Hof ’s-Hertogenbosch, 19 april 2018
Een inwoner van België ontvangt vanuit zijn in Nederland gevestigde BV een uitkering bij de liquidatie van de vennootschap. Omdat de uitkering uit Nederland afkomstig is, wil Nederland hierover belasting heffen in box 2. Op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en België mag Nederland hierover ook heffen, maar wordt de heffing wel beperkt tot 15% (in plaats van 25%).
In België zal ook belasting worden geheven over dit inkomen tegen een tarief van 30%. Hierbij wordt de ingehouden Nederlandse 15% belastingheffing in België niet verrekend, maar alleen afgetrokken. Daardoor wordt er in totaal per saldo 40,5% aan gecombineerde belasting betaald.
De betreffende groot aandeelhouder stelt bezwaar en beroep in in Nederland, waarbij hij probeert de Nederlandse belastingheffing van tafel te krijgen. Van het Hof krijgt hij nul op het rekest. Het feit dat hij zwaarder wordt belast dan een inwoner van Nederland komt alleen maar voort uit de Belgische belastingwetgeving. Het is verder niet aan Nederland om daarvoor een compensatie te bieden.