Er is nieuws en dit is belangrijker dan op het eerste gezicht lijkt. Het Europese Hof heeft namelijk zelf ook vragen gesteld en die gaan over de kern van de zaak: het onrecht dat expat-gepensioneerden is aangedaan door de Nederlandse uitvoeringswet waartegen de stichting reeds vijf jaar strijdt (zie voor de tekst van de vraag noot 1).
De zitting is door het Hof vastgesteld op 20 mei. Onze advocaat krijgt twintig minuten om ons standpunt toe te lichten. Het zal dus gaan over drie vragen: twee van de Raad van Beroep (noot 2), en een van het Europese Hof (noot 1).
De vraag van het Hof aan partijen
Het Hof wil weten of de expat-gepensioneerden benadeeld zijn sinds 1 januari 2006 en zulks in verhouding tot de gepensioneerden die in Nederland zijn blijven wonen. Voor de expat gepensioneerden behoeft het waarlijk geen betoog dat er sprake is van benadeling. Wij hoeven dat ook niet meer uit te leggen aan Nederbelgen – Den Haag is echter wat traag van begrip. Onze advocaat heeft op dit feit gewezen in zijn schriftelijke bericht aan het Hof. Gesteld dat het Hof oordeelt dat er inderdaad sprake is van onrecht, dan is het nog onduidelijk wat voor rol dit oordeel zal gaan spelen. Er is echter meer nieuws.
Twee nieuwe verordeningen
De materie wordt nog ingewikkelder door de nieuwe verordening 883/2004. Tezamen met de toepassingsverordening omschrijft deze de werkingssfeer van de coördinatie van de nationale zorgstelsels – evenals zijn voorganger. Het gaat om circa 160 pagina’s jargon die eerst recent gepubliceerd zijn, maar reeds op 1 mei aanstaande ingaan. Over de Nederlandse uitvoering is nu nog niets bekend.
Centraal is de vraag of de keuzevrijheid beperkt zal worden door een strikter geformuleerde meldingsplicht. Artikel 24 van de toepassingsverordening luidt:
“1. Voor de toepassing van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 883/2004 zijn de verzekerde of zijn gezinsleden verplicht zich te laten inschrijven bij het orgaan van de woonplaats onder overlegging van een document waaruit blijkt dat zij recht op verstrekkingen ten laste van de bevoegde lidstaat hebben. Dit document wordt opgesteld door het bevoegde orgaan, eventueel na kennisneming van de door de werkgever verstrekte inlichtingen. Indien de verzekerde of zijn gezinsleden dit document niet overleggen, vraagt het orgaan van de woonplaats bij het bevoegde orgaan de nodige informatie op”.
Uit lid 3 blijkt dat dit artikel niet alleen geldt voor werknemers, maar ook voor expat-gepensioneerden. Vertaling van de termen: “orgaan van de woonplaats” betekent een mutualiteit in België, “bevoegde lidstaat” is Nederland en “bevoegd orgaan” is CVZ.
Interpretatie
Hoe moet men de verplichting van art. 24 interpreteren? Er zijn twee interpretaties mogelijk:
A. Iedereen heeft het recht op behandeling en is verzekerd, dus iedereen moet zich laten inschrijven.
B. Er is een recht op medische en andere (basis-) zorg voor alle EU-burgers. Echter, zoals bij ieder recht kan men er wel of niet gebruik van maken. Als men er gebruik van wil maken, dan moet men zich inschrijven. Als men dat niet wil, dan schrijft men zich dus niet in. Men kan bijvoorbeeld een andere verzekering nemen, of zelfs een contract aangegaan voor eind 2005 herstellen. Dan is men ook geen “bijdrage” aan Nederland verschuldigd, omdat men niet ten laste van Nederland komt.
De geleerden zullen het op dit punt niet eens zijn. De Nederlandse Regering zal A aanhangen, tuk op “bijdragen” als zij is. Het past ook in de “solidariteits-ideologie”. Een interpretatie ad. B opent wellicht mogelijkheden voor expat-gepensioneerden om onrecht te herstellen, zeker als het Hof oordeelt dat er sprake is van onrecht.
De financiën
Inmiddels moeten wij, als gevolg van de onverwachte ontwikkelingen er rekening mee houden dat er meer geld nodig blijkt te zijn dan de € 10.794,65 die wij thans in kas hebben. Om te beginnen dienen wij rekening houden met ongeveer € 20.000 nog uitstaande verplichtingen over 2009 van de stichting ten opzichte van de advocaat. Het Nederbelgische aandeel daarin is 0,3 dus circa € 6.000. Resteert een saldo van ca. € 4.500. Over de kosten van de verdere rechtsgang in 2010 durven wij geen voorspelling te doen. De ervaring leert echter dat bovenstaand saldo snel opgesoupeerd kan zijn.
Tot onze grote spijt menen wij dus andermaal een beroep op de donateurs te moeten doen voor een bijdrage op de bankrekening 521-0020211 -55, t.n.v. J.C. Ramaer te 1560 Hoeilaart. Voor betalingen uit het buitenland: IBAN nummer: BE31 5210 0202 1155 en BIC/Swiftcode: FVLB BE22
Bij voorbaat onze dank.
Mr. F.H.J.J. Andriessen Dr. J.C. Ramaer
www verontrust.be
Noot 1) Vraag voor mondelinge beantwoording ter terechtzitting
“De deelnemers aan de terechtzitting, met uitzondering van de verzoekers in het hoofdgeding, wordt verzocht ter terechtzitting hun standpunt te bepalen over de in de punten 72 tot en met 75 en 85 van de schriftelijke opmerkingen van van Delft en Van Willigen (zie ook bijvoorbeeld de punten 4 en 94 tot en met 97 van de opmerkingen van Fokkens) uiteengezette argumenten betreffende de gevolgen die de inwerkingtreding, op 1 januari 2006, van het bij de Zorgverzekeringswet ingevoerde nieuwe stelsel van de verplichte wettelijke ziektekostenverzekering heeft voor door niet-ingezetenen uit hoofde van door hen vóór die in werking getreden particuliere verzekeringen “verworven rechten”.
“Inzonderheid, welke gevolgen heeft het feit, dat per 1 januari 2006 de verzekeringsovereenkomsten die niet-ingezetenen met in Nederland gevestigde verzekeringsmaatschappijen hadden gesloten, op grond van de nieuwe wetgeving door de verzekeringsmaatschappij zijn opgezegd, voor de mogelijkheid van verzoekers in het hoofdgeding, na die datum een aanvullende particuliere verzekering te krijgen en wat is in dit verband de situatie van Nederlandse ingezetenen die vóór diezelfde datum een particuliere verzekeringsovereenkomst hadden gesloten?”
(onze advocaat treedt op namens van Delft en Fokkens)
Noot 2) “…samengevat wenst de Centrale Raad te vernemen of het communautaire recht eraan in de weg staat dat Nederland een bijdrage heft in het geval waarin een gepensioneerde zich niet heeft ingeschreven bij de ziekenkas van zijn woonplaats en bijgevolg niet ten laste komt van Nederland”.
“…samengevat wenst de Centrale Raad te vernemen of het inhouden van een bijdrage bij een pensioengerechtigde die zich niet op voet van artikel 29 van verordening 574/72 heeft ingeschreven bij de ziekenkas van zijn woonland, in strijd is met artikel 45 VWEU (oud artikel 39 E.G.) dan wel artikel 21 VWEU (oud artikel 18 EG).” – Dat wil zeggen de vrijheid van migratie (zie het vorige nummer).
hits=1= / id=1678=