Een fiscalist uit Turnhout had voor een gepensioneerde die een AOW-uitkering ontvangt uit Nederland bezwaar aangetekend op de aanslag van de Belgische belastingdienst. De inspecteur had de uitkering als pensioen aangemerkt en dit werd als beroepsinkomen gezien en aldus aangeslagen. Ter verduidelijking: een echtpaar ontvangt jaarlijks maximaal € 16.849 AOW. Dit bedrag wordt bij de overige inkomensbestanddelen opgeteld. De progressieve heffing op het AOW gedeelte varieert hierdoor van 25% tot 50%.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) als uitkerende instantie van het AOW-uitkeringsrecht had al eens schriftelijk uitvoerig toegelicht waarom het AOW-uitkeringsrecht geen uitgesteld beroepsinkomen is. Daarnaast is er een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 24 november 2005 die expliciet heeft gesteld dat de AOW-uitkering geen pensioen is, maar een sociale uitkering!
Het Hof van Beroep volgt in haar vonnis van dember 2007 de visie van de SVB dat het AOW-recht geen uitgesteld beroepsinkomen is doch een sociale uitkering als bepaald door de Rechtbank te Arnhem op 24 november 2005, zodat het niet als pensioen belast kan worden. De aanslag van de gepensionneerde is nietig verklaard. De Belgische Belastingadministratie is in cassatie gegaan. Het wachten is nog steeds op de cassatie-uitspraak.
Commentaar van de fiscalist: “De cassatie-uitspraak zal nog wel minstens één jaar duren. Vele gepensionneerden dienden een bezwaarschrift in tegen de heffing van Gemeentebelasting en Personenbelasting over de AOW-uitkering. De Belgische Belastingadministratie heeft van hogerhand instructie ontvangen elk bezwaar af te wijzen in plaats van het bezwaar op te schorten totdat de cassatierechtspraak er is.
Hangende de cassatiezaak verliest eenieder zijn recht om van heffing van Personenbelasting te worden vrijgesteld, indien voor de cassatie-uitspraak zijn rechten niet zijn veilig gesteld. Dit kan door tijdig een bezwaarschrift in te dienen of bij afwijzing van het bezwaarschrift tijdig beroep in te stellen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg. Zij die dit niet doen verliezen hun rechten indien de cassatie-uitspraak de Belastingadministratie in het ongelijk stelt”.
hits=3= / id=1618=