Betaal niet te veel, bijdrage buitenland Zvw! De jaarafrekening van het CVZ verder uitgediept

In Archief by robert

In het februarinummer 2011 van het NederBelgischMagazine is aandacht besteed aan enige aspecten van de voorlopige jaarafrekening 2008 van het College voor zorgverzekeringen (CVZ), met tips voor de controle op de juistheid van die jaarafrekening. In dit artikel staat een nadere uitwerking van de belangrijkste delen van de jaarafrekening van het CVZ met meer tips voor de juistheidtoetsing en mogelijke verlaging van de verschuldigde Zvw bijdrage.

De nominale Zvw bijdrage
De gepensioneerde verdragsgerechtigde is een nominale bijdrage per maand verschuldigd. Ook voor zijn meeverzekerde gezinsleden is hij vanaf de eerste dag van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin het gezinslid achttien jaar is geworden de nominale bijdrage verschuldigd. De verschuldigde nominale bijdrage is nominale bijdrage vermenigvuldigd met de woonlandfactor. De nominale bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld en komt neer op het bedrag van de gemiddelde zorgpremie Zvw die de zorgverzekeraars voor de basisverzekering in Nederland berekenen.
Als peildatum voor de vaststelling van de verschuldigde nominale bijdrage hanteert het CVZ de verzekeringssituatie van de eerste dag van de kalendermaand. Als er sprake is van verdragsrecht op de eerste van de maand is de volledige nominale maandbijdrage Zvw verschuldigd. Alleen als betrokkene, of een ‘meeverzekerd’ gezinslid in de loop van een maand overleden is, wordt de nominale bijdrage per dag berekend tot datum overlijden.

Tip 1
Als u in de loop van een maand naar Nederland terugkeert om u daar weer definitief te vestigen, kan er sprake zijn van dat u dubbel belast wordt, omdat u aan de Nederlandse zorgverzekeraar vanaf datum terugkomst een premie voor de basisverzekering moet betalen. In dat geval is het raadzaam het CVZ om correctie te vragen. Immers, vanaf datum terugkomst in Nederland, is er geen sprake meer van verdragsrecht, dus ook geen basis voor heffing van een Zvw bijdrage buitenland.

De inkomensafhankelijke Zvw bijdrage
Er zijn drie bijdragepercentages Zvw te hanteren over drie te onderscheiden Zvw bijdrage-inkomens:
Hoog percentage Zvw over de AOW en over het bijdrage inkomen waarop recht op vergoeding van de verschuldigde Zvw bijdrage door uitkeringsorgaan bestaat. Het recht op vergoeding betreft vrijwel uitsluitend de uitkeringen van het UWV en nabestaande uitkeringen van de SVB. De vergoeding zelf is geen Zvw bijdrage inkomen,
Laag percentage over resterend Zvw bijdrage inkomen,
Maar nul percentage over ontvangen alimentatie, mits die alimentatie vóór 2006 is gestart.

Voorbeeld
Jan heeft in 2008 een WAO uitkering, € 10.000, gehad en vervolgens een AOW uitkering, € 4.000. Jan heeft in 2008 een aanvullend pensioen van € 2.000. Totaal aan uitkeringen en pensioen € 16.000. Dit is ook het Zvw bijdrage inkomen. Het UWV vergoedde de op verzoek van het CVZ ingehouden hoge procentuele Zvw bijdrage ad € 442,27 (7,2% van €10.000*0,6149 (woonlandfactor). Fiscaal inkomen (en dus ook het AWBZ bijdrage inkomen) is daardoor € 16.442,27 (€ 10.000 + € 4000 + € 2000 + € 442,27)
Jan is aan een hoge inkomensafhankelijke Zvw bijdrage ad € 619,82 verschuldigd over zijn WAO en AOW uitkering ((€ 10.000 + € 4.000) * 7,2% * 0,6149). En een lage inkomensafhankelijke Zvw bijdrage ad € 62,72 over zijn aanvullend pensioen (€ 2.000 * 5,1% * 0,6149).

Tip 2
De gepensioneerde verdragsgerechtigde moet zijn alimentatie inkomsten opgeven aan de Belastingdienst. De Belastingdienst registreert die inkomsten niet specifiek (vallen onder de noemer Periodieke uitkeringen). Daarnaast is de aanvang van alimentatie niet bekend. Het CVZ belast inkomsten verantwoord onder Periodieke uitkeringen met het lage percentage Zvw. In voorkomend geval, als de alimentatie vóór 2006 is ingegaan, moet u zelf bij het CVZ signaleren over welke inkomsten het “nul” percentage van toepassing is.

