Advies om vragen te stellen aan HvJ EU over korten heffingskortingen door Nederland in buitenlandsituaties

In Archief by robert

Advies A-G, 18 februari 2016

Vanaf 2001 is in Nederland de belastingvrije som afgeschaft. In plaats daarvan zijn er een flink aantal heffingskortingen gekomen, waaronder de arbeidskorting, de ouderenkorting en de algemene heffingskorting. Indien van toepassing leiden deze kortingen effectief tot een lager bedrag aan te betalen belasting.

Nederland onderscheidt bij de heffingskortingen een belastingdeel en een premiedeel (voor de volksverzekeringen). Op het moment dat een belastingplichtige bijvoorbeeld wel belastingplichtig is in Nederland, maar niet verzekerd voor de volksverzekeringen, dan kan de heffingskorting worden gekort met het premiedeel. De heffingskorting wordt dan lager.

In deze zaak ging het om een Pool die in Nederland kwam werken. Ze werd daardoor zowel belasting- als premieplichtig in Nederland. In juni 2013 vertrok zij uit Nederland terug naar Polen. Zij was daardoor niet langer verzekerd voor de volksverzekeringen in Nederland, maar tegelijkertijd werd zij ook niet verzekerd in Polen. Ten aanzien van de heffingskortingen heeft Nederland de heffingskorting in het jaar van vertrek gekort voor het premiedeel over de periode dat zij niet in Nederland woonde.

Hier was de Poolse het niet mee eens. Zeker nu zij niet in Polen was verzekerd, vond zij dat zij recht had op de Nederlandse tegemoetkomingen, in dit geval het premiedeel van de heffingskortingen. Het Hof Den Bosch was tot het oordeel gekomen dat de Poolse geen gelijk had en geen recht had op deze tegemoetkoming. Er is nu cassatie aangetekend bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal denkt dat de Poolse wel recht hoort te hebben op het premiedeel van de heffingskorting. Echter, hij vindt het Europese recht op dit moment zo onduidelijk dat hij adviseert om vragen aan het Europese Hof van Justitie te stellen. De antwoorden van het Hof zouden meer duidelijkheid moeten gaan geven wanneer een bronstaat nu verplicht is om aan niet-inwoners tegemoetkomingen te geven en wanneer niet.