Op 26 april jongstleden heeft het NederBelgischMagazine een voorlichting georganiseerd over de nieuwe Europese regelgeving aangaande sociale voorzieningen, waaronder de zorg. In dat kader is een inleiding gegeven over de veranderingen in de regelgeving van de zorg voor gepensioneerden. Hier leest u een weergave van die inleiding.
Grensoverschrijdende situatie
Bij een gepensioneerde, die een AOW uitkering uit Nederland krijgt (AOW-er), maar woont in België, is sprake van een grensoverschrijdende situatie. Op hem is van toepassing het Europees recht, het Belgisch recht en het Nederlands recht.
Het Europees recht is gegoten in de vorm van een Verordening, die aangeeft welk locaal recht – Belgisch of Nederlands – op de gepensioneerde van toepassing is. Per 1 mei 2010 is een andere Verordening (1) van toepassing. In het navolgende worden de veranderingen aangegeven, die van toepassing zijn op een AOW-er met woonplaats in België, maar zonder een Belgisch pensioen. Heeft de gepensioneerde een Belgisch pensioen, dan verandert er voor hem niets. Hij heeft dan Belgische rechten en betaalt daarvoor een bijdrage aan België. Voor de AOW-er zonder Belgische pensioen ligt dat anders.
Oude situatie
Voor 1 mei 2010 had de AOW-er dezelfde rechten op zorg, alsof hij altijd in België had gewoond en gewerkt. Het enige verschil was, dat hij een bijdrage aan Nederland moest betalen. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) betaalt België en vraagt een bijdrage van de gepensioneerde via inhoudingen op de AOW en aanvullende pensioenen en middels beschikkingen, die leiden tot een betaling of een teruggave (2). Onlangs heeft het CVZ definitieve beschikkingen over 2006 en 2007 verstuurd.
De definitieve beschikkingen zijn niet zonder fouten. Gepensioneerden wordt aangeraden te controleren in Bijlage A:
– het inkomen, waarover de Zvw bijdrage en de AWBZ wordt berekend
– de inhoudingen door pensioen-/uitkeringsinstanties
Kloppen de gegevens niet, dan moet binnen 6 weken na de dagtekening van de definitieve beschikking bezwaar gemaakt worden. Het heeft geen zin bezwaar aan te tekenen, als de termijn van 6 weken overschreden wordt (3).
De Verordening (Europees recht) gaf aan, dat België het recht op zorg volgens Belgisch recht moest geven aan de AOW-er. De Verordening gaf tevens aan, dat Nederland een bijdrage mocht vragen van de gepensioneerde volgens het Nederlandse recht. De enige eis, die Europa aan België en Nederland stelt, is, dat er niet gediscrimineerd mag worden.
Nieuwe situatie
Het stramien van de nieuwe Verordening is in grote lijnen ongewijzigd. De rechten in België blijven ongewijzigd, zoals het inschrijven bij een mutualiteit met een formulier E121 van Nederland, het systeem van de klevers en het remgeld bij arts, apotheek en ziekenhuisopname. Ook Nederland mag nog steeds een bijdrage vragen.
De voornaamste veranderingen betreffen zorg in Nederland en zorg in andere EU landen.
De mutualiteit is uitsluitend aanspreekbaar voor zorg in België. Voor zorg in Nederland en de overige EU landen (4) is voor de gepensioneerde niet meer mutualiteit het aanspreekpunt, maar de Nederlandse zorgverzekeraar Agis. Het recht op zorg in Nederland is hetzelfde als dat van een inwoner van Nederland. Dit betreft niet alleen het basispakket van de Zorgverzekeringswet, maar ook rechten te ontlenen aan de AWBZ. Agis geeft verklaringen af van aanspraak op medische zorg in Nederland. Het is aan te raden steeds een kopie van die verklaring bij zich te hebben bij bezoeken aan Nederland.
Wel geldt een eigen risico van € 165 per persoon per jaar (5). Het eigen risico wordt geïnt door het CVZ.
Voor zorg in de overige EU landen is een EHIC kaart vereist. De kaart wordt verstrekt door het CVZ. De kaart is niet geldig voor Nederland en België.
