“We krijgen regelmatig de vraag van Nederbelgische cliënten wat de voorwaarden zijn om Belg te worden en wat precies de implicaties hiervan zijn”, spreekt Nicolas Geelhand, advocaat-partner bij Greenille. Sedert 1 januari van dit jaar moet hij hierop een ander antwoord geven dan tevoren. “Vooral de voorwaarden om de Belgische nationaliteit te verkrijgen zijn gewijzigd. Vroeger moest men als Nederbelg kunnen aantonen dat men 7 jaar zijn hoofdverblijf in België had. Volgens de nieuwe wet is een verblijf van slechts 5 jaar vereist, maar er zijn wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Van de ene kant zou men dus kunnen zeggen dat het qua tijdsduur iets makkelijker is geworden, aan de andere kant kwamen er voorwaarden bij die voornamelijk te maken hebben met integratie”, aldus advocaat Geelhand.
Voorwaarden
“Bijvoorbeeld het feit dat de aanvrager een diploma heeft, dat afgeleverd werd door een Belgische onderwijsinstelling kan die integratie aantonen. Ook het volgen van een beroepsopleiding van 400 uur komt in aanmerking en de laatste mogelijkheid om aan de integratievoorwaarde te voldoen is door het volgen van een inburgeringscursus die wordt georganiseerd door het gewest. Wat verder ook telt om maatschappelijke integratie aan te tonen is, wanneer men kan bewijzen dat men gedurende vijf jaar onafgebroken als werknemer of als statutair benoemde in overheidsdienst of als zelfstandige in België heeft gewerkt. Daarnaast moet men ook een economische participatie bewijzen”. Advocaat Geelhand benadrukt dat dit voor de aspirant Belg de algemene regel is, maar wijst meteen ook op een aantal speciale gevallen. “Bijvoorbeeld wanneer de vreemdeling in België is geboren, dan is een verblijf sedert de geboorte voldoende. Uiteraard is dit bij Nederbelgen vaak niet het geval. Verder is er het geval van iemand die gehuwd is met een Belg en die met die partner gedurende drie jaar in België heeft samengeleefd, ofwel van een aspirant met een Belgisch minderjarig of niet-ontvoogd minderjarig kind. In dat geval is ook een termijn van vijf jaar vereist om Belg te kunnen worden in combinatie met het bewijs van maatschappelijke integratie.
Volledigheidshalve wijst Greenille-advocaat Geelhand erop dat ook de kennis één van de drie landstalen vereist wordt. “Iets wat voor Nederbelgen uiteraard geen probleem stelt”. Vervolgens haalt hij nog een specifiek geval aan, waarbij eveneens een verblijf van vijf jaar geldt als voorwaarde, maar waarbij de aspirant gehandicapt is, invalide dan wel de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt: “Voor deze aspirant-Belgen is het voldoende te kunnen aantonen dat ze vijf jaar in het land hebben verbleven. Van hen kan uiteraard niet gevraagd worden dat ze nog economisch actief zijn”.
Tien jaar
Een tweede termijn die volgens de nieuwe nationaliteitswetgeving geldt, is er één van tien jaar. Bij deze verblijfsduur is het voldoende dat de Belg in spe kan aantonen dat hij deelneemt aan het leven van zijn onthaalgemeenschap. “Dit bewijs zal voor een Nederbelg die tien jaar in België vertoeft, niet moeilijk te leveren zijn”, meent Nicolas Geelhand. “Dit laatste bewijs kan door alle mogelijke rechtsmiddelen geleverd worden”.
Omdat niet alle mogelijke gevallen uitdrukkelijk in de wet vermeld staan, vraagt een advocaat als Geelhand zich af wat de regeling bijvoorbeeld is, wanneer een Nederbelg naar hier komt op zijn 60ste en vervolgens 5 jaar niets doet om tenslotte op zijn 65ste de Belgische nationaliteit aan te vragen. “Ik denk dat hij dan aan de voorwaarden voldoet, want hij is vijf jaar in België gevestigd en op de pensioenleeftijd van 65 moet hij niet meer bewijzen dat hij economisch actief is. Een rentenier daarentegen die de pensioengerechtigde leeftijd van 65 niet heeft bereikt en Belg wil worden kan niet veel anders doen dan aan de voorwaarden van maatschappelijke integratie te voldoen of de termijn van tien jaar te voldoen. Dit hoewel het wel duidelijk is dat de persoon in kwestie geïntegreerd is. Hij moet dan maar een inburgeringscursus volgen zoals iedereen, wat uiteraard voor een Nederbelg niet moeilijk kan zijn.
