Met ingang van 10 oktober 2010 bestaan de Nederlandse Antillen niet langer. Sinds dat moment zijn niet alleen Aruba, maar ook St. Maarten en Curaçao ieder een afzonderlijk land binnen het Koninkrijk. De kleinere drie eilanden van de voormalige Antillen zijn onderdeel geworden van Nederland.
Het feit dat (onder andere) Curaçao een zelfstandig land binnen het Koninkrijk is geworden, betekent ook dat zij voortaan zelfstandig haar (belasting)wetgeving kan bepalen. En omdat Curaçao zich vlak bij Noord- en Zuid-Amerika bevindt, is het niet meer dan logisch dat ook daar naar wordt gekeken bij het maken van nieuwe wetgeving. Om goed te concurreren met andere landen uit die regio, heeft Curaçao een wettelijke regeling voor de Trust ingevoerd. Curaçao kan nu een (Nederlandstalige) Trust aanbieden, en daarmee de concurrentie aangaan met andere landen uit de West.
In het recht van continentaal Europa (dat is gebaseerd op Romeins recht) is het fenomeen Trust nooit echt van de grond gekomen. Daarnaast zijn er in de praktijk alternatieven voor Trustconstructies bedacht, zoals bijvoorbeeld toepassingen met een stichting: een voorbeeld daarvan is de stichting administratiekantoor: vermogen wordt ten beheer overgedragen aan een stichting.
Maar deze nieuwe Curaçaose Trust is niet alleen interessant voor de Amerika’s, ze biedt ook mogelijkheden voor bijvoorbeeld Nederbelgen. Wij lichten de algemene werking toe.
Wat is de Trust
Landen als Nederland en België kennen de Trust niet in hun wetgeving. Het is een regeling die is ontwikkeld in vooral het Engelse burgerlijk recht en in het recht van landen die hierop zijn gebaseerd, zoals bijvoorbeeld dat van de Verenigde Staten. De Trust is in deze landen een belangrijk fenomeen. Daarom zijn er ook veel verschillende vormen van Trust in de Angelsaksiche wereld.
De Curaçaose variant is de meest bekende vorm van de Trust: de Insteller richt een Trust op waarbij hij vermogen afzondert in de Trust. Bij de Curaçaose Trust maakt het niet uit waar de Insteller woont, dit kan overal ter wereld zijn. Het vermogen in de Trust wordt beheerd door de Trustee. Er kan één Trustee zijn, maar dit kunnen er ook meerdere zijn. Tenminste één Trustee moet wonen of gevestigd zijn te Curaçao. De Insteller kan tegelijkertijd ook (mede-)Trustee zijn. De Insteller kan zijn in de Trust gebrachte vermogen dus (mede) blijven beheren. Bij het instellen van de Trust kunnen al begunstigden (Beneficiaries) worden benoemd tot het vermogen in de Trust, maar dit kan ook onbepaald blijven.
In haar werking lijkt de Trust sterk op de Stichting Particulier Fonds, maar er is een belangrijk verschil: een Stichting Particulier Fonds is een rechtspersoon en een Trust niet: een Trust is een afspraak (overeenkomst).
Deze vorm van Trust houdt dus in dat vermogen wordt afgezonderd met een bepaald doel en/of voor een bepaalde persoon. Dit vermogen wordt beheerd door de Trustee, maar hoort tegelijkertijd niet tot het overige, eigen vermogen van de Trustee. Wat vooral belangrijk is, is dat het vermogen dat door de Trustee wordt beheerd niet vatbaar is voor bijvoorbeeld beslaglegging indien de Trustee failliet zou gaan: het is een afgescheiden vermogen. Tegelijkertijd is het vermogen ook niet meer van de Insteller, die heeft er afstand van gedaan. Het vermogen is een soort “zwevend vermogen” geworden. Dit zou bijvoorbeeld interessant kunnen zijn voor een persoon met beroep met een groot risico op aansprakelijkheden. Deze persoon kan, als Insteller, zijn vermogen inbrengen in de Trust. Hij kan dit vermogen, samen met een Curaçaose Trustee, zelf blijven beheren. Maar door het inbrengen in de Trust behoort het vermogen niet langer tot zijn aansprakelijke vermogen. Hierop kunnen schuldeisers in beginsel geen claim meer leggen.
