Werkt u voor een Nederlandse werkgever? Dan heeft u pech. Waarschijnlijk krijgt u te maken met dubbele belastingheffing. Hoezo dat dan?
Belastingheffingsbevoegdheid is verdeeld
Nederland en België hebben onderling afgesproken dat ieder land belasting mag heffen over (het loon in verband met) de in het eigen land verrichte arbeid. De fysieke aanwezigheid van de werknemer in een land (tijdens de uitoefening van de dienstbetrekking) is bepalend voor het antwoord op de vraag welk land heffingsbevoegd is. Voor zover is gewerkt in België, is België heffingsbevoegd. Voor zover is gewerkt in Nederland (of een ander land), is Nederland (of dat ander land) heffingsbevoegd. Aan betrokkene de schone taak een gedetailleerd logboek bij te houden van waar hij/zij fysiek zijn/haar dienstbetrekking vervult.
Bijvoorbeeld
Als betrokkene van huis uit inlogt op het bedrijfsnetwerk is voor (de beloning van) die werkzaamheden het woonland heffingsbevoegd. De betrokkene is immers werkzaam in het woonland. Dat digitaal wordt ingelogd in het andere land is irrelevant; de fysieke aanwezigheid is bepalend.
Welke werkzaamheden tellen?
Als betrokkene feitelijk een logboek moet bijhouden van wanneer hij waar zijn dienstbetrekking vervult, is primair van belang te weten welke werkzaamheden meetellen als ‘uitoefening van de dienstbetrekking’. Volgens de Hoge Raad moet hierbij rekening worden gehouden met “alle in het kader van de dienstbetrekking overeengekomen werkzaamheden. Werkzaamheden die louter ondersteunend of ondergeschikt zijn aan de hoofdtaak en die buiten de contractueel overeengekomen arbeidsuren worden verricht zullen, behoudens andersluidende afspraken, in het algemeen niet tot de werkzaamheden behoren waarvoor het loon wordt toegekend.” Ook tellen niet mee de “andere in de ‘eigen’ tijd verrichte werkzaamheden”.
Bijvoorbeeld
Ziektedagen tellen als werkdagen en worden – normaal gesproken – fysiek doorgebracht in het woonland. Beschikbaarheidsdiensten (wachtdiensten en dergelijke) tellen ook mee.
Vakantiedagen daarentegen tellen dan weer niet mee. Deze zijn geen onderdeel van de vervulling van de dienstbetrekking. Of officiële feestdagen meetellen is de vraag. Vroeger telden deze ook niet mee. In de uitspraak van 22 november van de Hoge Raad worden de feestdagen niet meer uitgesloten, waardoor deze wel meetellen als ‘uitoefening van de dienstbetrekking’. Dit lijkt mij een vergissing.
Toerekening salaris aan relevante werkzaamheden
Als werkgever en werknemer samen geen afspraken hebben gemaakt over toedeling van het salaris aan bepaalde werkzaamheden – hetgeen gebruikelijk is – moet het gehele salaris tijdsevenredig worden toegerekend aan alle werkzaamheden. Hier komt het eerder genoemd gedetailleerd logboek weer om de hoek.
Praktijk
Ideaal gesproken zal het logboek volledig en gedetailleerd gevuld zijn. Tot zover de theorie, want in de praktijk zal er geen logboek zijn. Dan komt het erop aan achteraf zoveel mogelijk duidelijk te maken wáár hoeveel gewerkt is.
Volgens de internationaal gebruikelijke benadering zou
– (woonland) België belasting mogen heffen over het wereldwijd verdiend inkomen, verminderd met het (door belastingplichtige te bewijzen) in het buitenland verdiend looninkomen;
– en (bronland) Nederland zou (of ander niet-woonland) belasting mogen heffen over het in Nederland (of ander niet-woonland) verdiend looninkomen.