Tip 3
Het komt vaak voor dat de inhouding van de Zvw bijdrage buitenland met vertraging start. Het uitkeringsorgaan houdt veelal tot het moment van de (vertraagde) start van de inhouding voor het CVZ de gewone procentuele Zvw bijdrage in, en draagt die af aan de Belastingdienst. Bij de jaarafrekening berekent het CVZ over de hele periode van verdragsrecht de bijdrage. Gevolg is dat de gepensioneerde verdragsgerechtigde dubbel dreigt te betalen. Sinds kort is geregeld dat de Belastingdienst een teruggave van ten onrechte ingehouden en afgedragen Zvw bijdrage op verzoek restitueert.

De inkomensafhankelijke AWBZ bijdrage
De verschuldigde AWBZ bijdrage is de procentuele premie AWBZ van het AWBZ bijdrage inkomen, verminderd met het AWBZ deel van de voor de gepensioneerde verdragsgerechtigde toepasselijke heffingskorting(en).

Voor de verdragsgerechtigde gepensioneerde geldt de algemene heffingskorting en kunnen gelden de jonggehandicaptenkorting (bij een Wajong uitkering) en de alleenstaande ouderenkorting (bij een AOW voor alleenstaanden). Deze heffingskortingen worden bij de broninhouding al toegepast. Bij de jaarafrekening past het CVZ verder automatisch toe de ouderenkorting (bij 65 jaar en ouder met gemaximeerd verzamelinkomen) en de heffingskorting niet of weinig verdienende partner (niet in alle gevallen, zie tip 4). De gepensioneerde verdragsgerechtigde kan bij het CVZ om toepassing van de kinderkorting (tot 2008), de alleenstaande-ouderkorting en de korting voor maatschappelijke, gedurfde of culturele beleggingen vragen. Bij toekenning past het CVZ deze bijzondere heffingskortingen toe bij de definitieve jaarafrekening.

Tip 4
Wees attent op de mogelijkheid van het aanvragen van bijzondere heffingskortingen bij het CVZ. Vraag bij het CVZ de heffingskorting niet of weinig verdienende partner aan als u een partner heeft met geen of weinig inkomsten (minder dan circa € 6.500) en één van de hierna volgende twee situaties is van toepassing. U krijgt in deze situaties namelijk niet automatisch deze heffingskorting:
1. Uw partner staat niet als meeverzekerd gezinslid bij het CVZ geregistreerd.
2. U en uw partner hebben voor de belastingheffing gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige én in de fiscale sfeer is de heffingskorting nog niet toegepast.

Voorbeeld heffingskorting voor partner met geringe inkomsten
We vervolgen met Jan. Nog steeds in 2008 woonachtig in België. Hij heeft een partner, Elly, met een inkomen van € 3.000. Elly is jonger dan 65 jaar en heeft, net als Jan, niet gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. Jan heeft, zo zagen wij, een fiscaal jaarloon van totaal € 16.442,27. Het premiepercentage AWBZ is 12,15. De woonlandfactor is 0,6149.

Aan de bron is ingehouden aan AWBZ bijdrage € 767,23 ((€ 16.442,27* 12,15%) – € 750 (algemene heffingskorting)*0,6149).
Bij de jaarafrekening komen extra in mindering de ouderenkorting van € 377 en de heffingskorting weinig verdienende partner. De maximale heffingskorting voor de niet of weinig verdienende partner is € 2.074 (voor partner < 65 jaar), hierop komt in mindering een bedrag wegens eigen inkomsten van € 1.008 (€ 3000 * 33,6% (% eerste belastingschijf)). Resteert een heffingskorting van € 1.066 (€ 2.074 - €1.008). Het totaal aan extra heffingskortingen is rekening houdend met de woonlandfactor € 887,30 ((€ 377 + € 1.066) * 0,6149). Conclusie: Jan hoeft per saldo geen AWBZ bijdrage te betalen. Het totaal van zijn heffingskortingen is groter dan de procentuele premie. Jan krijgt de aan de bron ingehouden AWBZ bijdrage gerestitueerd. Tip 5
Na de start van het verdragsrecht loopt door administratieve traagheid en onbegrip vaak de normale inhouding van AWBZ premie (in de loonheffing) ten onrechte nog een tijdje door. De ten onrechte ingehouden bedragen kunnen bij de Belastingdienst worden teruggevraagd door aangifte Inkomstenbelasting te doen over het betreffende jaar of door een verzoek om herziening van een aanslag IB te vragen. Raadpleeg een deskundige.

Tip 6
Bij definitieve terugkomst (vestiging) naar Nederland, vooral in de loop van een maand, is er een gerede kans dat het CVZ de inkomensafhankelijke Zvw en AWBZ bijdrage ten onrechte heft over een periode waar de AWBZ en de Zvw verzekeringsplicht van toepassing zijn. Het CVZ hanteert namelijk als peildatum voor het al dan niet meenemen van Nederlands pensioen/uitkering in een maand de verzekeringssituatie van de eerste dag van de maand. Mogelijk houdt het uitkerings/pensioenorgaan de gewone Nederlandse inhoudingen in bij de uitkering over dezelfde maand. Wees alert.
hits=1= / id=1991=