Administratieve en boekhoudkundige aandachtspunten voor de maatschap

In Archief by robert

Recentelijk werd de definitie van onderneming uitgebreid tot “iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid”. Bijgevolg wordt voortaan ook de maatschap als onderneming gekwalificeerd en dit brengt een aantal belangrijke nieuwe administratieve verplichtingen met zich mee.
Wij bespreken hierna de belangrijkste gevolgen.

Kruispuntbank voor ondernemingen

De burgerlijke maatschap wordt vanaf nu verplicht om zich te laten registeren in de Kruispuntbank voor ondernemingen(KBO).

De KBO is een databank van de FOD Economie waarin alle basisgegevens van ondernemingen en hun vestigingseenheden verzameld zijn. De KBO heeft een dubbel doel:

— de werking van de overheidsdiensten efficiënter maken; en
— de administratieve procedures voor ondernemingen vereenvoudigen.
De KBO centraliseert dus de basisgegevens van ondernemingen en vestigingseenheden en verspreidt deze naar verschillende bevoegde overheidsdiensten. Zij publiceert tevens deze gegevens op haar website https://kbopub.economie.fgov.be/kbopub.

Elke onderneming en vestigingseenheid krijgt van de KBO een uniek identificatienummer, het ondernemingsnummer genoemd.

De inschrijvingsverplichting in de KBO is van toepassing voor alle maatschappen die vanaf 1 november 2018 worden opgericht. Voor maatschappen die reeds bestaan, is de uiterste streefdatum om zich te registreren, 1 mei 2019.

Boekhouding

Voortaan wordt de maatschap verplicht een boekhouding te voeren volgens de wettelijke voorschriften ter zake.

In zoverre de omzet van de maatschap van het laatste boekjaar de grens van € 500.000,00 niet overschrijdt blijft deze verplichting beperkt tot een vereenvoudigde boekhouding (financieel dagboek, inkoopboek en verkoopboek).

De maatschap is verplicht jaarlijks een inventaris op te maken waarin de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen en de eigen middelen worden weergegeven.

Indien de omzet hoger is dan € 500.000,00 dan zal de maatschap een dubbele boekhouding moeten voeren. De principes kan je terug vinden in het Wetboek van economisch recht (Boek III, Hoofdstuk 2 Boekhouding van ondernemingen, artikelen III.82 – III.95).

Enkele gevolgen:
— Alle verrichtingen worden zonder uitstel, getrouw, volledig en naar tijdsorde ingeschreven
— Gebruik van een passend rekeningenstelsel
— Verantwoordingsstukken worden methodisch opgeborgen en zeven jaar bewaard, in origineel of in afschrift
— Opmaak van een jaarlijkse inventaris van activa en passiva, kosten en opbrengsten en rechten en verplichtingen
— Opmaak van een jaarrekening

Het voeren van bovenstaande boekhouding geldt voor alle maatschappen die vanaf 1 november 2018 worden opgericht. Voor maatschappen die op die datum al bestaan, gelden deze regels vanaf het eerstvolgende boekjaar dat start na 30 april 2019. In praktijk komt dit dan ook doorgaans neer vanaf 1 januari 2020.
De gewijzigde wetgeving maakt dat de administratieve kosten voor de maatschappen hoger zal worden en dat het tot op heden discrete karakter van de maatschap grotendeels verdwijnt. Wij verwachten dat de wetgever de volgende weken nog enkele onduidelijkheden zal preciseren.