Wij hebben al vaak geschreven over belastingheffing en over de regels die bepalen welk land over verschillende soorten inkomen mag heffen. Deze regels zijn afgesproken in belastingverdragen die verschillende landen met elkaar sluiten. Zowel België als Nederland hebben met veel landen belastingverdragen gesloten. Dit uitgebreide netwerk van verdragen zorgt er voor, dat er vaak snel duidelijkheid is over welk land mag heffen over een “soort” inkomen.
Maar wij krijgen ook geregeld vragen over sociale zekerheid en verzekeringsplicht. Daarom is het tijd voor een overzicht. In deze bijdrage gaan wij in op hoofdregels om te bepalen onder het stelsel van welk land iemand verzekerd is in verschillende situaties: als werknemer, als zelfstandige en als gepensioneerde. Let wel, deze regelingen kennen helaas ook uitzonderingen, die wij hier niet altijd kunnen beschreven. Met dit artikel kunt u zich een goed beeld vormen van de meest voorkomende gevallen, maar laat u zich bij twijfel vooral goed adviseren.
Algemeen: Hoe wordt de verzekeringsplicht voor de sociale zekerheid bepaald?
Zoals er belastingverdragen zijn, bestaan er ook verdragen voor de sociale zekerheid. Dit zijn er alleen niet veel: Nederland heeft bijvoorbeeld met slechts vier landen een verdrag gesloten, namelijk met Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en de VS.
Binnen Europa is een verdrag tussen landen ook niet noodzakelijk, omdat voor alle landen van de EU al geruime tijd een regeling bestaat. Deze Europese regeling (een Verordening) bepaalt voor verschillende situaties onder welk sociaal zekerheidsstelsel iemand valt. Deze regeling was Verordening nr. 1408/71, maar is sinds 1 mei 2010 vervangen door een nieuwe Verordening met nr. 883/2004. De nieuwe Verordening is uitgebreider en geeft daardoor meer duidelijkheid, maar wijkt niet sterk af van de oude Verordening. Omdat de nieuwe Verordening nu in veel gevallen al van toepassing zal zijn, gaan wij in deze bijdrage hoofdzakelijk in de op regels van de nieuwe Verordening.
Werken in loondienst
Deze situatie speelt als iemand in land A woont en in land B werkzaamheden in dienstbetrekking verricht. In hoofdregel is deze werknemer dan sociaal verzekerd in zijn werkstaat. Dit is ook het land dat de inhoudingen op het loon toe gaat passen. In ons voorbeeld is de werknemer sociaal verzekerd in land B (werkstaat).
Echter, in deze moderne tijd blijkt de werknemer een deel van zijn werkzaamheden ook thuis in land A te verrichten. Feitelijk werkt de werknemer dan in twee landen. Onder de oude Verordening zou dit direct kunnen leiden tot een overgang van de sociale zekerheid van land B terug naar land A. Dit is veranderd onder de nieuwe Verordening. Die stelt dat de sociale zekerheid blijft in land B (werkstaat), behalve in het geval de werkzaamheden in de woonstaat substantieel worden. Dit houdt in dat 25% of meer van de gewerkte uren in de woonstaat worden gemaakt. Pas dan is de connectie met de woonstaat sterk genoeg om de sociale zekerheid over te laten gaan.
Tenslotte is er nog een belangrijke uitzondering voor ambtenaren. Deze blijven sociaal verzekerd in het land waarbij zij in dienst zijn, ook al werken ze in het buitenland.
Detachering
Detachering kan worden gezien als een tijdelijke uitzondering op de hoofdregel. Deze uitzondering is gemaakt om het voor zowel de werkgever als de werknemer eenvoudiger te maken om grensoverschrijdend te werken. Het doorbreekt de regel dat iemand verzekerd is daar waar hij zijn werkzaamheden verricht. Als deze werkzaamheden in detachering niet langer dan 24 maanden duren, kan de werknemer namelijk verzekerd blijven in zijn “normale” werkstaat, wat dan meestal ook zijn woonstaat is. De werknemer krijgt dan niet te maken met snelle wisselingen van verzekeringsland. Deze termijn van 24 maanden kan op verzoek worden verlengd tot in totaal 5 jaar.
Werken anders dan in loondienst (zelfstandige)
Een voorbeeld van een situatie van werken anders dan in loondienst is als ondernemer. Indien de ondernemer zijn onderneming heeft in land B (en daar ook werkt), maar woont in land A, dan geldt ook hier dat er verzekeringsplicht is in de werkstaat (land B).
Daarnaast geldt ook hier dat als er werkzaamheden worden verricht in zowel de woonstaat als de werkstaat in hoofdregel de werkstaat voor gaat. Alleen op het moment dat 25% of meer van de werkzaamheden plaatsvinden in de woonstaat, gaat de sociale zekerheid over naar het woonland.
Werken in loondienst en anders dan in loondienst
Een situatie die ook steeds meer voorkomt, is dat iemand naast de dienstbetrekking ook een eigen bedrijf heeft. Een voorbeeld: mevrouw Y woont in land A. Zij is in dienstbetrekking bij een werkgever in land B. Naast deze dienstbetrekking heeft zij aan huis een eigen bedrijf(je). Haar bedrijf bevindt zich dus in land A. In deze situatie is er sprake van werkzaamheden in loondienst in land B en werkzaamheden anders dan in loondienst in land A. In zo’n geval geldt de regel dat een dienstbetrekking voor gaat op werkzaamheden anders dan in dienstbetrekking. Dat wil zeggen dat mevrouw Y verzekerd is in land B. Het maakt niet uit hoeveel tijd zij aan haar dienstbetrekking besteed of aan het bedrijf. Ook al zijn de uren voor de dienstbetrekking in land B beperkt, dan nog blijft zij daar verzekerd. De 25%-regel geldt hier dus niet.
Gepensioneerden
Gepensioneerden zijn in hoofdregel verzekerd in het land waar zij wonen. Dit is anders op het moment dat zij hun pensioenuitkeringen niet uit hun woonland krijgen, maar vanuit een ander land. De (financiële) band met het woonland wordt dan minder, waardoor de gepensioneerde verzekerd zal zijn in het land van waaruit de gepensioneerde zijn inkomen ontvangt.
Als deze gepensioneerde echter pensioen krijgt uit zijn woonland, dan is hij doorgaans daar verzekerd, ook al is dat pensioen heel laag. Als een Nederlandse gepensioneerde in België woont en alleen AOW en een bedrijfspensioen uit Nederland ontvangt, dan is hij verzekerd in Nederland. Als deze gepensioneerde daarnaast ook nog een Belgisch staatspensioen zou ontvangen, ook al is het een klein bedrag, dan gaat de verzekering over naar België.
En wat tenslotte als deze gepensioneerde geen pensioen ontvangt is zijn woonland, maar wel uit meerdere vroegere werkstaten, bijvoorbeeld Nederland en Frankrijk? In dat geval is uitgemaakt dat hij verzekerd is in het land waar hij het langst sociaal verzekerd is geweest voor ouderdomspensioen. Als er sprake is van het meeste jaren verzekerd in Nederland, dan wordt deze gepensioneerde sociaal verzekerd in Nederland.
hits=165= / id=3606=