Aanpassing van de Brusselse schenkings- en successierechten aan het Europese recht

In Archief by robert

De Brusselse schenkings- en successierechten werden op drie punten aangepast aan het Europese recht. De Brusselse overheid werd hiertoe aangemaand ingevolge een berisping van de Europese Commissie (Ordonnanties van 16 december 2011, in werking getreden op 12 februari 2012).
Het Brussels Gewest kent een verlaagd tarief voor de schenking (in rechte lijn of tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden) van een (aandeel in een) onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd en dat gelegen is in het Brussels Gewest (art. 131bis Br.W.Reg.). Eén van de voorwaarden is evenwel dat minstens één van de begiftigden de verbintenis op zich neemt om binnen twee jaar zijn hoofdverblijfplaats te vestigen op het adres van de geschonken woning én om gedurende minstens vijf jaar te rekenen vanaf die vestiging, zijn hoofdverblijfplaats te behouden in het Brussels Gewest. Deze laatste voorwaarde (behoud van de hoofdverblijfplaats in het Brussels Gewest gedurende minstens vijf jaar) werd geschrapt door de Ordonnantie van 16 december 2011.
Voor het bekomen en het behoud van het schenkingsrecht van 3% bij schenking van ondernemingen en vennootschappen (140bis e.v. Br. W.Reg.) dient de zetel van werkelijke leiding niet langer in de Europese Unie gevestigd te zijn of behouden te worden. Het begrip Europese Unie wordt vervangen door Europese Economische Ruimte (EER), dat de landen van de Europese Unie omvat alsmede Liechtenstein, IJsland en Noorwegen.
Het verlaagd tarief van 6,6% voor schenkingen en legaten aan bepaalde openbare lichamen in het Brussels Gewest (bv. gemeenten en hun openbare instellingen) (art. 140 Br. W.Reg. en art. 59 Br. W.Succ.) wordt eveneens toegepast bij schenkingen en legaten aan gelijkaardige rechtspersonen opgericht volgens en onderworpen aan de wetgeving van een lidstaat van de EER en die er hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging hebben.
De vrijstelling van successierechten die geldt voor legaten aan het Brussels Gewest en de Brusselse Agglomeratie (art. 55 Br. W.Succ.) is thans ook van toepassing voor legaten aan het Waalse en het Vlaamse Gewest, aan de Franse, de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschap, aan gelijkgestelde publiekrechtelijke rechtspersonen opgericht volgens en onderworpen aan de wetgeving van een andere EER-lidstaat, aan een EER-lidstaat en aan de openbare instellingen van de voormelde publiekrechtelijke rechtspersonen.
Deze wijzigingen zijn enkel van belang voor Nederbelgen die Brussels rijksinwoner zijn. Zij geven echter ook aan dat het successierecht van een Gewest maar opgaat als het verenigbaar is met het Europese recht.
hits=1= / id=1866=