Welk land is verantwoordelijk voor de pensioengerechtigden: Nederland en/of België
In dit artikel wordt de sociale positie van in België wonende pensioengerechtigden beschreven, zoals die vanaf 1 mei 2010 – de invoeringsdatum van de nieuwe Europese verordening 883/2004 – geregeld is. De nationaliteit speelt geen enkele rol in de regelgeving. De nieuwe Europese verordening 883/2004 is de rechtsopvolger van Vo 1408/71.
In de eerste paragraaf wordt de sociale positie beschreven van de pensioengerechtigden vóór en na 1 mei 2010. In de tweede paragraaf wordt beschreven welke pensioenen, uitkeringen en toeslagen exporteerbaar c.q. meeneembaar zijn. In derde paragraaf wordt een overzicht gegeven van een aantal bijzondere uitkeringen, vergoedingen en toeslagen die niet exporteerbaar c.q. meeneembaar zijn. Men moet dan denken aan de zorgtoeslag (Zvw), het persoonsgebondenbudget (PGB-AWBZ), de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG), de toeslag in het kader van de Toeslagenwet (aanvulling op WAO), de Wajong en de koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen. In paragraaf 4 resp. 5 wordt een overzicht gegeven en worden de conclusies getrokken.
1. Welke lidstaat is verantwoordelijk voor pensioengerechtigden?
Onder pensioengerechtigden verstaat men personen met een wettelijke uitkering in verband met invaliditeit, ouderdom, overlijden arbeidsongeval en beroepsziekte. Men moet vanuit de Nederlandse context dan denken aan personen met een AOW-uitkering, Anw-uitkering, WAO/WIA-uitkering en een Wajong-uitkering.
a. Algemene aanwijsregels
In artikel 11 t/m 16 van Vo 883/2004 staan de zgn. algemene aanwijsregels. Pensioengerechtigden vallen via de vangnetbepaling (art. 11, lid 3, onder e Vo 883/2004) onder de wetgeving van het woonland, Er geldt het lex loci domicilii (woonlandbeginsel).
In de ’oude’ Verordening 1408/71 bestond er ook een aparte aanwijsregel voor pensioengerechtigden, te weten: artikel 13, lid 2, onder f van Vo 1408/71. Dit artikel bepaalde dat pensioengerechtigden ofwel onderworpen waren aan de wetgeving van hun laatste werkland (Nederland) ofwel aan de wetgeving van hun woonland (België). Het was dus aan de lidstaat alwaar betrokkene laatstelijk verzekerd was – i.c. Nederland – om te bepalen, waar de pensioengerechtigde verzekerd was. ‘
Tot 2001 bleven alle in België wonende pensioengerechtigden met enkel Nederlandse uitkeringen/pensioenen volledig verzekerd in Nederland. Een in België wonende pensioengerechtigde was verplicht verzekerd voor AOW/Anw/AWBZ/ZFW of AOW/Anw & particuliere ziektekostenverzekering. WAO-gerechtigden waren daarbij ook nog verzekerd voor de Nederlandse werkloosheidswet.
De verzekeringsplicht van de niet meer in Nederland wonende pensioengerechtigden is door de Nederlandse overheid stapsgewijs beëindigd. De mogelijkheid om zich voortgezet vrijwillig te verzekering voor AOW/Anw is deelswijze behouden (art 34 t/m 37 AOW). Deze vrijwillige verzekering voor AOW en/of Anw is destijds beperkt in tijdsduur (10 jaar) en de minimumpremie is aanzienlijk verhoogd. De mogelijkheid om zich vrijwillig voor AWBZ te verzekeren is beëindigd in 2005.
De argumentatie om pensioengerechtigden met Nederlandse wettelijke pensioenen (incl. WAO) niet meer verzekerd te houden in Nederland was, dat het woonland sociaal verantwoordelijk is voor pensioengerechtigden. Hun binding met Nederland is immers minimaal. Waarom zou men deze niet-inwoners nog verzekeren voor de Nederlandse inwonersverzekeringen (AOW/Anw enz.)?
Als gevolg van de invoering van de nieuwe Vo 883/2004 is het niet meer mogelijk om pensioengerechtigden verplicht verzekerd te laten zijn in het voormalig werkland. Exit: lex loci laboris (werklandbeginsel)? Er is echter geen sprake van een volledige en exclusieve toepassing van het lex loci domicilii (woonlandbeginsel).
