Het bezit van een enige en eigen (gezins)woning is niet belastbaar in de federale personenbelasting en dit ongeacht de (huur)waarde van het betrokken pand. De onroerende voorheffing, die door de Vlaamse overheid wordt geïnd, blijft uiteraard wel verschuldigd.
Tot voor kort werd deze vrijstelling voor de enige en eigen woning slechts verleend voor gezinswoningen die in België zijn gelegen. Dit was niet naar de zin van de Europese Commissie die België hiervoor op de vingers tikte. Vandaar dat de wetgever de vrijstelling uitbreidde naar woningen die gelegen zijn in de Europese Economische Ruimte (de EU, aangevuld met IJsland, Noorwegen en Liechtenstein). Wanneer een belastingplichtige om professionele of sociale redenen zijn buitenlandse woning niet zelf kan betrekken en in België een andere woning huurt, is de (huur)waarde van de buitenlandse ‘eigen’ woning dan ook niet langer belastbaar in de Belgische personenbelasting.
De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen diende te oordelen over een Fransman die in België woonde en werkte en daardoor Belgisch rijksinwoner was, maar nog eigenaar was van een woning in Parijs. De rechtbank paste de bovenstaande principes toe en stelde dat de (huur)waarde van deze woning volledig vrijgesteld is van de Belgische personenbelasting. Omdat de oude Belgische wetgeving een inbreuk maakte op de Europese regelgeving, kende de rechtbank deze vrijstelling ook toe voor de periode voorafgaand aan de wetswijziging (Rb. Antwerpen 17 juni 2011).
hits=2= / id=1852=