Het Europees betalingsbevel (hierna EBB) is een nieuw invorderingsinstrument ingevoerd in de nationale wetgeving van de EU lidstaten bij wijze van de Verordening nr. 1896/2006.
Het EBB kwam tot stand als antwoord van Europa op de betalingsachterstanden binnen het bedrijfsleven en gebrek aan efficiëntie in het kader van nationale procedures.
Het concept van het Europees betalingsbevel dateert reeds uit de jaren 90 wanneer de gedachte van een uniform invorderingsinstrument op het Europees niveau werd geformuleerd. In deze context werden nieuwe Europese procedures omschreven als betalingsbevelen. De motieven tot het invoeren van deze nieuwe procedure zijn onder meer de nood aan een snelle en efficiënte invordering van openstaande schulden die niet het voorwerp zijn van een juridisch geschil. Of de Europese procedure inzake betalingsbevel deze rol zal vervullen zal uit de praktijk moeten blijken.
Grensoverschrijdend
Aangezien de procedure haar oorsprong vindt in de Europese verordening is zij van rechtswege toepasselijk in alle lidstaten. Dit betekent dat er aan de rechtzoekende buiten de nationale procedureregels voor grensoverschrijdende invorderingen een bijkomend instrument wordt geboden bij wijze van een Europees betalingsbevel. Het feit dat het bevel zijn oorsprong vindt in de Europese regelgeving betekent niet dat het boven de nationale instrumenten staat. Het vormt één van de instrumenten die in het kader van invordering wordt geboden, zij het uitsluitend in de grensoverschrijdende gevallen.
Ondernemingen en consumenten
Het bevel is een invorderingstitel uitgegeven door de nationale rechter, die eenzelfde kracht als een vonnis bekomt, indien de tegenpartij daartegen geen verweer voert. Het is toepasselijk in burgerlijke en handelszaken ongeacht de aard van het gerecht dat het geschil gaat beoordelen. Het is met andere worden toepasselijk zowel voor de zaken tussen de ondernemingen alsook consumentenzaken. Ten voordele van consumenten voorziet de regelgeving weliswaar in een beschermingsinstrument, met name een afwijkende regeling betreffende de rechterlijke bevoegdheid. Consumenten geschillen worden namelijk beslecht door de rechter van de woonplaats van consument.
Volgens art. 4 van de Verordening mag de procedure worden aangewend ter “inning van liquide geldvorderingen voor een specifiek bedrag, die opeisbaar zijn op het tijdstip, waarop het verzoek om een Europees betalingsbevel wordt ingediend”. De procedure mag met andere woorden enkel betrekking hebben op geldelijke schulden, met een specifiek bedrag, die opeisbaar zijn op het moment van de inleiding van de procedure. De inning van toekomstige of onopeisbare schulden blijft uitgesloten.
Daarnaast voorziet de EBB Verordening in een aantal uitsluitinggronden onder meer op het gebied van familierechtelijke vorderingen, staatsgeboden vorderingen, vorderingen voortvloeiend uit faillissement, sociaalrechtelijke geschillen, buitencontractuele verbintenissen, behoudens degene waarover een overeenkomst tussen de partijen werd afgesloten of waarin één van de partijen een schuldbekentenis heeft gedaan (art. 2 Verordening).
Standaardformulier
Het EBB wordt door de rechter uitgevaardigd op een standaardformulier, het zogenaamde formulier E, conform de EBB Verordening. Het bevat de datum van de uitvaardiging, de handtekening van de rechter, de gegevens van de partijen alsook de bedragen die door de schuldenaar (in het EBB – verweerder) verschuldigd zijn. In tegenstelling tot een regulier vonnis wordt het EBB niet gemotiveerd.
Samen met het bevel wordt een inlichtingenblad overgemaakt betreffende de rechten van de verwerende partij alsook de juridische gevolgen verbonden aan het bevel.
Tenuitvoerlegging
De procedure inzake betalingsbevel is op zich geen onbekend instrument. In een aantal Europese lidstaten bestaan reeds gelijkaardige procedures. Het EBB is in de eerste orde innoverend door het feit dat het rechtstreeks vanuit Europa komt, wat op het gebied van procedureregels geen gekende praktijk is.
Bovendien voorziet het in een novum op het gebied van tenuitvoerlegging, bij wijze van de uitvoerbare kracht die aan het bevel wordt gekoppeld in alle landen van de EU.
De titularis van het EBB kan met andere woorden zijn bevel laten uitvoeren zonder voorafgaandelijke exequaturprocedure, welke procedure tot nu toe in de meeste gevallen op een of andere wijze vereist was.
Het EBB is als een invorderingsinstrument een gemakkelijk middel tot invordering van de onbetwiste geldelijke schuldvorderingen. De efficiëntie van de procedure vermindert echter indien de tegenpartij de vordering betwist. In dit geval zal de titularis van het EBB verplicht worden (tenzij hij daartegen bij zijn verzoek bezwaar heeft ingediend) de procedure te voeren conform de nationale rechtsregels.
Het Europese betalingsbevel, ISBN 978-90-8977-059-2, Uitgeverij UGA.
hits=2= / id=1673=