Het verhuizen naar het buitenland kan op het eerste gezicht een eenvoudige klus lijken; een mooi land, een leuk huis uitzoeken en je koffers inpakken. Emigratie heeft veel meer gevolgen dan menigeen denkt. Zo heeft het verleggen van de woonplaats ook gevolgen voor verschillende belastingsoorten. In dit artikel zullen wij ingaan op hoe de fiscale woonplaats wordt bepaald aan de hand van internationale verdragen en tevens de fiscale gevolgen van emigratie behandelen. Wij beperken ons in dit artikel tot de gevolgen voor iemand als privé persoon in de inkomstenbelasting en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna de bpm). De gevolgen voor (iemand met) een vennootschap komen in een later artikel aan de orde.
1. Bepalen van de fiscale woonplaats
Nationale regels
De problematiek rondom de fiscale woonplaats heeft de afgelopen jaren sterk in de belangstelling gestaan. De zaak-Hiddink is daarvan een goed voorbeeld. Het is echter niet altijd eenvoudig om te bepalen waar iemand woont. Er is geen sprake van emigratie, indien u tijdelijk verblijft in het buitenland voor bijvoorbeeld een vakantie of in verband met een zakenreis. Indien u echter bijvoorbeeld met uw hele inboedel vertrekt naar het buitenland om daar definitief te gaan wonen, dan is er wel sprake van emigratie.
Er zijn situaties waarbij het wat lastiger is om de woonplaats te bepalen. Waar is bijvoorbeeld de woonplaats van iemand die woont in Nederland en werkt in België, waarbij hij zelf doordeweeks in België en zijn gezin in Nederland verblijft? Hoe zit het met een uitgezonden werknemer die een aantal jaren werkt in het buitenland en aldaar verblijft? Bij dit soort twijfelgevallen wordt gekeken naar met welk land de sterkste persoonlijke band is.
De nationale en internationale belastingwetten hanteren voor het vaststellen van de woonplaats diverse criteria. De woonplaats wordt naar omstandigheden beoordeeld. Een aantal vragen kunnen van belang zijn bij het beoordelen van de fiscale woonplaats. Over het algemeen zijn beslissend de feitelijke omstandigheden van persoonlijke aard die het levenscentrum bepalen. Heeft u zich laten uitschrijven bij de gemeente? Is het gezin meeverhuisd? Is de woning verkocht? Is er een woning gekocht in het buitenland of wordt er één gehuurd? Waar is de gas/elektriciteitsrekening het hoogst? Waar verblijft het gezin? Waar neemt men deel aan het maatschappelijk leven? Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan een lidmaatschap bij een golfclub of een sportschool. Waar zitten de kinderen op school? Ook wordt er gekeken naar het economische middelpunt bij de beoordeling van de woonplaats. Waar liggen de financiële en commerciële belangen van iemand?
Het komt er daarom op neer dat voor het bepalen van de fiscale woonplaats het duurzame middelpunt van de persoonlijke levensbelangen doorslaggevend is, welke uit uiterlijk waarneembare omstandigheden waarneembaar zijn. De wil van de belastingplichtige speelt geen rol van betekenis bij de beoordeling. Dit betekent dat de fiscale woonplaats niet het zelfde hoeft te zijn als de registratie bij de gemeentelijke basisadministratie. Het is aan te raden vóór emigratie rekening te houden met deze criteria.
Ook kan het voorkomen dat er sprake is van een dubbele woonplaats. Dat blijkt uit de fiscale rechtsspraak. Volgens de Hoge Raad is het mogelijk dat iemand met twee landen zodanige duurzame betrekkingen van persoonlijke aard heeft, waardoor geacht moet worden dat hij in beide landen woont. In dat soort situaties kunnen de regels van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting een oplossing zijn.
Internationale regels
Op grond van de belastingverdragen die Nederland (en ook België) met ander landen heeft gesloten, wordt als ‘inwoner’ van een verdragsluitende staat aangemerkt iedere persoon die ingevolge de wetgeving van die staat, daar aan belasting is onderworpen. Deze onderworpenheid is volgens de verdragen op grond van woonplaats, verblijf of enige soortgelijke omstandigheid.
