Afstuderen aan universiteit Maastricht onvoldoende voor job bij Stad Antwerpen
De Belgische Lotte Van Boxem, 23 jaar, zag recent een interessante baan bij de stad Antwerpen aan haar neus voorbijgaan. Niet omdat ze niet slaagde voor een sollicitatietest, maar wel omdat haar Nederlands diploma in Vlaanderen niet erkend wordt. Toch studeerde de jonge vrouw vorig jaar af aan de universiteit van Maastricht, afdeling cultuur- en maatschappijwetenschappen. Maar dat volstond blijkbaar niet voor een job als consulent ontwikkelingssamenwerking bij het Antwerpse stadsbestuur. Toch blijft Lotte niet bij de pakken zitten. Ze is zelfs bereid om naar de rechter te stappen, als haar Nederlandse diploma niet snel ook in België erkend wordt.
Eind 2007 solliciteert Lotte Van Boxem uit Lint in de provincie Antwerpen voor de functie van consulent ontwikkelingssamenwerking bij het Antwerpse stadsbestuur. Zij komt na diverse proeven als tweede uit de selectie. Maanden later verneemt ze tot haar verbazing van de stad Antwerpen dat zij niet aanmerking komt voor de functie omdat de erkenning van haar masterdiploma ‘European Science, Society and Technology’ van de universiteit van Maastricht blijft aanslepen.
Positief en negatief
“Het verdrag van Bologna maakt masterdiploma’s geldig in de hele Europese Unie. Maar zelfs een diploma dat net over de grens is behaald, moet in Vlaanderen door minstens twee universiteiten worden goedgekeurd. Mijn masterdiploma uit Maastricht is positief onthaald door de Rijksuniversiteit Gent (RUG), maar werd negatief beoordeeld door de VUB in Brussel. Intussen wacht ik al bijna vijf maanden op het verlossende oordeel van de KU Leuven. Maar als dat ook negatief blijkt, dan kan ik mijn masterdiploma wel in de vuilnisbak gooien”, zucht Lotte Van Boxem. Ze kroop dan maar in haar pen en schreef een open brief om haar onfortuinlijke zaak aan te kaarten. “Ik behaalde zowel mijn bachelor- als masterdiploma aan de Universiteit Maastricht. Vier jaar lang groeide ik als een plant op vruchtbare bodem in het probleemgestuurde onderwijs”, schreef ze. “Na mijn afstuderen werkte ik gedurende acht maanden nog mee aan verscheidene vakken van de faculteit cultuur- & maatschappijwetenschappen en het Center for European Studies. In mei 2007 vertrok ik met mijn diploma’s terug richting thuisland België. Na een periode van reizen werkte ik enkele maanden voor een opdracht op het terrein van communicatiebeleid.“
Verdrag van Bologna
Eind december 2007 kwam voor Lotte echter de grote verrassing. Voor een sollicitatie bij het stadsbestuur van Antwerpen bleek ze zowel een bachelor- en een masterdiploma nodig te hebben, dat door de Vlaamse overheid erkend was. “Ik viel van mijn stoel”, herinnert Van Boxem zich. “Niemand in Maastricht had mij dit verteld. Bovendien dacht ik dat het Verdrag van Bologna universitaire diploma’s die binnen dit Verdrag zijn behaald, geldig maakt over gans de Europese Unie”. Dat bleek niet zo te zijn. “Honderd kilometer van Maastricht kreeg ik de Belgische realiteit in het gezicht gesmeten. Een procedure van maximaal vier maanden stond mij te wachten. Ik deed het knorrend, maar ik deed het. Een instituut, NARIC (National Academic Recognition Information Centre nvdr.) genaamd, kreeg een stapel fotokopieën en zorgvuldig ingevulde formulieren van mij toegestuurd, alsook vier cd-rom kopieën van mijn masterthesis. Mijn bachelor was binnen de drie weken goedgekeurd. Er waren immers “precedenten”, zoals dat heet. Ik werd na lang aandringen toch toegelaten tot de selectieproef bij de Stad Antwerpen en werd van een groep van tientallen deelnemers de tweede kandidaat, na diverse rondes. Officieel konden ze mij echter niet aannemen, want ik had geen erkend masterdiploma. Prachtkans gemist, dankjewel België”, blikt de Nederbelgische studente op de verwikkelingen terug.
Vuilnisbak
Drie Vlaamse universiteiten en hun respectieve onderwijscommissies moesten vervolgens het masterdiploma van Van Boxem, inclusief haar thesis, goedkeuren. Ze merkte dat niet werd meegedeeld op basis van welke criteria dit wel dan niet gebeurde, zowel bij positief als bij negatief resultaat. “Na vijf maanden aandringen bij het NARIC hoorde ik het nieuws: Gent was tevreden maar de Vrije Universiteit Brussel keurde het af. Maar ik had twee goedkeuringen nodig. Ik wacht nu al negen maanden waardoor de maximale duur al tweemaal overschreden is. Het is wachten op de KU Leuven, al sinds mei. De kans is reëel dat Leuven het net als Brussel niet goed vindt en ik dus mijn mooie masterdiploma uit Maastricht in de vuilnisbak kan gooien. Het is tegen de wet, maar België heeft blijkbaar ergens een mooie omweg gevonden, die ik nog ontdekken moet”.