Naturalisatie
Naast de nationaliteitsverklaring is er ook nog de zogenaamde naturalisatie. Maar advocaat Geelhand merkt onmiddellijk op dat deze manier om Belg te worden niet is weggelegd voor de doorsnee-Nederbelg. “Dit gaat eigenlijk om een gunstmaatregel. Het is een gunst die de kandidaat vraagt aan het parlement. Vroeger was dit mogelijk na een hoofdverblijf van drie jaar in België. Nu is de verblijfsvoorwaarde geschrapt, maar de naturalisatie is enkel nog voorbehouden aan personen die aan België buitengewone verdiensten hebben bewezen of kunnen bewijzen en dit op wetenschappelijk, sportief of socio-economisch vlak. Dit betekent dat alleen de topsporters, wetenschappers en mensen die er op socio-economisch vlak uitspringen hiervoor in aanmerking komen. Gelet op de strenge eisen die hieraan gesteld worden, zal naturalisatie in de toekomst eerder uitzonderlijk zijn”, meent Geelhand.
Gevolgen
Op de vraag wat de gevolgen zijn voor een Nederlander die Belg zou worden, zijn er niet zoveel antwoorden te vinden. “Een van de weinige dingen die ik gevonden heb, is bijvoorbeeld het stemrecht en het recht om voor de overheid te werken, vertelt advocaat Geelhand. “Het grootste belang om Belg te worden voor Nederbelgen ligt meestal op fiscaal vlak. De reden daarbij is dat de schenkingsrechten en de successierechten in Nederland gevestigd worden, niet alleen wanneer die Nederlander daar woont, maar ook wanneer hij emigreert naar een ander land. Ook dan blijft hij gedurende tien jaar onderworpen aan de Nederlandse schenkings- en erfbelasting. Heel wat Nederlanders die in de periode van midden de jaren negentig naar België zijn komen wonen, hebben tot midden de jaren 2000 moeten wachten vooraleer ze volgens het Belgische rechtsstelsel konden beginnen schenken. Maar als ze daarentegen Belg worden, geldt die termijn van 10 jaar niet. In plaats van 10 jaar te wachten, moeten ze maar 5 jaar wachten tot ze Belg worden. In de praktijk is dat vaak de belangrijkste reden. Het verwerven van de Belgische nationaliteit heeft uiteraard wel het verlies van de Nederlandse nationaliteit tot gevolg. Op civielrechtelijk vlak is er eigenlijk wel een nadeel aan het verlies van de Nederlandse nationaliteit. In het Belgisch internationaal privaatrecht kunnen de Nederbelgen vaak kiezen tussen de Belgische en de Nederlandse wet. Dat is zo in het huwelijksvermogensrecht, op het vlak van de schenkingen of voor het erfrecht. Wanneer na vijf jaar de Belgische nationaliteit is verworven, kan de Nederbelg schenkingen doen zonder schenkingsrechten te moeten betalen of met betaling van lage en vlakke schenkingsrechten”.
Maar voor Nederlanders die Belgische nationaliteitsplannen hebben, wijst Geelhand erop dat vooral op het vlak van het erfrecht dit verstrekkende gevolgen kan hebben. “Als ze geen rechtskeuze hebben gedaan en ze nemen de Belgische nationaliteit aan, dan kunnen ze niet meer teruggrijpen naar het Nederlandse recht. Eigenlijk zouden ze eerst moeten letten op de juridische gevolgen op erfrechtelijk vlak van het aannemen van de Belgische nationaliteit. Het kan zijn dat men als Nederbelg best eerst iets moet ondernemen in zijn successieplanning vooraleer Belg te worden. Bijvoorbeeld als je een Nederlands testament wil maken en het Belgische recht volledig uitsluit, kan je dit alleen als je de Nederlandse nationaliteit hebt. Als je je kinderen wil onterven ten voordele van de langstlevende echtgenoot, dan moet je dit eerst doen vooraleer je Belg wordt, want nadien kan dit niet meer. Dus moet je twee keer nadenken. Fiscaal is het misschien interessant, maar ook de gevolgen op civielrechtelijk vlak gaat men best eerst na vooraleer de stap naar de Belgische nationaliteit te zetten, “ luidt het besluit.
hits=44= / id=1464=