgelegd aan een emigrerende directeur-grootaandeelhouder (dga) onverenigbaar was met het gemeenschapsrecht. De opgelegde aanslag kan in zoverre niet in stand blijven.
Het vonnis is van groot belang voor dga’s die vóór eind december 2004 zijn vertrokken naar het buitenland. Om bij voorbaat een claim te leggen op de waardevermeerdering van de aandelen tot het moment van emigratie legt de fiscus sinds 1 januari 1997 een conserverende aanslag op. Dat moet voorkomen dat dga’s in het buitenland belastingvrij of tegen een veel lager tarief dan in Nederland cashen wanneer zij daar hun aandelenbelang verkopen.
Tegen de conserverende aanslag worden al jarenlang procedures gevoerd omdat de maatregel een belemmering zou vormen voor het vrije verkeer van personen, een van de vier Europese basisvrijheden. Sinds 1997 is het volgens de wet mogelijk om een conserverende aanslag voor de duur van 10 jaar op te leggen ter zake van een aanmerkelijk belanghouder die emigreert. De fiscus heeft de heffing in december 2004 aangepast na een arrest van het Europese Hof van Justitie, waarin werd geoordeeld dat het stellen van zekerheden in strijd is met de Europese basisvrijheid van het vrije verkeer van personen. In voorkomende gevallen dient tegen conserverende aanslagen die na dit arrest worden opgelegd bezwaar te worden aangetekend.
hits=2= / id=1571=