Sinds 1 augustus 2013 worden beursgenoteerde effecten bij overlijden anders gewaardeerd dan voorheen. Vóór 1 augustus werd hiervoor de prijscourant gebruikt. Deze verschijnt de twintigste van elke maand in het Belgisch Staatsblad en geeft de gemiddelde koers van de vorige maand weer. De waardering op basis van de prijscourant gold voor effecten die op de Belgische beurs genoteerd zijn. Deze gemiddelde maandelijkse beurskoers behoort in dit scenario als waarderingsinstrument voor Vlaanderen tot het verleden.
Sinds 1 augustus wendt men immers de beurswaarde op het tijdstip van overlijden aan om de waarde van dergelijke effecten te kennen. Deze nieuwe regeling werd in het Vlaams Gewest bij decreet van 5 juli 2013 ingevoerd. Het Brussels en Waals Gewest kennen daarentegen nog steeds de waardering aan de hand van de prijscourant.
Het begrip “beurswaarde” wordt in de wet gedefinieerd als de slotkoers die bepaald wordt op basis van de koersinformatie dewelke beschikbaar is in “de gespecialiseerde pers en/of middels gespecialiseerde elektronisch raadpleegbare bronnen”. De waardering volgens deze nieuwe methode heeft betrekking op beursgenoteerde effecten die zowel op de Belgische als op de buitenlandse beurs genoteerd staan.
De aangevers hebben met betrekking tot die beurswaarde een keuzerecht. Hun keuze moet toegepast worden op al de aangegeven waarden. Ofwel nemen ze de beurswaarde op datum van overlijden, ofwel die van één of twee maanden na het overlijden. Dit keuzerecht is exclusief: slechts één tijdstip met de daaraan gekoppelde koers kan gekozen worden voor alle waarden tezamen.
Stel dat er op (één van) die data geen notering (voor bepaalde aan te geven waarden) is, dan moet men de beurswaarde op de eerstvolgende dag waarop er opnieuw een notering wordt vastgesteld (voor die bepaalde waarden) nemen. Bovendien wordt men verplicht om de keuze en de geraadpleegde bron in de aangifte van nalatenschap te vermelden.
hits=1404= / id=3296=