(http://vanovertveldt.belgium.be/nl/beleidsplan-fiscale-fraudebestrijding )
De minister van Financiën is sinds kort ook bevoegd voor fiscale fraudebestrijding en heeft onlangs het beleidsplan fiscale fraudebestrijding ingediend bij het federaal parlement. Essentieel is daarbij uiteraard de efficiënte samenwerking tussen de fiscale administraties onderling, net zoals de samenwerking tussen Financiën en de andere ministeries, de RSZ, de Kruispuntbank van Ondernemingen, de Nationale Bank van België (analyse jaarrekeningen) en de gewesten.
In het oog springt verder dat de minister via een wet een halt wil toeroepen aan de gevolgen van de recente cassatierechtspraak over de aftrekbaarheid van kosten van verrichtingen die geen verband houden met het statutair doel van een vennootschap (Cass. 12 juni 2015). De vrees bestaat immers dat dit arrest de deur wagenwijd open zou zetten worden voor de aftrek van bepaalde kosten die tot nu toe als niet-aftrekbaar beschouwd werden.
Daarnaast staan in het plan een hele reeks maatregelen die de fiscus meer armslag moeten geven bij de zogenaamde ‘visitaties’ of ‘fiscale huiszoekingen’. Onder juristen bestaat grote ongerustheid over de aangekondigde maatregelen. Deze zouden de reeds beperkte rechtsbescherming inzake visitaties verder uithollen. Men vreest daarbij onder meer een aantasting van het recht op privacy en het recht op verdediging. Er zou weliswaar een proportionaliteitstoets worden ingebouwd voor visitaties en andere controlemaatregelen, maar het is maar de vraag of dit één en ander zal oplossen. Voorlopig is het afwachten welke maatregelen uit het plan effectief worden omgezet in wetten.