Waar vroeger werknemers en ondernemers gebonden waren aan één werkplek, zijn door de komst van technische vernieuwingen zoals e-mail, internet, mobiele telefoons, etc. vele werknemers mobiel gemaakt en neemt het thuiswerken en werken in het buitenland toe. Veel Belgisch ingezetenen werken daarom voor hun Nederlandse werkgever in België.
De grote vraag bij het wonen en werken in meerdere landen is welk land heffingsbevoegd is over welke inkomsten.
Heffingsbevoegdheid
De mate waarin ofwel het woonland ofwel het werkland heffingsbevoegdheid is, is afhankelijk van diverse factoren, zoals het type inkomen en de bepalingen zoals die zijn opgenomen in het belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belastingen.
Voor een werknemer is de algemene regel in belastingverdragen dat een belastingplichtige onderworpen is aan de belastingen in het woonland, tenzij men zijn werkzaamheden verricht in een andere staat. In dit laatste geval zal het loon voor de buitenlandse prestaties alleen worden belast in de werkstaat. Bovenstaande is bevestigd in een tweetal arresten van de Nederlandse Hoge Raad.
Arresten Hoge Raad
Op 22 december 2006 heeft de Nederlandse Hoge Raad twee arresten gewezen over de vraag welk land in welke mate heffingsbevoegd was over de looninkomsten van een dienstbetrekking die grotendeels in het buitenland werd uitgeoefend.
Een Nederlandse tv-presentatrice had in augustus 1997 voor een periode van drie jaar een arbeidsovereenkomst afgesloten. Zij moest per jaar gedurende 195 dagen werkzaamheden verrichten voor de Nederlandse werkgever of zich daarvoor beschikbaar houden. De tv-presentatrice had in 1999 negen dagen daadwerkelijk in Nederland gewerkt.
De Hoge Raad oordeelde dat Nederland alleen heffingsbevoegd was over de inkomsten van de dagen dat de belastingplichtige daadwerkelijk in Nederland had gewerkt. Nederland was dientengevolge heffingsbevoegd over 9/195ste deel van de looninkomsten.
Een uitzondering op deze hoofdregel kan de zogenaamde 183-dagen-regeling zijn.
183-dagen-regeling
Een belastingplichtige blijft onderworpen aan de belastingheffing in het woonland wanneer er cumulatief aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
· de werknemer verblijft niet langer dan 183 dagen binnen een tijdvak van 12 maanden in het werkland;
· de beloning wordt betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van het werkland is;
· de beloning komt niet ten laste van een vaste inrichting van de werkgever in het werkland, zoals een filiaal, of van een vast middelpunt van de werknemer in het werkland.
De 183-dagen-regeling impliceert dat het inkomen uit arbeid belastbaar zal zijn in het werkland wanneer aan één van de bovenstaande voorwaarden niet wordt voldaan.
Werknemer of ondernemer?
Het voorgaande speelt met name voor hen die gekwalificeerd worden als zijnde werknemer. Er zijn ook personen die in Nederland werkzaam zijn, waarbij het onduidelijk kan zijn of er sprake is van een werknemer of een ondernemer, zoals bij de freelancer en zelfstandigen zonder personeel (ZZP’er). Voor hen gelden in met name Nederland specifieke regels vooraleer zij als ondernemer worden aangemerkt. Steeds meer opdrachtgevers vragen zekerheid ten aanzien van de kwalificatie van de werkzaamheden. Zij wensen immers met een echte ondernemer te werken om zo niet in een later stadium geconfronteerd te worden met een dienstbetrekking voor de verrichte werkzaamheden, met bijkomende belasting- en premieheffing. Hierna vindt u enkele ontwikkelingen op dit gebied.
Het begrip ZZP’er
Een ZZP’er werkt voor eigen rekening en risico, voor meerdere opdrachtgevers, waarbij er afspraken worden gemaakt over welke taak er in welke tijd moet worden verricht en voor welke prijs.
