Vlaamse woorden stoemp en microgolf nu correct Nederlands

In Berichten by robert

Confituur, droogkuis en schotelvod: het zijn woorden die we in Nederland niet zo gauw zouden gebruiken, maar toch zijn ze correct Nederlands. Belgisch-Nederlands eigenlijk, en Vlamingen leerden decennialang om dat te vermijden. Maar volgens taalkundigen is er niets mis met ‘Belgische’ woorden. Steeds meer woordenboeken en -lijsten zijn het daarmee eens

De Vlaamse krant De Standaard publiceerde afgelopen weekend het ‘Gele Boekje’, een woordenlijst met uitleg over duizend Belgisch-Nederlandse woorden. Het boekje werd verspreid onder de lezers, maar is vooral bedoeld voor de redactie zelf. Die hoeft nu niet meer over een ‘ambtstermijn’ of ‘regeerperiode’ te schrijven, maar mag het gewoon hebben over een ‘legislatuur’.

Ook de woordenboeken hebben hun omgang met ‘Belgische’ woorden aangepast. In de volgende papieren editie van de Dikke Van Dale, die later dit jaar uitkomt, verdwijnt bij veel Belgisch-Nederlandse woorden het lemma ‘niet algemeen’. In de woordenboeken van Prisma worden typisch Nederlandse woorden, zoals milieustraat of tosti, al aangeduid als ‘Noord-Nederlands’.

De afgelopen jaren groeide het besef dat er niets mis was met het Nederlands van de Vlamingen. In 2003 adviseerde de Taalunie om de regionale varianten van het Nederlands als gelijkwaardig te beschouwen. Woordenboeken volgen geleidelijk die trend. Het Gele Boekje rehabiliteert nu zo’n 700 Belgisch-Nederlandse woorden. Tegelijk keurt het ook 300 woorden af, waaronder goesting en ajuin.

GOED (volgens het Gele Boekje correct Nederlands)
Tussen haakjes de vertaling

Appelsien (sinaasappel)
Baanvak (rijstrook)
Bemeubelen (meubileren)
Op een boogscheut van (op een steenworp van)
Buizen (niet geslaagd zijn voor tentamens)
Commerçant (negatief woord voor handelaar)
Confituur (jam)
Containerpark (milieustraat)
Culpabiliseren (de schuld geven)
Depanneren (uit de nood helpen)
Dovemansgesprek (dialoog tussen mensen die elkaar niet willen of kunnen begrijpen)
Droogkuis (stomerij)
Duimspijker (punaise)
Een eitje met iemand te pellen hebben (een appeltje met iemand te schillen hebben)
Foorkramer (kermisexploitant)
Geld als slijk verdienen (geld als water verdienen)
Zo fier als een gieter (apetrots)
Halvelings (gedeeltelijk)
Hesp (ham)
Interim (tijdelijke baan)
Kassierster (caissière)
Kinesitherapie (fysiotherapie)
Lidgeld (contributie)
Lintmeter (meetlint)
Materniteit (kraamkliniek)
Matrak (wapenstok)
Meiklokje (lelietje-van-dalen)
Microgolf (magnetron)
Mobilhome (camper)
Onthaalmoeder (oppasmoeder)
In slechte papieren zitten (financiële problemen hebben)
Plattekaas (kwark)
Robotfoto (compositiefoto)
Schotelvod (vaatdoek)
Stoemp (stamppot)
Terminus (eindpunt)

NIET GOED (geen correct Nederlands)
Ajuin (ui)
Een dikke nek (een opschepper)
Frigo (koelkast)
Gazet (krant)
Goesting (zin, trek)
Plezant (leuk)

www.volkskrant.nl

hits=836=