Hoe richt u best een (discrete) maatschap op?

In Archief by robert

De Maatschap

Het nut van een maatschap

De burgerlijke maatschap is een eenvoudig, soepel en discreet instrument om nu al aan successieplanning te doen, maar waarmee u toch de controle over én de inkomsten uit uw vermogen behoudt.
Vaak gebruiken ouders een maatschap om een beleggingsportefeuille gecontroleerd weg te schenken aan bijvoorbeeld de kinderen. Maar steeds vaker wordt een maatschap ook gebruikt om een exploitatie- of vastgoedvennootschap of zelfs een kunstcollectie “gecontroleerd” weg te schenken. Ook voor zogenaamde zorgkinderen wordt steeds vaker gebruik gemaakt van een maatschap, zodat het kind een regelmatig inkomen heeft maar niet aan het geld kan. De maatschap wordt daarbij telkens gecombineerd met een schenking. Richt u best eerst de maatschap op, om vervolgens te schenken of werkt u beter andersom?

Controle én inkomsten behouden

Wie inkomsten uit én controle over bijvoorbeeld een beleggings¬portefeuille of de aandelen van een vennootschap wil behouden, doet dit steeds vaker via een burgerlijke maatschap. De maatschap in combinatie met een schenking – die vooraf of nadien kan gebeuren – is een soepele techniek om aan successieplanning te doen.
Een maatschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, moet niet opgericht worden voor een notaris en is aan geen vormvereisten onderworpen. De statuten moeten niet gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad, waardoor het een heel goedkope en discrete techniek is. Verder hoeft u ook geen boekhouding te voeren of jaarrekeningen neer te leggen.
Een belangrijk fiscaal voordeel van de maatschap is dat ze zogenaamde fiscaal transparant is. Dit komt erop neer dat de fiscus doet alsof de maatschap er niet is, z¬odat deze niet onderworpen is aan de vennootschaps¬belasting. Bovendien kunnen de ouders zichzelf aan-stellen als statutair zaakvoerder en in de statuten kan men zowat alle beslissings¬bevoegdheden toewijzen aan de zaakvoerder. Hoe pakt u dat nu het best aan in de praktijk?

Methode 1: eerst schenken, dan maatschap

Stap 1: de schenking

De ouders schenken eerst via een (Belgische of Neder¬landse) notaris bijvoorbeeld de aandelen van hun vastgoed¬vennootschap of van hun effectenportefeuille aan hun kinderen, die ze nadien willen controleren via de maatschap. Als het gaat om effecten of geld, kan dit ook via een bankgift of voor tastbare zaken (bijvoorbeeld een kunst¬collectie, oldtimers, enz.) via een handgift (dus zonder schenkingsrechten¬).
Stel dat de ouders een effectenportefeuille hebben van € 1.000.000 en drie meerderjarige kinderen. Via een bankgift schenken de ouders aan elk kind 33% van de portefeuille, ter waarde dus van elk € 330.000. Zelf houden ze elk ongeveer 0,5% van de portefeuille of dus elk een deel ter waarde van € 5.000.

Stap 2: de oprichting van de maatschap

Na de schenking richten de ouders en de kinderen samen een maatschap op. De ouders brengen elk hun 0,5% in, in de maatschap en de kinderen elk hun 33%. In de statuten legt men zowat alle beslissingsmacht bij de statutaire zaakvoerder (de ouders samen of een van hen), die onafzetbaar is met zijn 0,5%. In de statuten van de maatschap kan men de schenking die voordien g¬ebeurde ‘meenemen’, zodat de ouders-zaakvoerders de interesten of dividenden die in de maatschap komen eerst kunnen gebruiken om de last die ze desgevallend aan de schenking gekoppeld hebben te incasseren.

Wanneer niet geschikt?

Deze methode is niet geschikt als een van de kinderen nog minderjarig is, omdat een minderjarige geen inbreng in de maatschap kan doen. Als de schenking vooraf via een bankgift kan gebeuren, is dit de goedkoopste manier om een maatschap op te richten. U betaalt dan immers enkel het oprichten van de maatschap ‘op maat’ door een spe¬cialist (€ 3.000 à € 3.500). Deze methode wordt daarom in de praktijk vaak gebruikt om effectenportefeuilles mét behoud van inkomsten en controle door te schuiven naar de kinderen.

