De bijtelling voor de auto van de zaak houdt nog altijd velen in Nederland bezig. En dat is ook begrijpelijk want de heffing kan oplopen tot jaarlijks betalen van belasting over 25% van de waarde van je auto van de zaak. Op deze bijtelling mag overigens wel de betaalde eigen bijdrage voor privégebruik worden afgetrokken.
In deze zaak had een directeur-groot aandeelhouder een auto van de zaak, eerst twee maal een Audi A6 en later een Lexus RX300. Zijn eigen BV was de leasecontracten met de leasemaatschappij aangegaan. Dit contract had de volgende opvallende kenmerken: een korte looptijd, een hoog leasebedrag en een lage restwaarde. Ook betaalde de directeur-grootaandeelhouder een hoge eigen bijdrage (die aftrekbaar is van de bijtelling). In werkelijkheid werd de hoge eigen bijdrage gebruikt om de overnameprijs van de auto’s te verlagen. De directeur-grootaandeelhouder kon de auto’s voor een lage restwaarde overnemen en voor een aanzienlijk hoger bedrag privé doorverkopen. Fiscaal betekent dit dat enerzijds de verkoopwinst op de auto’s telkens onbelast is, terwijl de eigen bijdrage die wordt betaald ertoe leidt dat er niet of nauwelijks bijtelling in de inkomstenbelasting hoefde te worden betaald.
De belastingdienst en uiteindelijk ook het Hof waren het hier niet mee eens: de aanslagen werden gecorrigeerd en de directeur-grootaandeelhouder kreeg een boete opgelegd.
Hof Arnhem, 11 september 2012
hits=3= / id=1484=