Twee broers kopen samen een onroerend goed, ieder voor de helft in onverdeeldheid, maar met een beding dat bij overlijden van één van hen de langstlevende geacht wordt steeds eigenaar te zijn geweest van het volledige onroerend goed. Het onroerend goed wordt echter door één van de broers bewoond, eerst alleen en vervolgens samen met een partner. De andere broer vordert een woonstvergoeding voor het “alleen bewonen” van het onroerend goed. Het Hof van Cassatie geeft de andere broer gelijk en stelt dat die vergoedingsverplichting bestaat, zelfs wanneer de broer die het goed alleen heeft bewoond, geen schuld treft aan het “alleen bewonen” (Cass. 19 september 2011).hits=4= / id=1527=