Bij deze (internationaal geaccepteerde) benadering mag (bronland) Nederland (slechts) heffen voor zover de werkzaamheden ín Nederland zijn verricht. Nederland zou dan dus op zoek moeten gaan naar de ín-Nederland verrichte werkzaamheden. Maar wat doet de Nederlandse wetgever en daarmee ook de Nederlandse Hoge Raad? Die gaan op zoek naar de niet-ín-Nederland verrichte werkzaamheden, om vervolgens te concluderen dat de resterende werkzaamheden dan wel ín Nederland zullen zijn verricht.
Praktijk
In het maart-nummer van NederBelgischMagazine schreef ik over een praktijksituatie. Ondertussen heeft de Hoge Raad zich ook hierover gebogen (Hoge Raad 22 november 2013, zaaknummer 13/00351, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2013:1261). Hoe ziet de casus er (vereenvoudigd) ook al weer uit?
Inge woont in België en werkt (voor haar in Nederland gevestigde werkgever/bank) in zowel België als Nederland. Op woensdag werkt zij vanuit huis. De andere dagen werkt zij voor het overgrote deel in Nederland en een beetje in België.
Zoals gezegd ging de Hoge Raad niet op zoek naar de ín-Nederland verrichte werkzaamheden, maar naar de ín-België verrichte werkzaamheden. Bij gebrek aan een gedetailleerd logboek waren maar weinig ín-België verrichte werkzaamheden te vinden. De Hoge Raad vond als relevante Belgische werkzaamheden (op aangeven van Inge) slechts:
– klantbezoek (in België)
– voorbereiding van klantbezoek (thuis in België)
– telewerken (thuis in België)
Tegelijkertijd rekende de Hoge Raad niet tot de (overeengekomen) werkzaamheden:
– kantoorbezoek (nevenvestiging in België) !!
– zakelijke telefoongesprekken (thuis in België)
– bestuderen vakliteratuur (thuis in België)
– voorbereiding (verplichte) cursussen (thuis in België)
– woon-/werkverkeer (voor zover in België)
Dubbele belasting
Uren welke niet aan een land zijn toegerekend (omdat in de praktijk niemand een volledig sluitend logboek heeft) worden – mijns inziens niet terecht – belast door Nederland als ware zij verricht in Nederland. Ook België zal die niet-toegewezen uren – mijns inziens wel terecht – belasten. De (deels) dubbele belasting is daarmee een feit.
Kanttekening
Nederland lijkt moeite te hebben invulling te geven aan het ‘nieuwe werken’. Door vast te klampen aan ‘overeengekomen werkzaamheden’ en ‘eigen tijd’, wordt miskend dat werken steeds minder plaatsvindt op vaste tijden en plaats. Werken vindt niet meer alleen plaats van 9 tot 5 op een vaste werkplek. Kijk maar eens om 7 uur of 19 uur in de trein van Brussel naar Rotterdam. En wat te denken van werknemers met een mobieltje van de zaak en een visitekaartje (van de zaak) met daarop het mobiel telefoonnummer? Dit dient toch om buiten kantooropeningstijden bereikbaar te zijn? GSM en mobiele dataverbindingen hebben arbeidstijd en –plaats veranderd. Door de tijdsevenredige toerekening te baseren op vaste werkuren (op een vaste plaats) wordt de realiteit miskend.
En om te oordelen dat bestuderen van vakliteratuur en cursusvoorbereiding (van een wel tot de werktijd behorende cursus) niet tot de uitoefening van de dienstbetrekking behoort, vind ik vreemd.
Conclusie
Werknemers staan voor een keuze. Ofwel specifieke afspraken maken met de werkgever over welke beloning wordt toegekend aan welke werkzaamheden. Ofwel een gedetailleerd logboek bijhouden met daarin waar en wanneer welke werkzaamheden in verband met de dienstbetrekking worden verricht.
Als dit zorgvuldig wordt ingevuld is het risico van dubbele heffing geweken en komt zelfs een aantrekkelijke kant in beeld: salary split. De belastingheffing kan worden geoptimaliseerd tussen twee landen.
hits=3415= / id=3356=