Naar aanleiding van het overlijden van een Nederbelg wordt een aangifte van nalatenschap ingediend. Na het verstrijken van de indieningstermijn blijkt dat er op datum van overlijden nog belangrijke schulden bestonden in hoofde van de overledene. De erflater had immers ten onrechte doorgestorte dividenden ontvangen en er was ook ten onrechte een lening terugbetaald aan de overledene. De ontvanger weigert de opname van deze schulden in het passief. Het Hof van beroep herinnert aan de regel dat na het verstrijken van de aangiftetermijn geen nieuwe schulden in het passief kunnen worden opgenomen. De enige uitzonderingen zijn te vinden in de artikelen 134 en 135 W.Succ. op grond waarvan teruggave van successierechten kan worden gevraagd. In casu slaagden de erfgenamen er echter niet in aan te tonen dat de voormelde betalingen onverschuldigd en per vergissing werden betaald aan de erflater en dat deze onverschuldigde betalingen pas na zijn overlijden aan het licht waren gekomen (Antwerpen 7 september 2010).
hits=0= / id=1846=