1.b Bijzondere aanwijsregels (bekostigingsregels)
De verantwoordelijkheid voor pensioengerechtigden is principieel toegewezen aan het woonland. Als gevolg van een historisch compromis tussen de lidstaten is dit echter niet voor de volle 100% procent gerealiseerd. De bekostiging van de medische zorg voor een pensioengerechtigde blijft in een groot aantal gevallen nog de verantwoordelijkheid van het pensioenland (v.m. werkland). Dit is geregeld in de bijzondere aanwijsregels, die staan in artikel 24 t/m 30 van Vo 883/2004.
Men moet voor wat betreft de bijzondere aanwijsregels (bekostigingsregels) een onderscheid maken tussen pensioengerechtigden met enkel Nederlandse pensioenen en pensioengerechtigden met zowel een Nederlands als een Belgische pensioen.
1.b.1 Pensioengerechtigden met enkel Nederlandse pensioen(en): lex loci pensionado
In het geval de pensioengerechtigde geen wettelijk pensioen ontvangt uit zijn woonland (België), geldt dat hij aanspraak heeft op medische zorg in België alsof hij daar verplicht verzekerd zou zijn (art. 24 Vo 883/2004). De bekostiging van deze zorg is echter de verantwoordelijkheid van Nederland (pensioenland). Er geldt voor de bekostiging het lex loci pensionado. Het pensioenland (Nederland) dat verantwoordelijk is voor de financiering van de zorg in België verplicht de pensioengerechtigde om in Nederland een zorgbijdrage te betalen (art. 30 Vo 883/2004). Het Nederlandse CVZ int de zorgbijdrage, die gelijk zijn aan de Zvw/AWBZ-premies vermenigvuldigd met de woonlandfactor voor België.
De achtergrond van deze bijzondere regels is puur economisch. De lidstaten (m.n. de zuidelijke lidstaten) zijn en waren niet bereid om ‘dure buitenlandse’ pensioengerechtigden (uit de noordelijke lidstaten) volledig op te nemen in hun sociaal stelsel.
Voor wat betreft de sociale positie is er in het geval een in België wonende pensioengerechtigde geen Belgische pensioen ontvangt, nog steeds sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de lidstaat (België) waar de pensioengerechtigde woont en lidstaat (Nederland) van waaruit de pensioengerechtigde zijn pensioen ontvangt en zijn zorgbijdrage betaalt.
1.b.2 Pensioengerechtigden met Nederlandse én Belgische pensioen(en): lex loci domicilii
In het geval de pensioengerechtigde naast zijn wettelijk Nederlands pensioen ook nog een pensioen uit zijn woonland (België) ontvangt, geldt dat hij op grond van artikel 23 van Vo 883/2004 naar Belgische recht verzekerd is tegen ziektekosten (incl. Vlaamse zorgverzekering). Het moet dan wel gaan om een Belgisch ouderdomspensioen dat is opgebouwd op grond van werkzaamheden als werknemer, zelfstandige of militair in België.
Voor een pensioengerechtigde met een Nederlands pensioen én een zgn. Belgische intern grensarbeidspensioen geldt, dat zij behandeld worden alsof hij enkel een Nederlandse pensioen zou ontvangen (zie 1.b.2). Nederland heft in dit geval de zorgbijdragen over het Belgische én het Nederlandse pensioeninkomen.
Samenvattend:
– Pensioengerechtigde met enkel Nederlandse pensioen: medische zorg in Nederland én België ten laste van Nederland.
– Pensioengerechtigde met Nederlands én Belgisch grensarbeiderspensioen: medische zorg in Nederland én België ten laste van Nederland.
– Pensioengerechtigde met Nederlands en Belgische pensioen: medische zorg in België ten laste van België
Een in België wonende pensioengerechtigde, die in Nederland resp. België werkzaamheden verricht wordt volledig verzekerd in Nederland resp. België (art. 13 lid 3 onder a van Vo 883/2004). Dit ongeacht de omvang van de werkzaamheden.
Exporteerbare c.q. meeneembare pensioenen/uitkeringen
Op grond van de Nederlandse en Europese wetgeving zijn uitkeringen bij invaliditeit, ouderdom, overlijden exporteerbaar en meeneembaar. Dat betekent dat de AOW-, Anw- en WAO/WIA-uitkeringen zonder beperkingen ontvangen kunnen worden als men in België woont.
De vraag is of dit ook geldt voor de AOW-toeslag voor de jongere partner, de Wajong-uitkering, de toeslag aanvullend op de WAO/WIA-uitkering, het persoonsgebondenbudget (PGB), de zorgtoeslag, de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (m-KOB).
