Familiale vermogensplanning in België.
Wie zijn familiaal vermogen wil veiligstellen en de overgang naar de volgende generatie wenst te optimaliseren, blijft best op de hoogte van de veelvuldige administratieve beslissingen die elkaar in snel tempo opvolgen. De Belgische belastingadministratie heeft zopas weer een circulaire gepubliceerd in verband met verrichtingen die zij niet meer aanvaardbaar acht in het licht van de nieuwe anti-misbruikbepaling die vorig jaar is ingevoerd in de Belgische registratie- en successiebelasting. De circulaire van 10 april 2013 bevat, net zoals de circulaire van 19 juli 2012 die zij volledig komt te vervangen, een lijst van veilige rechtshandelingen die op zich beschouwd geen fiscaal misbruik uitmaken én een lijst van verdachte rechtshandelingen die in principe wel als fiscaal misbruik beschouwd worden (de zogenaamde ‘witte en zwarte lijst’). Naar aanleiding van scherpe kritiek in de rechtsleer werden beide lijsten herzien.
Op de “zwarte lijst” staan voornamelijk planningstechnieken die bestaan uit een combinatie van verrichtingen die tezamen genomen een fiscaal voordeel beogen (“eenheid van opzet”).
Wat wordt bijvoorbeeld geviseerd?
– Eenzijdige verblijvingsbedingen of bedingen van ongelijke verdelingen van de huwelijksgemeenschap (sterfhuisclausule);
– Inbreng van een goed in het gemeenschappelijk vermogen door één echtgenoot, gevolgd door schenking van dit goed door beide echtgenoten;
– Uitbreng van roerende goederen uit het gemeenschappelijk vermogen, gevolgd door een wederzijdse schenking tussen echtgenoten.
Veel inkt is gevloeid over de gesplitste aankoop van het vruchtgebruik c.q. de blote eigendom van een onroerend goed, voorafgegaan door een schenking van de gelden door de ouder (vruchtgebruiker) aan het kind (blote eigenaar). Deze techniek maakte in de eerste Circulaire deel uit van de “zwarte lijst”. Echter, in de nieuwe Circulaire werd deze geschrapt uit de lijst van verdachte rechtshandelingen. Maar, in tegenstelling tot wat aanvankelijk werd aangenomen, heeft dit niet tot gevolg dat de gesplitste aankoop door de fiscus opnieuw wordt aanvaard (zie hierna).
Een andere wijziging die wel concrete gevolgen heeft is de schrapping uit de “zwarte” lijst van alle testamentaire bepalingen. Testamentaire bepalingen worden nu uitdrukkelijk niet meer als fiscaal misbruik beschouwd. Bijgevolg zijn opnieuw toegelaten: het testament met maximale benutting van gunstregimes, het testament met zogenaamde “generation skipping”, het kinderloos vrijgezel testament, het “ik opa”-testament en het duo-legaat.
Wat kan verder nog?
– Het is nog steeds mogelijk om uw roerend vermogen te schenken bij handgift of bankgift of via de Nederlandse notaris. Dit blijft een fiscaal interessant alternatief voor de schenking voor Belgische notaris, aangezien op die manier de Belgische schenkingsrechten van 3 of 7% worden vermeden. Het is dan wel vereist dat de schenker drie jaar na de schenking nog in leven is.
– Gefaseerde schenking van onroerende goederen met tussenperioden van meer dan 3 jaar;
– Schenking door grootouders aan kinderen of kleinkinderen;
– Schenking met voorbehoud van vruchtgebruik of een ander levenslang recht;
– Schenking waarop een gunstregime van toepassing is (bv: familiale vennootschappen);
– Tontine- en aanwasclausules.
De nieuwe anti-misbruikbepaling hoeft dus niet noodzakelijk uw successieplanning in de weg te staan. Stem best af met uw adviseur welke handelingen nog aanvaard worden en binnen welk fiscaal kader u uw vermogen aan de volgende generatie of aan uw levenspartner kan overdragen.
Is gesplitste aankoop van vruchtgebruik/blote eigendom van vastgoed nog mogelijk?
De gesplitste aankoop van vruchtgebruik/blote eigendom van vastgoed ligt sinds de invoering van de nieuwe anti-misbruikbepaling onder vuur. Het betreft een familiale planningstechniek, waarbij een goed gesplitst wordt aangekocht (d.w.z. blote eigendom door de kinderen en vruchtgebruik door de ouders), en waarbij de gelden die de kinderen nodig hebben voor de aankoop van de blote eigendom vaak voorafgaand aan de aankoop door hun ouders aan hen worden geschonken. Bij overlijden van de ouders verkrijgen de kinderen dan het vruchtgebruik zonder heffing van successierechten indien zij kunnen aantonen dat zij over deze gelden beschikten. Vóór de invoering van de nieuwe anti-misbruikbepaling werd algemeen aanvaard dat een voorafgaande schenking volstond om het vermoeden van een “fictief legaat” (artikel 9 Wetboek Successierechten) te weerleggen.
In de eerste circulaire van 19 juli 2012 werd de gesplitste aankoop beschouwd als een verdachte handeling die kon worden gekwalificeerd als fiscaal misbruik. Deze techniek werd echter geschrapt uit de “zwarte lijst” in de nieuwe circulaire van 10 april 2013 (dewelke de vorige circulaire vervangt). We zouden hieruit kunnen afleiden dat de fiscus de gesplitste aankoop niet langer viseert…
Echter, niets is minder waar. Op 19 april 2013 verscheen immers een administratieve beslissing van de fiscale administratie die zich baseert op de initiële bedoeling van de wetgever bij de invoering van het voormeld artikel 9 Wetboek Successierechten. Een gesplitste aankoop die voorafgegaan wordt door een schenking van de blote eigendomswaarde zou niet bedoeld zijn.
De fiscus stelt nu dat de nieuwe (algemene) anti-misbruikbepaling niet hoeft ingeroepen te worden bij de beoordeling van de gesplitste aankoop, maar dat de combinatie van voorafgaande handgift en gesplitste aankoop rechtstreeks op grond van voormeld artikel 9 kan worden aangevochten. Op basis van een teleologische interpretatie van dit artikel zal een voorafgaande schenking van ouders aan hun kinderen om een gesplitste aankoop mogelijk te maken bijgevolg niet meer worden aanvaard. Als gevolg zou bij overlijden van de vruchtgebruiker, de blote eigenaar alsnog successierechten dienen te betalen op de volle eigendomswaarde van het onroerend goed. En bij overlijden binnen 3 jaar na de handgift dreigt zelfs een dubbele belasting!
Het standpunt van de fiscus wordt in de rechtsleer sterk betwist en is dan ook afwachten wat het uiteindelijke oordeel zal zijn van de rechter wanneer een zaak bij de rechtbank aanhangig wordt gemaakt.
Bijzonder is dat het nieuwe standpunt volgens de administratieve beslissing pas van toepassing zal zijn op rechtshandelingen die vanaf 1 september 2013 worden gesteld. De fiscus voorziet dus schijnbaar in een overgangsperiode, al is het onduidelijk hoe dit moet geïnterpreteerd worden. Anderzijds is wel duidelijk dat een gesplitste aankoop nog steeds mogelijk blijft indien de aankoop van de blote eigendom door de kinderen gefinancierd wordt met gelden die niet verkregen zijn uit een (onmiddellijk) voorafgaande handgift.
hits=1543= / id=3145=