(B.S. 23 maart 2012)
Wanneer een ongehuwde samenwonende partner overlijdt en een legaat vermaakt aan het kind van de langstlevende partner, wordt dit kind -wat het tarief betreft- gelijkgesteld met een kind van de overledene.
Maar wanneer een kind van de vooroverleden samenwonende partner een legaat verkrijgt van de langstlevende samenwonende partner, geldt die gelijkstelling niet. De volgorde van overlijden is dus doorslaggevend voor de toepassing van het gunsttarief. Aan het Grondwettelijk Hof werd de vraag gesteld of dit onderscheid geen discriminatie uitmaakt in de zin van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet.
hits=1= / id=1877=