Het artikel “Als emigreren een drama wordt” in het juli/augustusnummer hebben wij laten zien hoe een directeur-groot aandeelhouder na een emigratie naar België onbedoeld in een fiscaal moeras terecht kwam. In die situatie ging het mis, omdat zijn B.V. geen onderneming meer dreef. Als u denkt dat het niet erger kan: toch wel! In deze bijdrage gaan wij in op een andere, regelmatig voorkomende situatie met een B.V.: de directeur-groot aandeelhouder met een Nederlandse onroerend goedvennootschap.
De situatie is als volgt: de directeur-groot aandeelhouder (DGA) is naar België geëmigreerd. De Nederlandse activiteiten zijn intussen afgebouwd, maar een aantal renderende, verhuurde Nederlandse beleggingspanden zijn nog in de B.V. overgehouden. De huur uit de panden vormt een mooie aanvulling van het inkomen. Ander vermogen heeft hij niet.
Voorop staat dat voor de successieplanning ook hier de inmiddels bekende vraag van belang is: woont de DGA al tenminste tien jaar in België of niet? Wat zijn de belangrijkste fiscale gevolgen bij overlijden in deze twee uitgangssituaties:
* De DGA woont korter dan tien jaar in België:
In dat geval bestaat er de bekende spagaat: zowel Nederlandse als Belgische belastingwetten zijn van toepassing.
In België is het relatief simpel. Er is successierecht verschuldigd met tarieven voor de naaste familie van 3% tot en met 27%. In het Vlaams Gewest kan momenteel wellicht wel van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten gebruik worden gemaakt. Als crisismaatregel zijn de voorwaarden in België namelijk tijdelijk versoepeld. De huidige versoepeling eindigt in 2011. Dit zou de Belgische successierechten over de aandelen tot (bijna) nihil terug kunnen brengen. Maar feitelijk doet dit er niet toe, want wat gebeurt er in Nederland?
In Nederland wordt praktisch iedere belasting die u kunt verzinnen toegepast. Dit verloopt als volgt.
Het overlijden leidt tot belastingheffing: in de eerste plaats wordt de volledige conserverende aanslag op de aandelen die bij de emigratie is opgelegd ineens ingevorderd. Met een beetje pech loopt dit op tot 25% van de waarde van de aandelen. Tegelijkertijd is Nederlandse erfbelasting verschuldigd over die waarde tegen een tarief oplopend tot 20%. Immers, de DGA woonde nog geen tien jaar in België. Het overlijden leidt dus tot een Nederlandse heffing die kan oplopen tot omstreeks 40%!
Maar, er was geen overig vermogen. Het geld moet dus uit de B.V. komen. Het geld zit echter in de stenen: de panden moeten dus worden verkocht, en met haast (de fiscus staat immers op de stoep). Dat betekent waarschijnlijk een te lage prijs. Toch zal dat verkoopwinst voor de vennootschap betekenen, dus moet er vennootschapsbelasting (20%-25,5%) betaald worden. Wat er na vennootschapsbelasting van de winst resteert, wordt uitgekeerd aan de erfgenamen van de aandeelhouder om de belastingen te gaan betalen. Maar ook dit kost weer geld. Hierover is 15% dividendbelasting verschuldigd in Nederland en daarna 25% personenbelasting in België. Dus, om geld bij de aandeelhouder te krijgen om belastingen bij overlijden (tot 40%) te kunnen betalen, levert ook weer heffingen op die op kunnen lopen tot 52,5%!
Deze heffingen oplopend tot respectievelijk 52,5% en 40% spelen allebei tegelijkertijd. Indien u er dan nog rekening mee zou houden, dat bij verkoop van het onroerend goed 6% Nederlandse overdrachtsbelasting (door de koper weliswaar) moet worden betaald, dan ontbreekt eigenlijk alleen de kansspelbelasting nog. Maar gezien de fiscale prijzenpot die de Nederlandse fiscus bij het overlijden van deze DGA binnenhaalt, zou kansspelbelasting hier eigenlijk ook niet meer misstaan…..
* De DGA woont al langer dan tien jaar in België.
Nu wordt het verhaal heel anders. Door het verloop van tien jaar zijn de Nederlandse claims in de inkomsten- en erfbelasting voor verkoop en vererving komen te vervallen. In de jaren voor 2010 kon Nederland dan nog recht van overgang heffen, een soort successierecht. Deze heffing bestaat na de wijzigingen in de Nederlandse Successiewet gelukkig niet meer. Voor wat Nederland betreft kunnen de aandelen dus ineens zonder heffing vererven.
