Hof Amsterdam, 7 januari 2016
Bij grensoverschrijdend werken of ondernemen hoeven belastingplicht en premieplicht zelfs niet in één en hetzelfde land te liggen.
In deze situatie was er een Belgische ondernemer die vennoot was in een Nederlandse vof. Hij verrichte werkzaamheden in Nederland en in België. Deze ondernemer was in zijn woonland België sociaal verzekerd (en premieplichtig). Als zelfstandige betaalt hij in België premies RSVZ. Deze premie wilde hij (deels) aftrekken van zijn Nederlandse ondernemingswinst. De belastinginspecteur stond deze aftrek niet toe.
Het Hof Amsterdam komt uiteindelijk tot de conclusie dat de premies RSVZ niet aftrekbaar zijn van de Nederlandse winst, ook niet het deel dat ziet op de opbouw van een pensioen. De RSVZ-premies kunnen niet worden gezien als de betaling voor een levensverzekering of lijfrente, waardoor er geen aftrek in Nederland mogelijk is.
Deze uitsluiting is opvallend in die zin dat bij de omrekening van Belgisch salaris naar Nederlandse normen (bijvoorbeeld voor de compensatieregeling) een deel van de betaalde premies RSZ en RSVZ wel aftrekbaar zijn. Dit is geregeld in een specifiek Besluit van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën. Hoewel een salaris omrekenen uiteraard niet hetzelfde is als een aftrekpost van een onderneming, is dit toch een opvallend verschil in behandeling.