Hospitalisatieverzekering
Het is van belang na te gaan, of de veranderingen een effect hebben op de hospitalisatie-verzekeringen. Hospitalisatieverzekeringen geven vaak recht op een aanvulling op kosten, die niet volledig vergoed worden door de mutualiteit. Bij kosten gemaakt buiten België zal de mutualiteit niet meer tussenkomen, omdat Nederland verantwoordelijk is. Het is dan maar de vraag, of de hospitalisatieverzekering een aanvulling zal uitkeren.
Indien een reis- en ongevallenverzekering wordt afgesloten, heeft een Nederlandse verzekering de voorkeur. Immers buiten België is niet meer de mutualiteit aanspreekbaar, maar Agis/CVZ. Wel moet erop gelet worden, dat eventuele repatriëring naar België mogelijk is.
Bijzondere situaties
In de oude en de nieuwe Verordening is de positie van de partner van de gepensioneerde van belang. Let op de volgende situaties:
A) de partner is jonger dan 65 jaar
Mits de partner geen betaalde baan heeft, is de partner een gezinslid van de gepensioneerde. Wel moet de gepensioneerde de nominale bijdrage voor zijn partner betalen.
B) de partner krijgt AOW
De partner is geen gezinslid meer, want zij heeft zelfstandig recht op AOW. In geval de AOW minder is dan € 8.700 per jaar, blijft de partner volgens de Belgische regelgeving een gezinslid en is geen bijdrage verschuldigd aan het CVZ.
C) de gepensioneerde overlijdt en de partner is jonger dan 65 jaar
Mits de partner geen betaalde baan heeft, is geen sprake meer van een grensoverschrijdende situatie. In dat geval voorziet de Belgische regelgeving in een directe aansluiting bij een mutualiteit. Aan de hand van de laatste Belgische belastingaanslag wordt de bijdrage bepaald, die aan de mutualiteit betaald moet worden.
De woonlandfactor
De nieuwe verordening geeft meer rechten aan de AOW-er, die buiten Nederland woont. Dat brengt kosten met zich, die door Nederland betaald moeten worden. Nederland wil daarop vanaf 1 januari 2011 de bijdragen verhogen door de woonlandfactor aan te passen.
De bijdrage verschuldigd aan het CVZ wordt vermenigvuldigd met de woonlandfactor.
De hoogte van de woonlandfactor is nu afhankelijk van het woonland. Voor België is de woonlandfactor in 2010 gesteld op 0,6827. Vanaf 1 januari 2011 wordt de bijdrage aan het CVZ maar voor een stuk vermeningvuldigd met de woonlandfactor. Het effect is, dat de bijdrage aan het CVZ verhoogd wordt.
Stel, dat het stuk van de bijdrage, waarop de woonlandfactor betrekking heeft, 80% is, dan wordt 20% van de bijdrage niet gecorrigeerd voor de woonlandfactor. Bij een woonlandfactor van 0,6827 is het effect: 80% * 0,6827 + 20% = 0,74616. De correctie is dan niet 0,6827, maar 0,74616, een verhoging van 9%. Het effect voor België valt nog mee. Voor Polen is de woonlandfactor 0,0769. Het effect is dan 80% * 0,0769 + 20% = 0,26152. De verhoging is dan 240%. Dat lijkt niet redelijk.
Het stuk van de bijdrage, dat buiten de woonlandfactor valt, betreft voor het merendeel zorgkosten in Nederland van AOW-ers en hun gezinsleden, die buiten Nederland wonen. De omvang van de groep in 2009 was 130.000 personen. Men kan zich afvragen, of het redelijk is, dat de kosten van hen, die gebruik maken van voorzieningen in Nederland, worden verdeeld over een groep van zo’n geringe omvang.
(1) Vo. 1408/71 werd Vo. 883/04 en Vo. 574/72 werd Vo. 987/09
(2) De hoogte van het inkomen, waarover een bijdrage betaald moet worden, wordt vastgesteld door de Belastingdienst.
(3) De mogelijkheden van een bezwaar bij een verschil van meer dan 6 maanden en 6 weken tussen de dagtekening van de beschikking van de Belastingdienst en de dagtekening van de definitieve beschikking van het CVZ werden in een andere inleiding toegelicht.
(4) Als er in dit artikel sprake is van overige EU landen is dat steeds inclusief Zwitserland.
(5) Voor 2010 bdraagt het eigen risico € 110, omdat de nieuwe Verordening op 1 mei 2010 inging.
hits=2= / id=1691=