De AOW-toeslag voor de jongere partner is ook exporteerbaar. Deze toeslag wordt beschouwd als een gezinspensioen. De zorgtoeslag is een vrij besteedbare tegemoetkoming, die een verzekerde ontvangt als hij Zvw-premie verschuldigd is voor zijn zorgverzekering. De in België wonende pensioengerechtigde is niet Zvw/AWBZ-verzekerd in Nederland. Echter de bijdrage die hij als pensioengerechtigde op grond van artikel 69, tweede lid, Zvw aan het CVZ verschuldigd is, wordt voor de toepassing van de Wet op de zorgtoeslag (Wzt) aangemerkt als een premie voor een de zorgverzekeringswet. In artikel 3 van de Wet op de zorgtoeslag is geregeld hoe de zorgtoeslag berekend wordt indien betrokkene in het België woont en een CVZ-bijdrage betaalt. Bij de hoogte van de zorgtoeslag wordt rekening gehouden met de woonlandfactor.
De Wajong uitkering, de toeslag aanvullend op de WAO/WIA-uitkering, het persoonsgebondenbudget (PGB), de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (m-KOB) zijn evenwel niet exporteerbaar resp. meeneembaar.
Niet-exporteerbare c.q. meeneembare pensioenen/uitkeringen en tegemoetkomingen
3.a Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties
De Wajong en de toeslag op grond van de Toeslagenwet zijn zgn. bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties. De Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong geeft aanspraak op een minimumuitkering, indien betrokkene voor zijn zeventiende verjaardag arbeidsongeschikt is geworden, en dat op zijn achttiende verjaardag nog steeds is. De verzekering geldt ook voor personen, die tussen hun achttiende en dertigste verjaardag arbeidsongeschikt zijn geworden tijdens een studie. De toeslagenwet (TW) vult het inkomen van o.a. een WAO/Wia-gerechtigde aan tot het Nederlands sociaal minimum op individueel dan wel gezinsniveau. Voor de Wajong en de TW wordt geen premie/bijdrage geheven.
Artikel 70 van Vo 883/2004 regelt wat er verstaan wordt onder bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties. Deze prestaties (uitkeringen) zijn niet exporteerbaar resp. meeneembaar. De Nederlandse Wajong en de Toeslagenwet (TW) zijn bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties. Deze worden niet toegekend aan personen, die in België wonen. Dit betekent ook dat het recht op de Wajong-uitkering en de toeslag (TW) aanvullend op de WIA/WAO beëindigd wordt als de ontvanger in België gaat wonen.
Artikel 70 Vo 883/2004 regelt als keerzijde dat een in België wonende AOW/WAO/WIA-gerechtigde wel aanspraak kan maken op de Belgische bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties, te weten; de Inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap (Wet van 27 februari 1987 zie www.handicap.fgov.be) en de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO Wet van 22 maart 2001 zie www.onprvp.fgov.be)
Er kan geconcludeerd worden dat België als woonland verantwoordelijk is om al zijn inwoners – ook Nederlanders – de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende Belgische prestaties toe te kennen. Verhuist een persoon (terug) naar Nederland dan bestaat er onmiddellijk recht op de Nederlandse bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties (Wajong en TW)
3.b Persoonsgebondenbudget (PGB), tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) en de koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (m-KOB)
3.b.1 Persoonsgebondenbudget (PGB)
Het Nederlandse persoonsgebondenbudget (§ 2.6 AWBZ) is geen uitkering, doch een tegemoetkoming. Een uitkering in de zin van Vo 883/2004 is een vrij besteedbaar bedrag. Het PGB is dit niet, omdat er slechts een budget wordt toegekend als men dit besteedt aan zorg. De in Vlaanderen wonende pensioengerechtigde heeft aanspraak op de wettelijke zorg in België, alsof hij in België tegen ziekte verzekerd zou zijn. Dit impliceert dat hij aanspraak heeft op Belgische zorg in natura c.q. terugbetaling van gemaakte ziektekosten. Er bestaat echter geen aanspraak op de Vlaamse zorguitkering. In dit geval is er sprake van een negatief rechtsconflict. De pensioengerechtigde ontvangt geen Nederlands PGB-tegemoetkoming én geen Vlaamse zorguitkering. Dit probleem kan opgelost worden door de Vlaamse zorguitkering in de zin van Vo 883/2004 te kwalificeren als een uitkering in natura.
3.b.2 Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG)
In Nederland wonende pensioengerechtigden en arbeidsongeschikten hebben recht op de Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Dit is een forfaitaire vergoeding (€ 300) voor hoge ziektekosten. Artikel 2a van de WTCG bepaalt dat degene die niet verzekerd is voor Zorgverzekeringswet, geen recht op een tegemoetkoming. Dit artikel is in strijd met het Europees recht, omdat de WTCG-tegemoetkoming vrij besteedbaar is. Het is in de zin van Vo 883/2004 een exporteerbare uitkering. De Europese Commissie is van mening dat het niet uitbetalen van de WTGC aan inwoners van België in strijd is met het Gemeenschapsrecht. In het geval Nederland de WTCG-tegemoetkoming bij de Europese Commissie aanmeldt als een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties, zal de WTCG wellicht niet geëxporteerd hoeven te worden.