Indien een natuurlijke persoon op grond van deze onderworpenheid inwoner is van beide staten:
1. wordt hij geacht inwoner te zijn van de staat waar hij een duurzaam tehuis ter beschikking heeft (= permanent ter beschikking staande woning);
2. heeft hij in beide – of geen van beide – staten een duurzaam tehuis ter beschikking, dan wordt hij geacht inwoner te zijn van de staat waarmee zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst zijn (middelpunt van levensbelangen, zie hiervoor)
3. leidt ook 2. niet tot een oplossing, dan is de staat waar hij gewoonlijk verblijft de woonstaat;
4. indien ook 4. geen uitkomst biedt, wordt hij geacht inwoner te zijn van de staat waarvan hij onderdaan is (normaliter welke nationaliteit hij heeft);
5. indien hij onderdaan is van beide staten of van geen beide, regelen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming
Een veel gehoord misverstand is dat iemand fiscaal inwoner is van een land, als hij er maar tenminste 180 dagen woont. Het bovenstaande maakt duidelijk dit pas in uitzonderingssituaties (punt 3 hierboven) een rol kan gaan spelen. Hoewel er enige verschillen zijn tussen de nationale en internationale regels, leiden over het algemeen beide regels uiteindelijk tot dezelfde conclusie bij het bepalen van de fiscale woonplaats.
2. De inkomstenbelasting
Voor de Nederlandse inkomstenbelasting (voor de Belgische personenbelasting is dit overigens niet anders) is uw fiscale woonplaats van belang voor de vraag waar u belasting betaalt over uw inkomsten. Aan de hand van uw fiscale woonplaats wordt bepaald of u binnenlandse dan wel buitenlandse belastingplichtige bent. U bent binnenlandse belastingplichtige, indien u in Nederland woont. Binnenlandse belastingplichtigen betalen belasting over hun wereldinkomen.
Er is sprake van buitenlandse belastingplicht als u niet in Nederland woont, maar wel werkt of andere inkomsten uit Nederland geniet. Nederland zal over deze inkomsten belasting heffen, tenzij het heffingsrecht op grond van het belastingverdrag toekomt aan het woonland.
Buitenlands belastingplichtigen hebben in Nederland overigens de mogelijkheid te kiezen voor de fictieve binnenlandse belastingplicht (in dit magazine hebben wij hier al meerdere artikelen over gesproken, bijvoorbeeld in verband met de mogelijkheid hypotheekrente op de in België gelegen woning in Nederland in aftrek te brengen en de zaak Renneberg). Hiervan is sprake, indien u buiten Nederland woont en kiest voor de binnenlandse belastingplicht. U betaalt dan volgens de Nederlandse inkomstenbelasting belasting over uw wereldinkomen, tenzij er inkomstenbestanddelen volgens een belastingverdrag in een ander land zijn belast.
Uitzending
Bij uitzending voor werk kan er ook sprake zijn van emigratie, al is het de bedoeling dat de uitgezonden werknemer na de periode van uitzending terugkeert naar Nederland. Aan de hand van de bovenstaande criteria voor het bepalen van de fiscale woonplaats wordt bepaald of een uitgezonden werknemer wordt geacht zijn fiscale woonplaats te hebben verlegd. Als het buitenlands verblijf langer dan één jaar duurt en de werknemer is ongehuwd en dus geen persoonlijke band heeft met Nederland, wordt er over het algemeen vanuit gegaan dat deze werknemer geen inwoner meer is van Nederland.
Indien het een gehuwde werknemer betreft die zijn gezin meeneemt, is het aannemelijk dat de fiscale woonplaats van deze uitgezonden werknemer niet meer in Nederland is. Indien deze werknemer de woning in Nederland aanhoudt en het verblijf in het buitenland van korte duur is, is er in principe geen sprake van emigratie. In dat geval wordt Nederland nog steeds als de fiscale woonplaats van deze werknemer aangemerkt. Een gehuwde uitgezonden werknemer die zijn gezin achterlaat in Nederland en in het weekend terugkomt naar zijn gezin, heeft ook nog steeds zijn fiscale woonplaats in Nederland.
Ook kan het zich voordoen dat de werknemer van plan was het gezin te laten overkomen, maar uiteindelijk terugkeert zonder dit te doen. In dat geval heeft hij Nederland niet, zoals dat in fiscaal jargon heeft, metterwoon verlaten. Nederland blijft alsnog zijn fiscale woonplaats.
Binnen een jaar terug
Iemand die Nederland verlaat en binnen een jaar daarna weer in Nederland gaat wonen, wordt ook tijdens zijn afwezigheid geacht in Nederland te hebben gewoond. Indien hij echter aantoont dat hij in het andere land als inwoner aan belastingheffing onderworpen is geweest die vergelijkbaar is met de Nederlandse inkomstenbelasting, is deze regeling niet van toepassing.
