Rechtbank Gelderland, 5 juni 2018
De stiefvader van B heeft een Curaçaose SPF opgericht en hierin is vermogen ingebracht. In 2007 en 2008 heeft de SPF vermogen uitgekeerd aan B (het kind). Op dat moment kende Nederland nog geen wettelijke regeling op grond waarvan een SPF transparant kon worden verklaard. Daardoor was een schenking door een inwoner van Curaçao (de SPF) in beginsel onbelast voor de Nederlandse schenkbelasting.
De inspecteur komt hiertegen in het geweer. In de eerste plaats neemt hij het standpunt in dat het vermogen feitelijk door de stiefvader is geschonken. Voor de Rechtbank slaagt deze stelling niet. Daarvoor had de stiefvader over het vermogen van de SPF moeten kunnen beschikken als ware het zijn eigen vermogen: dit was op grond van de feiten niet het geval.
Vervolgens neemt de inspecteur het standpunt in dat de SPF feitelijk in Nederland is gevestigd, en niet te Curaçao. Deze stelling slaagt wel. Het blijkt dat de SPF weliswaar een Curaçaos bestuur had, maar dat met name de belastingadviseur in feite de belangrijke beslissingen nam. De belastingadviseur zat namelijk in de Raad van Toezicht van de SPF en voor alle enigszins belangrijke beslissingen moet het Curaçaose bestuur een akkoord vragen aan de Raad van Toezicht. Daarnaast was de structuur geadviseerd en begeleid door de belastingadviseur en had het bestuur iedere aansprakelijkheid uitgesloten.
De optelsom van de feiten leidde ertoe dat de schenker (de SPF) daardoor een inwoner was van Nederland en daardoor kon door Nederland wel schenkbelasting worden geheven.