In de vorige aflevering van NBM werd gewezen op een eerste luik van de hervorming van het erfrecht, het giftenrecht en het huwelijksvermogensrecht. Deze geplande hervorming is inmiddels wet geworden (wet van 10 december 2012 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Strafwetboek en het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de onwaardigheid om te erven, de herroeping van giften, het verval van huwelijksvoordelen en de plaatsvervulling (Belgisch Staatsblad 11 januari 2013)). In de pers is deze wetswijziging gunstig onthaald. Naar verluidt zou hierdoor voor het eerst de mogelijkheid zijn ingevoerd van een gewilde erfenissprong of generatiesprong bij erfrecht. Niets is minder waar. Van oudsher kunnen grootouders bij testament een generatie overslaan en een deel (of het geheel) van hun nalatenschap aan hun kleinkinderen nalaten. De kinderen kunnen zich na het overlijden van hun ouders daartegen verzetten ten belope van hun reservatair erfdeel (legitieme portie). Maar indien zij zich niet verzetten, is de generatiesprong verwezenlijkt. Een testamentaire regeling door de grootouders is op fiscaal vlak overigens veruit te verkiezen boven een verwerping door de kinderen. Bij een testamentaire regeling is de vererving bij het overlijden van de grootouders meestal veel voordeliger dan bij een verwerping. Een verwerping kan immers nooit tot gevolg hebben dat er minder successierechten moeten worden betaald (art. 68 W.Succ.). Bij een testamentaire beschikking ten voordele van kleinkinderen speelt deze regel niet. Bovendien kan een testamentaire beschikking, anders dan de verwerping, diverse modaliteiten bevatten.hits=1= / id=1462=