Het finaal verrekenbeding is een beding toegevoegd aan een stelsel van uitsluiting van gemeenschap (scheiding van goederen) op grond waarvan bij het overlijden van een echtgenoot de langstlevende een verrekenvordering kan laten gelden tegen de eerst overleden echtgenoot. Bij een finaal verrekenbeding 0/100 bevat de nalatenschap van de eerst overleden echtgenoot (economisch) niets. Volgens de Belgische rechtspraak en een groot deel van de Belgische rechtsleer is dit beding een huwelijksvoordeel en geen schenking. Het beding ontsnapt aan de heffing van successierechten. De fictiebepaling van art. 5 W.Succ. is immers niet van toepassing omdat het hier niet gaat om de toebedeling van een zakenrechtelijk “gemeenschappelijk vermogen”. Daarnaast wordt de verrekenschuld als een passief van de nalatenschap tot op heden aanvaard. In twee recente vonnissen (Rb. Gent 26 oktober 2010 (“Nederlands alsof-beding”) en Antwerpen 24 december 2010 (“finaal verrekenbeding 0/100”) wordt deze leer bevestigd. Wel moeten het bestaan en de omvang van de verrekenschuld worden bewezen. Dit geschiedt door overlegging van de huwelijksvoorwaarden en van een controleerbare verrekenstaat. De fiscale administratie heeft hoger beroep aangetekend tegen de twee vonnissen.
hits=1= / id=1822=