De nieuwe Vlaamse Minister van Financiën Turtelboom heeft intussen haar beleidsnota bekendgemaakt. De beleidsnota licht een tipje van de sluier op aangaande de nieuwe fiscale maatregelen die werden aangekondigd in het regeerakkoord.
a) Aanpassing van het verdeelrecht
Vanaf 1 januari 2015 betalen koppels die uiteen gaan nog hoogstens 1 procent verdeelrecht op het onroerend goed dat zij naar aanleiding van hun breuk verdelen of waarvan zij afstand doen. De Minister wil daarmee de financiële lasten beperken voor mensen die zich in een echtscheidings-situatie bevinden of die net een stopzetting van een wettelijke samenwoning achter de rug hebben.
b) Aanpassing van het verkooprecht: afschaffing klein beschrijf?
Het Vlaamse Regeerakkoord wil de registratierechten budgetneutraal vereenvoudigen. Daartoe zullen de bestaande gunstmaatregelen in het verkooprecht geheroriënteerd worden naar een globaal lager tarief voor de enige en eigen gezinswoning. Momenteel is de verkoop van niet-nieuwe onroerende goederen in het Vlaams Gewest onderworpen aan een verkooprecht van 10%. Betreft het een woning met een laag kadastraal inkomen (in beginsel een niet-geïndexeerd K.I. van minder dan 745 euro), dan geldt een verkooprecht van 5% (het zogenaamde klein beschrijf). Dat klein beschrijf zal wellicht verdwijnen ten gunste van een globaal lager tarief voor iedereen.
c) Schenkingsrechten op bouwgronden en mogelijke aanpassing van de schenkbelasting op andere onroerende goederen
De Minister wil positieve maatregelen nemen om meer bouwgronden te activeren. De verlenging van het verlaagd tarief voor schenkingen van bouwgronden kadert daarin. Zonder verlenging zou deze maatregel eind 2014 aflopen.
Daarnaast wil de minister de schenkbelasting voor andere onroerende goederen hervormen door de invoering van redelijke en eenvoudige tarieven. De invoering in 2004 van de vlakke tarieven van 3 en 7% voor de schenking van roerende goederen was een groot succes. Sinds 1 januari 2004 werden al meer dan 111.000 akten geregistreerd. Dankzij deze vlakke tarieven worden belangrijke roerende kapitalen sneller geactiveerd en geïnjecteerd in de economie.
Voor de schenking van onroerende goederen gelden nog steeds de progressieve tarieven die oplopen tot 30% in rechte lijn en tussen echtgenoten en samenwonenden, tot 65% tussen broers en zussen, tot 70% tussen ooms, tantes, neven en nichten en tot 80% tussen alle anderen. Uit de praktijk blijkt dat er door de hoge schenkingstarieven weinig schenkingen van onroerende goederen plaatsvinden. Een erfenis met betaling van de successierechten is vaak voordeliger. Een vereenvoudiging van de tarieven zou een dynamiek in de onroerende schenkingen op gang kunnen brengen, maar er moet eerst worden bekeken of er budgettaire ruimte bestaat om dit door te voeren.
d) Modernisering van schenkings- en successierechten
De administratie zal onderzoeken hoe men de successierechten kan moderniseren en afstemmen op hedendaagse samenlevingsvormen, met aandacht voor het familiale aspect. Daarbij wil men de ontwikkelingen in het burgerlijk recht die de nieuwe federale regering aankondigt nauwlettend volgen, onder meer omwille van de budgettaire impact ervan op de erfbelasting. Het erfrecht en het huwelijksvermogensrecht zullen immers worden hervormd, rekening houdend met maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe samenlevingsvormen.
Aangezien de successie- en schenkingsrechten gedurende de afgelopen legislaturen meer en meer op elkaar zijn afgestemd, wil de Minister tegelijkertijd nagaan of de resultaten van het onderzoek voor de erfbelasting met betrekking tot een afstemming op de huidige maatschappelijke context, ook gelden voor de schenkbelasting.
e) Successierechten voor verzamelaars
De Minister wil samen met de collega bevoegd voor Cultuur onderzoeken of er fiscale stimuli kunnen worden ontwikkeld inzake de erfbelasting om het behoud van cultureel waardevolle goederen te stimuleren. Op dit ogenblik bestaat reeds de mogelijkheid om in bepaalde gevallen de erfbelasting te betalen door middel van kunstwerken. De wetgever wou met die mogelijkheid de aantasting van het Belgisch kunstpatrimonium tegengaan. Deze regeling zal worden opgenomen in de VCF, zodat het Vlaamse Gewest ook na 1 januari 2015 zal blijven beschikken over een regeling voor de inbetalinggeving van kunstwerken.
Momenteel wordt echter weinig gebruik gemaakt van deze regelgeving. Er kan daarom gedacht worden aan fiscale voordelen voor erfgenamen, legatarissen of begiftigden die een concreet maatschappelijk engagement opnemen, bijvoorbeeld door het culturele goed niet te vervreemden en kosteloos ter beschikking te stellen van Vlaamse musea.
f) Rechtszekerheid voor de belastingplichtige
Vanaf 1 januari 2015 is de federale rulingdienst niet langer bevoegd om nog rulings af te leveren inzake de erfbelasting en schenkbelasting. De Minister zal er inzake de ruling, op toezien of het juridische kader van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) – waarin geen rulingdienst voorzien is – voldoende garanties biedt om de nieuwe uitdagingen aan te gaan en voor voldoende rechtszekerheid ten aanzien van de belastingplichtigen te zorgen.
Als de maatschappelijke nood tot meer rechtszekerheid naar boven komt, dan zal de Minister een rulingdienst inrichten, zowel in het belang van de belastingbetaler als van de Vlaamse overheid zelf, voor wie een correcte, niet-bediscussieerde, transparante belastingzetting van even grote waarde is.
De minister bevestigt overigens dat geen rechtsonzekerheid mag bestaan met betrekking tot rulings die afgeleverd werden in het verleden. Afgeleverde rulings hebben in principe een geldigheidsduur van 5 jaar, behoudens in bijzondere gevallen. Zo werden rulings inzake successierechten steeds afgeleverd tot aan het overlijden van de aanvrager. De Vlaamse Belastingdienst zal de op 1 januari 2015 geldende beslissingen respecteren, voor zover de grondslag ervan niet door de incorporatie in de VCF verwijderd is.
hits=202= / id=3717=