3. De bpm
Het bepalen van uw woonplaats kan ook van belang zijn voor de bpm. De fiscale aspecten van de woonplaats met betrekking tot de bpm zullen wij hieronder bespreken.
Op grond van de bpm wordt in Nederland belasting geheven met betrekking tot onder andere geregistreerde personenauto’s. Ook is bpm verschuldigd, indien een inwoner van Nederland gebruik maakt van een niet geregistreerde auto op de openbare weg in Nederland. Hoe zit het dan met de bpm-heffing, indien een niet-inwoner gebruik maakt van een niet geregistreerde auto op de openbare weg in Nederland? Hierbij kunt u denken aan een vakantie in Nederland met uw Belgische auto. Of u woont in Nederland en werkt bijvoorbeeld in België. Uw Belgische werkgever stelt een auto ter beschikking. Deze gebruikt u op de Nederlandse openbare weg. Bent u dan bpm verschuldigd? Hoe zit het met deze heffing bij een inwoner van Nederland met een onderneming in België, die een Belgische personenauto rijdt op de Nederlandse openbare weg?
Kortstondig gebruik
Indien een inwoner van Nederland kortstondig met een in het buitenlandse geregistreerde auto gebruik maakt van de Nederlandse openbare weg, dan is vrijstelling voor de bpm mogelijk. De vrijstelling geldt voor maximaal 2 weken, gerekend vanaf het moment dat voor het eerst met het motorrijtuig van de Nederlandse weg gebruik wordt gemaakt. De vrijstelling wordt elektronisch via de site van de belastingdienst aangevraagd. Deze aanvraag moet wel gebeuren voordat het gebruik van de Nederlandse weg aanvangt. Slechts één maal per jaar wordt deze vrijstelling voor hetzelfde voertuig verleend.
Werknemersvrijstelling
Voor de in Nederland wonende werknemer, die een door de buitenlandse werkgever ter beschikking gestelde auto gebruikt op de Nederlandse weg, geldt een vrijstelling voor de bpm, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. de werkgever moet een schriftelijke verklaring overleggen, waarin hij aangeeft dat het motorrijtuig hoofdzakelijk is bestemd voor de uitoefening van werk buiten Nederland;
b. de werknemer heeft geen invloed op de beslissing in welk land dit motorrijtuig wordt geregistreerd;
c. alleen de werknemer of zijn inwonende gezinsleden maken in Nederland gebruik van het motorrijtuig.
Werkgeversvrijstelling
Voor de in Nederland wonende werkgever die een onderneming in het buitenland heeft, kan ook een vrijstelling voor de bpm gelden. Het moet dan gaan om iemand die:
1. hoofd van een in het buitenland gevestigd eenmansbedrijf, of
2. lid is van een in buitenland gevestigde maatschap, of
3. bestuurder, vennoot of aandeelhouder is van een in het buitenland gevestigde vennootschap.
Deze vrijstelling is van toepassing, indien:
a. uit een kilometerregistratie blijkt dat de auto per kalenderjaar voor tenminste 50% zakelijk buiten Nederland wordt gebruikt, waarbij woon-werkverkeer buiten beschouwing blijft, en
b. alleen de werknemer of zijn inwonende gezinsleden maken in Nederland gebruik van het motorrijtuig.
Verhuizen
Als u verhuist vanuit Nederland en een gebruikte personenauto meeneemt, kunt u onder voorwaarden een gedeeltelijke teruggaaf krijgen van de betaalde bpm. Als u verhuist naar Nederland, kan het een verschil maken of u dit doet vanuit een EU-land of een niet EU-land. U hoeft veelal bij invoer geen belastingen te betalen, wel moet u bij de douane een vergunning aanvragen om de auto met buitenlands kenteken zonder betaling van bpm in te voeren in Nederland.
4. Conclusie
Het veranderen van de fiscale woonplaats blijkt geen makkelijke klus. Zoals uit bovenstaande casussen blijkt, is het verleggen van de fiscale woonplaats meer dan alleen het uitschrijven uit de gemeentelijke basisadministratie. Bij de beoordeling wordt namelijk gelet op de sociale en economische banden. Wij adviseren u bij emigratie en dus voor het verleggen van uw woonplaats een goede planning te maken en daarbij een adviseur te raadplegen om discussies met de belastingdienst over de fiscale woonplaats te vermijden. Dit zou zeker moeten gebeuren indien de zakelijke en privé banden met Nederland niet worden verbroken. Wij wensen u tot slot nog een goede reis toe.
hits=3= / id=1619=