3.b.3 Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (m-KOB)
Op grond van artikel 3 van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen hebben oudere in Nederland wonende belastingplichtigen en oudere buitenlandse belastingplichtigen van wie 90% van het wereldinkomen, na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, in Nederland onderworpen is aan de belastingheffing naar het inkomen, recht op een koopkrachttegemoetkoming (ca. € 35 per maand).
In België wonende pensioengerechtigden, die voldoen aan de 90%- voorwaarde hebben ook recht op de koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen. Echter slechts enige pensioengerechtigden voldoen aan deze voorwaarden. De meeste pensioengerechtigden betalen immers hun (personen)belasting in België.
4. Overzicht
AOW-pensioen Exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België. Aanvullend recht op Belgische Inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Niet meer verzekerd voor Anw. Vrijwillige Anw-verzekering is mogelijk
Anw-pensioen Exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België. Niet meer verzekerd voor AOW/Anw. Vrijwillige AOW en/of Anw-verzekering is mogelijk
WAO/WIA-uitkering Exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België. Niet meer verzekerd voor AOW/Anw. Vrijwillige AOW en/of Anw-verzekering is mogelijk.
AOW-toeslag jongere partner Exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België
Toeslag WAO/WIA (TW) Niet exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België
Wajong uitkering Niet exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België. Behalve als men aansluitend in Nederland blijft werken
Zorgtoeslag Niet exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België. De zorgtoeslag is lager i.v.m. aanpassing aan woonlandfactor
WTCG-tegemoetkoming Waarschijnlijk wel exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België. De Europese Commissie onderzoekt deze kwestie
PGB-tegemoetkoming Niet exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België. Geen recht op Vlaamse zorguitkering bij wonen in Vlaanderen
m-KOB-tegemoetkoming Meestal niet exporteerbaar c.q. meeneembaar naar België; wel als > 90% van het inkomen belast wordt in Nederland
Bij terugverhuizen naar Nederland zal de AOW/Anw/WAO/WIA-gerechtigde onmiddellijk verzekerd worden voor AOW/Anw/AWBZ/Zvw. Hij heeft dan aanspraak op het PGB, de m-KOB- tegemoetkoming, de WTCG-tegemoetkoming, de volledige zorgtoeslag en de Toeslagenwet. Als voldaan wordt aan de voorwaarden bestaat er onmiddellijk rechtop de Wajong.
5. Conclusie
Voor wat betreft de sociale verantwoordelijkheid geldt dat:
a. pensioengerechtigden met enkel Nederlandse pensioenen/uitkeringen sociaal verzekerd zijn in België. Voor wat betreft de medische zorg geldt dat zij aanspraak hebben op medische verstrekkingen in België doch dat Nederland (pensioenland) verantwoordelijk is voor de bekostiging van deze zorg. De pensioengerechtigde moet in Nederland zijn CVZ-bijdragen betalen. Er is sprake van gedeelde verantwoordelijkheid tussen Nederland en België.
b. pensioengerechtigden met Nederlandse én Belgische pensioenen/uitkeringen volledig sociaal verzekerd zijn in België. Voor wat betreft de medische zorg geldt dat zij aanspraak hebben op alle Belgische c.q. Vlaamse verstrekking/uitkeringen en betalen daarvoor in België de ZIV-bijdragen. België is in volle omvang verantwoordelijk voor deze gepensioneerden.
Bij de toepassing van de Europese coördinatievoorschriften mag de nationaliteit uiteraard geen rol spelen. Wanneer men echter groep a met groep b vergelijkt, dan zal groep a voor een zeer groot percentage de Nederlandse nationaliteit hebben. Groep b zal voor een zeer groot percentage uit Belgen bestaan. De facto wordt er een ongewenst onderscheid gemaakt op grond van nationaliteit.
Het probleem van ongelijke behandeling kan opgelost worden door de volledige verantwoordelijkheid voor pensioengerechtigden te leggen bij het woonland. Dit uiteraard ongeacht de nationaliteit. Gelijke behandeling voor pensioengerechtigden betekent derhalve belasting en alle sociale premies – ook de zorgpremies – betalen in het woonland. Gelijke behandeling betekent echter ook stemrecht op het Belgisch provinciaal, gewestelijk en federaal niveau… immers ‘there is no taxation without representation’. Er is nog een lange weg te gaan.
hits=1= / id=1994=