Standpunt rulingdienst inzake Belgische private stichting

In Archief by robert

In het jaarverslag 2012 van de Dienst Voorafgaande Beslissingen van de FOD Financiën worden de afgeleverde rulings inzake de fiscale behandeling van de Belgische private stichting besproken. De rulingdienst lijkt daarmee aan te geven dat zij in de toekomst een gelijkaardig standpunt zal blijven innemen.

Registratie- en successierechten
Bij oprichting van een Belgische private stichting zal 7 % registratierecht verschuldigd zijn. De betaling van dit registratierecht sluit de toepassing uit van de ficties uit het Wetboek Successierechten.
Bij een schenking van goederen aan de stichting na de oprichting is slechts een schenkingsrecht verschuldigd wanneer (1) de inbrengen verplicht moeten geregistreerd worden, (2) als de inbrengen vrijwillig worden geregistreerd en (3) als de inbrenger binnen de 3 jaar na zijn niet-geregistreerde inbreng overlijdt. De uitkeringen die de begunstigden tijdens het leven van de sticht(st)er zouden ontvangen, zijn niet onderworpen aan schenkingsrechten.
De uitkering aan begunstigden na overlijden van de sticht(st)er is enkel aan successierechten onderworpen indien de inbreng niet gebeurd is via Belgische notariële akte. Successierechten zijn dan slechts verschuldigd als de inbrenger binnen de drie jaar na de inbreng overlijdt.
De statuten kunnen voorzien dat wanneer het belangeloos doel van de stichting is verwezenlijkt, de stichter of de rechthebbenden een bedrag of goederen kunnen terugnemen. Als de sticht(st)er het bedrag/de goederen terugneemt, dan zal dit onderworpen worden aan successierechten bij zijn overlijden, tenzij hij er anders over beschikt. Als de ontbinding plaatsvindt na het overlijden van de sticht(st)er zullen de sommen en goederen die voortvloeien uit de terugname toegekend worden aan de rechthebbenden. Op dit recht van terugname zijn echter successierechten verschuldigd.

Inkomstenbelastingen
Als de begunstigden geen schuldvordering hebben op de stichting, noch enig recht om enigerlei betaling te eisen, dan vormen de uitkeringen aan de begunstigden geen belastbare inkomsten.
Bij terugname van de goederen door de sticht(st)er na het ontbinden van de stichting is er niets verschuldigd, op voorwaarde dat de waarde van de ingebrachte goederen gelijk is aan de waarde van de goederen op de dag dat ze in de stichting werden ingebracht. Als het teruggenomen bedrag hoger is dan de waarde van de ingebrachte goederen, dan zal het hogere gedeelte moeten aangemerkt worden als belastbare interest. Als de rechthebbenden de goederen terugnemen na ontbinding van de stichting, dan is dat niet belastbaar op voorwaarde dat er successierechten zijn betaald op deze goederen.

hits=1373= / id=3322=