In de wet van 30 juli 2013 ‘houdende diverse bepalingen’ (BS 1 augustus 2013) is een opvallende maatregel opgenomen omtrent de zogenaamde ‘private vermogensstructuren’. In navolging van de Nederlandse APV-regeling voert nu ook België maatregelen in om het gebruik van offshore structuren aan banden te leggen.
De nieuwe regeling zorgt ervoor dat in een eerste fase het bestaan van juridische constructies, waarvan men de oprichter of de (potentieel) begunstigde is, moet worden opgebiecht in de aangifte personenbelasting aanslagjaar 2014 (inkomsten 2013). Deze plicht bestond overigens al voor de buitenlandse bankrekeningen en levensverzekeringen. In een tweede fase, vermoedelijk vanaf aanslagjaar 2015, zou een effectieve doorkijkbelasting worden ingevoerd.
Met de term juridische constructies opent de wetgever in de eerste plaats de jacht op een breed gamma aan entiteiten, waarbij het al dan niet hebben van rechtspersoonlijkheid geen rol speelt. Onder meer worden bedoeld de trust, foundation en Anstalt in bijvoorbeeld Liechtenstein, Monaco, Panama, Nederlandse Antillen, San Marino en Zwitserland. Luidens verklaringen van de Staatssecretaris voor de bestrijding van de fiscale fraude blijkt dat ook de in België opgezette juridische constructies zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht om belastingen te ontwijken, geviseerd zouden zijn. Nog volgens de Staatssecretaris geldt de maatregel evenwel niet voor de in België gevestigde rechtspersonen, zoals private stichtingen, de begunstigden van die Belgische instellingen zijn immers bekend.
Voorts doelt de wetgever op buitenlandse rechtspersonen die geen of aanzienlijk minder belasting betalen in verhouding tot de Belgische belasting op inkomsten van kapitalen of roerende goederen. Later zullen in een Koninklijk Besluit de beoogde rechtsvormen in welbepaalde jurisdicties worden opgenomen in een lijst. Daarbij zal men zich baseren op de lijst van entiteiten in Bijlage I bij het Voorstel tot wijziging van de Spaarrichtlijn. Daaronder vallen onder meer international business companies en exempt companies (ondermeer op de BVI, Bahama’s, Guernsey).
Enkel de oprichter of de (potentieel) begunstigde zal hiervan melding moeten maken in zijn aangifte. Onder oprichter verstaat de wetgever de eigenlijke oprichter, de persoon die de constructie heeft opgericht buiten de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid. Ook de loutere inbrenger van vermogen in de constructie, mocht deze bij wijze van ontsnappingsroute zijn opgericht door een derde, wordt beschouwd als de oprichter. Erfgenamen van oprichters die niet kunnen aantonen dat ze op geen enkele manier financiële of andere voordelen zullen genieten uit de voormelde constructies nemen voor de fiscus de hoedanigheid van oprichter simpelweg over.
hits=3246= / id=3313=