Methode 2: eerst maatschap oprichten

Stap 1: de oprichting van de maatschap

In dit geval richten de ouders alleen (dus zonder de kinderen) de maatschap op en brengen ze bijvoorbeeld hun portefeuille van € 1.000.000 in. Ook hier zullen ze uiteraard in de statuten de nodige bepalingen opnemen om de controle te behouden.

Stap 2: de schenking

Als de maatschap is opgericht schenken de ¬ouders bijvoorbeeld 99% van hun ‘delen’ (bij een maatschap spreekt men niet over ‘aandelen’, maar over delen of deelgerechtigdheden) aan hun 3 kinderen. Let wel, de delen van een maatschap kunnen niet geschonken worden via een hand- of bankgift. De schenking moet gebeuren via een notariële akte. In de praktijk zullen de ouders vaak enkel de blote eigendom schenken aan de kinderen voor de Nederlandse notaris en dus het vruchtgebruik behouden. U kunt dit vruchtgebruik ook gaan definiëren (bijvoorbeeld dividenden en interesten, meerwaarde per kalenderjaar, enz.), zodat u zeker niets tekort komt.

Wanneer het meest geschikt?

Het is niet zo dat deze methode fiscaal of juridisch g¬ezien meer sluitend is dan methode 1, maar als een van de kinderen minderjarig is, moet men deze m¬ethode wel gebruiken. Ook als een van de kinderen niet helemaal te vertrouwen is, is deze methode veiliger. Het enige nadeel is dat u hiervoor altijd naar een (Belgische of Nederlandse) notaris moet om de ‘delen’ na de oprichting van de maatschap te schenken, zelf als het om bijvoorbeeld een effectenportefeuille gaat. Los daarvan is deze methode geschikt in alle situaties, en het heeft het meer mogelijkheden dan de eerste methode (zie ook hieronder).

Discreter dan methode 1

Als de ouders (of een van de ouders) overlijden, dan valt hun aandeel in de maatschap bij de eerste methode gewoon in hun nalatenschap en moeten er dus successierechten op betaald worden. Concreet komt het erop neer dat in ons voorbeeld bij methode 1 de 0,5 % van de ouder die sterft, aangegeven moet worden in de aangifte nalatenschap. Als de ouders enkel het vruchtgebruik hebben (tweede methode), zal dit vruchtgebruik gewoon uitdoven, zodat de kinderen zonder successierechten de volle eigendom krijgen. Let wel, het uitdoven van het vruchtgebruik moet wel vermeld worden in de aangifte van de nalatenschap, maar op die manier krijgt de fiscus geen zicht op de volledige waarde van de burgerlijke maatschap en blijft alles discreet, zelfs naar de fiscus toe.

Rekeningen geblokkeerd?

Als u de eerste methode gebruikt (eerst schenken, dan oprichten) en een van de vennoten (ook ‘maten’ genoemd) later overlijdt, dan worden de rekeningen inderdaad geblokkeerd, aangezien de maatschap geen rechtspersoonlijkheid heeft en de rekeningen van de maatschap derhalve toekomen aan de achterliggende vennoten. In de praktijk kan dat soms aanleiding geven tot een heel vervelende situatie.
Bij de tweede methode hebben de ouders enkel het vruchtgebruik. Dan stelt dit probleem zich niet en vermijdt u dat de rekeningen van de maatschap geblokkeerd worden.

Conclusie

Eerst een bankgift doen en dan een maatschap oprichten is goedkoopste manier (± € 3.000). Eerst de maatschap oprichten en daarna de delen schenken (voor de Nederlandse notaris) is een stuk duurder (± € 6.000), maar biedt tal van bijkomende voordelen en is discreter. De fiscus krijgt dan bij een overlijden geen zicht op de volledige waarde van de maatschap. Daarnaast worden de rekeningen bij een overlijden ook niet geblokkeerd.