Voor veel situaties kan een Trust een goede oplossing zijn. Het feit dat de Trust Angelsaksische is en voor ons rechtsstelsel moeilijk is te plaatsen, maakte het gebruik van een Trust moeilijker. Maar Curaçao heeft de ban nu gebroken: Curaçao heeft een flexibele Trustwetgeving gemaakt en opgenomen in het Curaçaose burgerlijk recht. Dit heeft een aantal belangrijke voordelen:
– De regeling is in de Nederlandse taal;
– Omdat Curaçao onderdeel is van het Koninkrijk, moet Nederland de Curaçaose Trust verplicht erkennen;
– De regeling is bij het opstellen ingepast in ons systeem van burgerlijk recht, zodat deze kan worden begrepen vanuit Nederlands of Belgische burgerlijk recht.
Voor wat betreft België geldt nog dat de Trust volgens Belgisch internationaal privaatrecht (ipr) in beginsel wordt erkend. Ook de toepassing van Curaçaos recht daarop wordt erkend, als de keuze hiervoor expliciet wordt gemaakt. Een belangrijk punt is wel dat met een Trust onder Belgisch ipr recht niet kan worden onterfd. Indien de Insteller inwoner was van België, kan een erfgenaam met een beroep op Belgisch ipr vaak toch een beroep doen op zijn erfdeel.
De Trust in het belastingrecht
Net zoals de Trust in haar werking lijkt op de Stichting Particulier Fonds, zijn er ook veel overeenkomsten in de fiscale behandeling.
Te Curaçao is de Trust in beginsel niet belast met inkomsten- of vennootschapsbelasting, tenzij de Trust een onderneming zou drijven. Daarnaast kan de Trust onbelaste uitkeringen doen aan de begunstigden. Net zoals de Stichting Particulier Fonds kan de Trust opteren om te worden onderworpen aan een belastingheffing van 10%. Dit kan vooral in relatie tot Nederland een voordeel zijn. Op een aantal punten in de Nederlandse belastingwetgeving is namelijk opgenomen dat een heffing van minimaal 10% een “redelijke heffing” naar Nederlandse normen is. Indien een Trust belast zou zijn tegen 10% dan heeft dit tot gevolg dat, onder voorwaarden, een aantal Nederlandse anti-misbruikmaatregelen in beginsel niet van toepassing zijn.
In Nederland zal op de Trust (vooral voor de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting) de wetgeving voor afgezonderd particulier vermogen van toepassing zijn. Deze wetgeving komt er in grote lijnen op neer dat het vermogen na inbreng in de Trust toegerekend blijft worden aan de Insteller van de Trust (een soort fiscale transparantie). De Insteller moet dan, als hij in Nederland woont/ belastingplichtig is, inkomstenbelasting betalen over het vermogen in de Trust. Bij een uitkering uit de Trust wordt dit geacht door de Insteller te zijn geschonken (of van de Insteller te zijn geërfd). Als de Trust onderworpen is aan een heffing van tenminste 10% dan kan dit voor de inkomstenbelasting anders zijn.
In België hangen de fiscale gevolgen samen met het “soort” Trust. Daarbij moeten vragen worden beantwoord, zoals: zijn er onherroepelijke begunstigden aangewezen? Kan de Trustee zelfstandig bepalen aan wie uitkeringen worden gedaan? En is het vermogen onherroepelijk in de Trust gebracht of kan de Insteller dit ongedaan maken? De fiscale behandeling zal afhangen van het antwoord op dergelijke vragen. In wezen lijkt dit op het systeem zoals Nederland dit ook had voor de invoering van de specifieke wetgeving voor afgezonderd particulier vermogen.
Afsluiting
Met de introductie van de Curaçaose Trust is deze rechtsfiguur veel toegankelijker geworden. De Curaçaose Trust biedt ook diverse interessante mogelijkheden. In de volgende editie zullen wij aan voorbeelden hiervan aandacht besteden.
hits=3= / id=2047=