In een eerdere editie werd de nieuwe formule die de Regering Di Rupo I heeft ingevoerd voor de berekening van het voordeel van alle aard (hierna ‘VAA’) bij privégebruik van bedrijfswagens reeds besproken. Op dit VAA is de belastingplichtige belasting verschuldigd. Op heden wordt het VAA berekend in functie van de CO2 uitstoot en de waarde van de bedrijfswagen. Omtrent de concrete toepassing van deze nieuwe berekening bleven nog wat vragen open. De fiscus beantwoordt nu deze vragen in een document dat zij gepubliceerd heeft op haar website.
Wat meteen opvalt is dat niet steeds de catalogusprijs van de bedrijfswagen geldt als basis voor de berekening van het VAA.
Immers, wanneer een automerk zowel voor ‘particuliere wagens’ als voor ‘bedrijfswagens’ een promotie voert, dan mag die korting in mindering worden genomen van de catalogusprijs. Dit geldt ook voor opties die worden aangeboden door de constructeur in pakketvorm, voor de vergoeding die de werkgever aanrekent voor het ter beschikking stellen van een tankkaart of voor de vergoeding die de werkgever aanrekent voor het gebruik van de bedrijfswagen voor privé kilometers.
Daarnaast wordt een onderhandeld onderhoudscontract bij het afsluiten van de leasingovereenkomst niet als een optie beschouwd. De vergoeding wordt niet begrepen onder de cataloguswaarde van de bedrijfswagen en beïnvloedt het VAA niet.
In geval van prijsstijging van een bedrijfswagen tussen het tijdstip van de bestelling en dat van de levering, geldt de prijs op het ogenblik van de levering, tenzij de verkoper een formele prijsgarantie heeft gegeven.
Indien de werkgever ervoor opteert om een tweedehands bedrijfswagen aan te kopen, mag er per verouderd jaar een korting op de catalogusprijs worden verrekend. Dat was reeds bekend, maar nu blijkt dat er tevens rekening mag worden gehouden met de werkelijk betaalde BTW en niet met de verschuldigde BTW op de nieuwprijs van de wagen.
hits=2= / id=1521=