Universiteit van Maastricht
“Net als ik heeft de Universiteit Maastricht hier een groot probleem: de geloofwaardigheid van haar diploma’s in België. Vooral de nieuwere masterdiploma’s die aansturen op een overheidsfunctie lopen gevaar. Maar het probleem kan zich stellen voor elk Maastrichts diploma dat geen “precedent” heeft bij het NARIC. De faculteit cultuur- & maatschappijwetenschappen neemt dit probleem wel serieus, maar blijft steken op haar eigen beleidsniveau voor een oplossing. Dit is geen facultair probleem. Dit is een probleem voor het college van bestuur en eigenlijk voor de Nederlandse minister van Onderwijs. Want vrachtenvol Vlaamse studenten studeren momenteel af in Nederlandse masterstudies”. Lotte Van Boxem richt het woord dan ook rechtstreeks tot haar eigen universiteit: “Uw geloofwaardigheid voor huidige en toekomstige Belgische studenten en voor andere studenten uit Maastricht die in België willen gaan werken, staat hier op het spel”.
Opheldering
De Universiteit Maastricht (UM) is vast van plan om in Vlaanderen om opheldering te vragen over de erkenning van diploma’s door met name overheidswerkgevers. Ondanks verschillende internationale en onderlinge afspraken lopen veel studenten tegen een muur op als ze hun Nederlandse diploma in België willen laten erkennen. Bij de Universiteit Maastricht kan Lotte Van Boxem alvast op steun rekenen, want daar zitten ze ook bijzonder verveeld met de zaak. Na een eerste contact bij de Universiteit Maastricht blijkt dat het om meerdere studenten gaat die klagen. En volgens welingelichte bronnen zou het een probleem zijn, dat op zowat alle universiteiten in Nederland speelt. Bij de faculteit cultuur- en maatschappijwetenschappen aan de Universiteit Maastricht is nog één ander recent geval bekend die dergelijke moeilijkheden heeft ondervonden: een masterstudent cultuur, beleid, behoud en beheer. Uiteindelijk is het goed afgelopen: ze heeft een promotieplek in Leuven gekregen.
Protectionisme
“Schandelijk protectionisme”, vindt rector Gerard Mols van de Maastrichtse Universiteit, “Onze universiteit geeft enkel opleidingen die door het Nederlands-Vlaams Accreditatie Orgaan (NVAO) zijn erkend. Toch vraagt de Vlaamse overheid nog een goedkeuring voor de diploma’s. Ik heb daar maar één woord voor en dat is protectionisme”.
Rector magnificus Gerard Mols van de Universiteit Maastricht contacteerde inmiddels de betrokken instanties, waaronder het Nederlandse ministerie van Onderwijs, de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en de vereniging van Nederlandse universiteiten VSNU. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie is een bij verdrag tussen Nederland en Vlaanderen opgerichte publieke binationale instelling die in beide regio’s de kwaliteit van het hoger onderwijs waarborgt. Karl Dittrich, de voorzitter van het Nederlands Vlaams Accreditatie Orgaan reageert eerder kalm. Volgens hem twijfelen zijn Vlaamse NVAO-collega’s niet aan het niveau van Nederlandse diploma’s. “Het is eerder een politieke kwestie. Er zijn namelijk regels binnen het Vlaamse openbare bestuur die verplichten om de inhoud van buitenlandse diploma’s te vergelijken met Vlaamse. Stel dat de gemeente Antwerpen vraagt om een communicatieadviseur met een opleiding communicatiewetenschappen en er meldt zich een afgestudeerde met een Nederlands masterdiploma cultuurwetenschappen, die denkt te voldoen aan de inhoudelijke eisen van de functie. Op dat moment moet de gemeente laten onderzoeken of de gevolgde master inhoudelijk voldoet voor de betreffende functie. En daar gaat de NVAO niet over”, aldus Dittrich.
Toch is de kous voor hem hiermee niet af. “Ik vind niet dat we nu géén probleem hebben. Als deze twee landen al niet in staat zijn om de erkenning van elkaars diploma’s soepel te regelen, hoe moet dat dan in de hele Europese Unie? Daar word ik wel wat somber van. Ik ga dit punt komende december op de agenda van de halfjaarlijkse vergadering met de Nederlandse en Vlaamse ministers van Onderwijs zetten”, besluit de NVAO-man.
hits=2089= / id=3332=