Deze zaak betreft een technische vraag, die voor de praktijk wel heel belangrijk is. Het gaat hierbij om de manier waarop Nederland voorkoming van dubbele belasting moet verlenen bij niet-inwoners die kiezen voor de fictief binnenlandse belastingplicht.
De keuzeregeling en de hypotheekrenteaftrek werken namelijk het meest optimaal voor personen waarvan al het box 1-inkomen aan Nederland is toegewezen. Bij personen die ook inkomen hebben waarover België mag heffen is dat anders. De Nederlandse systematiek heeft dan tot gevolg dat voor hen de hypotheekrenteaftrek wordt beperkt naar rato dat zij niet box 1-inkomen hebben waarover Nederland niet mag heffen.
Vanwege het feit dat zij in België belastbaar inkomen hebben, worden zij dus anders (slechter) behandeld. De vraag was of dit onderscheid zou zijn toegestaan. De Hoge Raad komt in een tweetal zaken tot de conclusie dat dit onderscheid gemaakt mag worden.
Het arrest van de Hoge Raad laat de huidige wettelijke regeling tot zover dus in stand. Het is daarbij wel zo dat sinds kort de uitkomst wel gunstig uit zou vallen voor belastingplichtigen waarvan 90% van het inkomen in Nederland belast is. Zij krijgen niet met de nadelen van deze regeling meer te maken. Vervolgens zal naar verwachting per 2015 de keuzeregeling komen te vervallen en vervangen worden door een geheel nieuwe regeling.
Hoge Raad, 31 januari 2014
hits=545= / id=3484=