Vorig jaar, op 1 juni 2012, trad een nieuwe antimisbruikbepaling in werking voor registratie- en successierechten. Kort gezegd, geeft de nieuwe bepaling aan de ontvanger der registratie- of successierechten het recht om bepaalde rechtshandelingen te belasten overeenkomstig de fiscale bepalingen die naar de geest van de wet van toepassing moeten zijn. De geviseerde rechtshandeling moet met andere woorden een verrichting tot stand brengen waarbij de belastingplichtige zich, in strijd met de doelstellingen van de fiscale wet, buiten het toepassingsgebied van deze wetsbepaling plaatst, en dit louter om een fiscaal voordeel te genieten. Indien er andere dan fiscale motieven aan de rechtshandeling ten grondslag liggen, is er van misbruik in principe geen sprake.
Voor 1 juni 2012 bestond ook al een algemene antimisbruikbepaling, alleen bleef die in de praktijk dode letter omdat de bepaling niet werd toegepast ‘in de privésfeer’. De algemene bewoordingen van de nieuwe bepaling en bijgevolg de mogelijk algemene draagwijdte van het begrip ‘fiscaal misbruik’ zorgde meteen voor beroering en rechtsonzekerheid. Op 19 juli 2012 heeft de fiscus getracht duidelijkheid en enige rechtszekerheid te verschaffen door een circulaire te publiceren met daarin zijn visie over de toepassing van de antimisbruikbepaling in het registratie- en successierecht. Een aantal gebruikelijke planningstechnieken werden onderverdeeld in een ‘verdachte’ en een ‘veilige’ categorie (ook wel aangeduid als een ‘white list’ en een ‘black list’).
Op 16 april 2013 publiceerde de fiscus een nieuwe circulaire over de toepassing van de nieuwe antimisbruikbepaling. De nieuwe circulaire vervangt de oude circulaire volledig.
Testamentaire technieken worden niet langer geviseerd
Opvallend is dat de nieuwe circulaire uitdrukkelijk bepaalt dat in het kader van successierechten en testamenten de testator niet de belastingplichtige is. Bijgevolg kunnen, op basis van de geldende wetteksten, testamentaire bepalingen niet onder de toepassing vallen van de in artikel 106 W.Succ. voorziene antimisbruikbepaling.
Dit heeft concreet tot gevolg dat testamentaire technieken die werden vermeld in de oude circulaire niet langer worden opgenomen in de nieuwe circulaire. Zo werd de techniek van het duo-legaat geviseerd in oude circulaire, in de mate dat er geen substantiële nettobevoordeling was voor het goede doel. In de nieuwe circulaire wordt de techniek van het duo-legaat niet langer vermeld en geviseerd.
In de oude circulaire werd het ‘ik-opa’ testament beschouwd als fiscaal misbruik. Het ‘ik-opa’ testament is een bijzondere vorm van ‘generation skipping’. In een ‘ik-opa’ testament benoemt een grootouder zijn kinderen als algemeen legataris onder last een schuld te erkennen aan hun kinderen (de kleinkinderen van de grootouder). In feite erven de kleinkinderen dus een schuldvordering tegen hun ouder, maar kunnen zij deze schuldvordering pas verzilveren op het ogenblik dat hun ouder (of diens echtgenoot) overlijdt.
De techniek van het ‘ik-opa’ testament zou dus opnieuw een veilige planningstechniek moeten vormen.
Gesplitste aankoop niet meer op de black list
Opvallend is verder dat de fiscus de gesplitste aankoop (vruchtgebruik/blote eigendom) niet langer opneemt op de black list. In de oude circulaire beschouwde de fiscus de gesplitste aankoop immers als fiscaal misbruik indien de ouders vooraf aan hun kinderen het bedrag schenken dat de kinderen nodig hebben om hun blote eigendom te betalen, althans indien er eenheid van opzet aanwezig is.
Deze schrapping van de black list was eerder onverwacht. In de pers werd al snel verkondigd dat de schrapping betekende dat de techniek niet langer geviseerd zou worden door de fiscus. Intussen is evenwel gebleken dat dit een voorbarige conclusie is (zie daarover verder: De gesplitste aankoop van vastgoed: nieuw standpunt vanaf 1 september 2013).
Nieuw op de black list: verzaking aan vruchtgebruik op een onroerend goed gevolgd door een schenking
De fiscus vermeldt slechts één nieuwe verrichting op de black list. Het betreft de verrichting waarbij de langstlevende echtgenoot verzaakt aan het wettelijk vruchtgebruik dat hij verkreeg uit de nalatenschap van zijn echtgenoot op een onroerend goed dat afhing van het gemeenschappelijk vermogen en waarbij hij in dezelfde notariële akte (of binnen een korte tijdspanne) zijn helft volle eigendom in dat onroerend goed aan zijn kinderen schenkt. Dit frustreert volgens de fiscus artikel 131 W.Reg. en vormt, nog steeds volgens de fiscus, een fiscaal misbruik in de zin van art. 18 § 2 W.Reg.
Het feit dat de langstlevende echtgenoot in dezelfde akte (of binnen een korte tijdspanne) de helft die hij in volle eigendom bezit aan zijn kinderen schenkt, laat vermoeden dat er ook voor de helft die hij in vruchtgebruik bezit begiftigingsinzicht aanwezig is en dat de eenzijdige verzaking aan het vruchtgebruik vermoedelijk enkel gebeurde om schenkingsrechten te ontwijken.
Zie Circulaire nr. 5/2013 dd. 10.04.2013
hits=1783= / id=3120=