Toch weer groen licht voor de gesplitste aankoop van de vakantiewoning in Knokke of Cadzand ?
Sedert medio 2012 is grote onzekerheid ontstaan over de gesplitste aankoop van een woning door de ouders tezamen met de kinderen. Met name of, danwel onder welke voorwaarden dit nog het gewenste effect sorteerde. Na (5) publicaties van de Administratie binnen 1 jaar, blijkt deze wijze van planning nog immer toepasbaar. Gelet op het huidige prijsniveau van het vastgoed is dit mogelijk thans extra interessant. Onderstaand een update van de huidige stand van zaken.
De gesplitste aankoop in het kort
De klassieke variant van een gesplitste aankoop van een onroerend goed is deze waarbij de ouders het vruchtgebruik en de kinderen de blote eigendom van een onroerend goed aankopen. Aangezien de kinderen veelal niet over voldoende financiële middelen beschikken, wordt de aankoop van de blote eigendom “gefinancierd” door de ouders.
Gedachte is dat bij het overlijden van de ouder(s), het vruchtgebruik van rechtswege vervalt en de kinderen volle eigenaar worden zonder dat er op dit onroerend goed successierechten verschuldigd worden.
Belgische fictiebepaling (art 9)in de Successiewet leidt toch tot heffing ?
Op grond van een specifieke bepaling – artikel 9 W.Succ. – wordt de verkrijging tengevolge van het overlijden bij wijze van fictie in beginsel beschouwd als een (belastbaar) legaat aan de kinderen. Dit behoudens de gevallen waarin de kinderen er in slagen aan te tonen dat de verkrijging geen ‘bedekte bevoordeling’ inhoudt: de kinderen moeten dan bewijzen dat zij over de eigen gelden beschikten om de blote eigendom aan te kopen.
In de praktijk werden de kinderen veelal middels een voorafgaande schenking de eigen middelen verschaft om de blote eigendom te verschaffen. De Minister heeft middels een administratieve beslissing in 2007 nog bevestigd dat bij een voorafgaande schenking geen toepassing zou worden gemaakt van art. 9 W.Succ
Van belang was in de praktijk veelal nog slechts dat de waarde van het bloot eigendom en het vruchtgebruik correct werd vastgesteld.
Rechtsonzekerheid alom
De onduidelijk ontstond toen halverwege 2012 de administratie een lijst publiceerde van (verdachte) rechtshandelingen die als fiscaal misbruik zouden (kunnen) worden beschouwd. Deze lijst vermelde onder meer de gesplitste aankoop met voorafgaande schenking. Een gesplitste aankoop met voorafgaande schenking zou dan ook niet langer aanvaard zijn. Opmerkelijk is dat de administratieve beslissing uit 2007 niet werd ingetrokken.
Begin 2013 werd de lijst uit 2012 evenwel vervangen en staat de gesplitste aankoop niet meer op de zogenoemde zwarte lijst. Wel wordt nog opgemerkt dat voor bepaalde handelingen die niet (meer?) zijn opgenomen, dit niet noodzakelijk inhoudt dat geen sprake is van fiscaal misbruik. Dit dient van geval tot geval te worden beoordeeld.
Vrijwel direct daarna volgt de aankondiging dat de Administratie vanaf 1 september 2013 de gesplitste aankoop met voorafgaande schenking rechtstreeks zal bestrijden op basis van artikel 9 W. Succ. Zij verwijst daarvoor naar de parlementaire behandeling, die volgens de Administratie daartoe voldoende argumentatie biedt.
Deze zienswijze maakt vele reacties los, tengevolge waarvan een nieuw onderzoek, ingesteld door de Minister, resulteert in (alweer) een nieuwe beslissing.