Het grote verschil tussen een ZZP’er en een werknemer zit in de gezagsverhouding. In de jurisprudentie wordt onder een gezagsverhouding verstaan: “het hebben van zeggenschap over iemand anders werkinhoud en werkuitkomsten”. Helaas is dit begrip voor velerlei uitleg vatbaar. Met behulp van een VAR is het mogelijk een oordeel te krijgen of er sprake is van een onderneming ofwel een dienstbetrekking.
De VAR
De afkorting VAR staat voor Verklaring Arbeids Relatie en wordt afgegeven door de Nederlandse belastingdienst. Hiermee geeft de belastingdienst, voordat de werkzaamheden aanvatten, uitsluitsel over de status van de werkzaamheden. Aan de hand van de VAR blijkt of de opdrachtgever al dan niet loonbelasting/premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet moet gaan inhouden en afdragen over de inkomsten.
De belastingdienst kent 4 typen VAR:
· VAR-loon;
· VAR-row (resultaat uit overige werkzaamheden);
· VAR-winst;
· VAR-dga (directeur-grootaandeelhouder).
Ondernemers die een beroep doen op een ZZP’er hebben een formele vrijwaring van inhouding van loonheffing en premies werknemersverzekeringen als er door de belastingdienst een VAR-winst of een VAR-dga is afgegeven.
Kunnen buitenlandse ondernemers (EU) ook een VAR krijgen? Wanneer men naar de letterlijke tekst van de wet kijkt kan een in het buitenland wonende ZZP’er in Nederland geen VAR aanvragen. Op 22 juli 2009 heeft de Rechtbank in Breda echter bepaald dat uit de wetsgeschiedenis van de VAR-regeling blijkt dat het wel degelijk de bedoeling van de wetgever is geweest dat ook buitenlandse ZZP’ers een VAR kunnen aanvragen.
De Rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond en droeg de inspecteur op om alsnog een VAR voor 2009 af te geven.
Gevolgen uitspraak voor Belgisch ingezetenen
De buitenlandse ZZP’er kan een VAR gebruiken om in Nederland opdrachtgevers duidelijkheid te verschaffen of zij loonbelasting/premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet dienen in te houden en af te dragen over de vergoeding. Het wordt derhalve voor een Belgisch ingezetene gemakkelijker en dientengevolge veelal aantrekkelijker om een zelfstandige activiteit te ontplooien in Nederland. Te meer omdat Nederland diverse fiscale faciliteiten kent voor zelfstandigen, zoals de zelfstandigen- en startersaftrek, de MKB-vrijstelling, de Kleine Ondernemersregeling, etc.. De VAR doet echter géén uitspraak op de vraag in welk land de inkomsten van de buitenlandse ZZP’er aan de belastingheffing zijn onderworpen. Dit dient in iedere situatie afzonderlijk te worden beoordeeld.
Het Uniforce-principe
Voor freelancers en ZZP’ers die niet kunnen of willen voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld aan een VAR is er een alternatieve ondernemingsvorm gecreëerd die wellicht een einde maakt aan de VAR-problematieken, namelijk de Verklaring Uniforce Registratie (VUR). Dit is een alternatief, overeengekomen door de belastingdienst, het UWV en de Uniforce Group.
Een ondernemer die gebruik wenst te maken van de VUR richt tezamen met Uniforce een besloten vennootschap op. De ondernemer heeft daarbij de meerderheid van de aandelen (80%) en moet ook op zoek naar opdrachtgevers voor de vennootschap. Uniforce heeft de meerderheid van stemmen op de aandeelhoudersvergadering, zodat er een gezagsverhouding ontstaat en de zelfstandige tegen zijn wil ontslagen kan worden. In dit systeem is Uniforce niet gerechtigd tot het resultaat van de vennootschap. Alle winsten van de besloten vennootschap komen terecht bij de zelfstandige.
Indien u derhalve als ondernemer in Nederland wenst te opereren is het verstandig u daarom goed te laten voorlichten.
hits=0= / id=1701=