In België is de situatie hetzelfde. In België is successierecht verschuldigd, maar kan tot in 2011 onder voorwaarden mogelijk gebruik worden gemaakt van de tijdelijke versoepeling in de bedrijfsopvolgingsregeling. Voor een korte periode is het dus nog mogelijk dat in aandelen in een Nederlands onroerend goedvennootschap fiscaal zeer gunstig vererven.
Als echter de huidige versoepeling wordt ingetrokken in 2011, dan wordt er in België alsnog successierecht verschuldigd. Deze loopt van 3% tot 27%. Ook hier zal dan dividend moeten worden uitgekeerd, maar omdat de belastingclaim vanwege het overlijden veel lager is, hoeft ook veel minder dividend te worden uitgekeerd. Al met al een fiscaal veel gunstigere positie, alleen maar door tijdsverloop.
Conclusies
Bij een overlijden binnen tien jaar na emigratie is de kans zeer groot dat ook de onroerend goedvennootschap ten onder zal gaan. De erfgenamen blijven achter met een enorme fiscale molensteen. Het is onbegrijpelijk dat een overlijden tot gevolg kan hebben dat er van het vermogen vrijwel niets meer resteert. Wij zien niet in waarom op een situatie als deze vrijwel het complete arsenaal aan Nederlandse belastingsoorten op de erfgenamen wordt losgelaten.
Bij overlijden na tien jaar, zijn de Nederlandse claims vrijwel geheel komen te vervallen. De Belgische successieclaim is er wel, hoewel deze door de versoepeling voor een korte periode tot in 2011 tijdelijk is uitgeschakeld.
Oplossingen
Wat kan hiertegen worden gedaan? Voor DGA’s die korter dan tien jaar in België wonen, zijn er helaas geen pasklare oplossing. Van geval tot geval moet worden bezien welke concrete mogelijkheden er zijn om zoveel mogelijk fiscale schade te voorkomen. Hierbij zou bijvoorbeeld kunnen worden gedacht aan wijzigen van de huwelijkse voorwaarden of een naturalisatie tot Belg.
Voor DGA’s die langer dan tien jaar in België wonen, zijn de fiscale problemen minder groot. Toch is de heffing van 27% Belgische successierechten zeker niet te onderschatten. In die situatie wordt het, vanwege het vervallen van de Nederlandse claims in de inkomsten- en erfbelasting, echter mogelijk om de aandelen in de onroerend goedvennootschap zonder grote fiscale schade over te dragen.
Dit kan bijvoorbeeld eenvoudig plaatsvinden door een verkoop en/of schenking aan de kinderen. Ook een combinatie van verkoop en schenking is mogelijk. Hier geldt wel één belangrijk aandachtspunt. Als aandelen in een vennootschap worden verkocht of geschonken, terwijl de bezittingen van deze vennootschap op dat moment of op enig moment in het voorafgaande jaar voor minimaal 70% uit Nederlandse (beleggings)panden bestaan, dan is 6% overdrachtsbelasting verschuldigd. Deze overdrachtsbelasting kan doorgaans worden voorkomen door de balans “op te pompen”. Er wordt dan minstens een jaar voor de overdracht voor een dusdanig bedrag aan leningen aangetrokken, dat ruim minder dan 70% van de overige bezittingen nog uit Nederlandse panden bestaan. De met de leningen aangetrokken gelden kunnen worden belegd in stabiele, koersvaste fondsen. Na verloop van een jaar worden de aandelen overgedragen en worden de leningen afgelost. Een andere mogelijkheid is dat de vennootschap panden buiten Nederland aankoopt. Buitenlandse panden tellen namelijk als overige bezittingen. Na het “oppompen” is geen overdrachtsbelasting verschuldigd, omdat over het daaraan voorafgaande jaar de bezittingen voor minder dan 70% uit Nederlandse onroerende goederen hebben bestaan.
Het is dus sterk afhankelijk van de feitelijke situatie of iemand zich fiscaal aan de goede zijde of in de gevarenzone bevindt. Er is in ieder geval voldoende aanleiding om te bezien of uw situatie optimaal is.
hits=1= / id=1704=