Een voorafgaande schenking zal door de fiscus in principe niet worden aanvaard als tegenbewijs voor de heffing van successierechten ingevolge het wettelijk vermoeden van artikel 9 W.Succ. Niettemin zal een voorafgaande schenking door de fiscus toch als tegenbewijs worden aanvaard voor de toepassing van artikel 9 W. Succ.:
– wanneer de voorafgaande schenking aan de heffing van het registratierecht voor schenkingen werd onderworpen,
– of wanneer wordt aangetoond dat de begiftigde van de schenking vrij over de gelden heeft kunnen beschikken
Er zal derhalve 3% (Vlaams en Brussels Gewest) schenkingsrecht worden geheven, indien de akte moet worden geregistreerd (bijvoorbeeld schenking via Belgische notariële akte) dan wel vrijwillig ter registratie wordt aangeboden (bijvoorbeeld schenking via handgift of overschrijving).
Een voorafgaande schenking die niet werd geregistreerd zal ook nog kunnen worden aanvaard als tegenbewijs. Feitelijk zal dan moeten worden aangetoond dat de schenking en de aankoop geen ondeelbaar geheel vormen. Daarbij zal veel belang toekomen aan de overeenkomsten en de planning.
Nederlands onroerend goed extra interessant ?
Gelet op de het prijsniveau van het Nederlands onroerend goed moge de aankoop van een vakantiewoning aan het Nederlandse deel van de Noordzee of de Drentse bossen thans extra interessant zijn. Temeer nu wel gesteld wordt dat het dieptepunt bereikt is.
Voorts dient in dit kader te worden vermeld dat de registratierechten (in Nederland overdrachtsbelasting) voor (vakantie)woningen slechts 2 % bedraagt. Voor overig vastgoed bedraagt het registratierecht overigens maximaal 6 %.
Daarenboven heeft men op successierechtelijk vlak als niet-inwoner van de Nederlandse fiscus niets meer te vrezen. Sedert 2010 heft de Nederlandse fiscus niet meer bij de verkrijging van Nederlands onroerend goed ingevolge het overlijden van een niet inwoner.
Nederland heft voorts geen inkomstenbelasting over eventueel ontvangen huuropbrengsten. Onafhankelijk van de opbrengsten wordt de vruchtgebruiker en de bloot eigenaar slechts belast op 1,2 % van de respectievelijke waarde van hun aandeel. Een eventuele schuld terzake mag nog in mindering worden gebracht op de waarde en kan zo de heffing nog verder beperken.
Nederbelgen in de 10 jaarstermijn
De Belgisch ingezetene met de Nederlandse nationaliteit die Nederland nog niet 10 jaren (metterwoon) heeft verlaten dient zich echter nog wel bewust te zijn, dat hij nog tot 10 jaren na diens emigratie voor het Nederlands Successierecht (fictief) als inwoner aangemerkt/belast wordt.
Deze dient dan ook nog wel rekening te houden met de vergelijkbare Nederlandse fictiebepaling ( artikel 10 Successiewet). Deze bepaling heeft (ook) als doel te voorkomen dat een erflater tijdens zijn leven vermogen overdraagt aan zijn beoogde erfgenamen waarbij deze zich een levensafhankelijk genotsrecht ten laste van dit vermogen voorbehoudt.
Naturalisatie tot Belg danwel de aanwending van bijkomende planningstechnieken is in dat geval dan ook vereist. Gesplitste aankoop binnen de 10 jaarstermijn vereist mede planning als ware sprake van een Nederlands ingezetene.
Samenvatting en conclusie
Na ruim een jaar van onzekerheid is er wederom duidelijkheid onder welke voorwaarden een gesplitste aankoop met de kinderen mogelijk is. In geval van een voorafgaande schenking kan zekerheid worden “gekocht” door te registeren danwel de overige voorwaarden zorgvuldig in acht te nemen. Door het prijsniveau, de lage registratierechten en het ontbreken van een Nederlandse successieheffing moge Nederlands onroerend goed nu extra interessant zijn. De Nederlander die nog geen 10 jaren uit Nederland is vertrokken dient zich nog wel bewust te zijn van de inwonersfictie, waardoor de gesplitste aankoop bijkomende planning vereist.
hits=895= / id=3302=