Vlaamse rulingdienst nu toch in aantocht

In Archief by robert

Sinds 1 januari 2015 is Vlaanderen bevoegd voor de inning en invordering van de registratie- en successierechten. Dat heeft tot gevolg dat de federale rulingdienst niet langer rulings kan afleveren over de Vlaamse schenk- en erfbelasting. Voor de burger die rechtszekerheid wenst te krijgen over een voorgenomen transactie was dit een ongunstige situatie. De Vlaamse Minister van Begroting stond aanvankelijk weigerachtig tegenover de oprichting van een officiële Vlaamse rulingdienst, omwille van het beperkt aantal rulingaanvragen over de registratiebelasting (onder meer schenkbelasting) en erfbelasting. Eerder kondigde de Minister aan dat men via de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) duidelijkheid zou kunnen krijgen over een specifieke vraag via een procedure van de zogenaamde ‘interpretatieve beslissingen’. Maar uit een evaluatie blijkt dat die oplossing niet voldoet omdat ze geleid heeft tot anonieme en hypothetische vragen, wat niet de bedoeling is.

De Vlaamse regering werkt momenteel aan een reparatiedecreet inzake de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) met een aantal technische wijzigingen. In dat reparatiedecreet komt er ook een systeem van formele Vlaamse rulings in de schoot van Vlabel. Daarnaast wordt ook gewerkt aan een regeling voor de samenwerking met de federale rulingdienst in ‘gemengde’ dossiers. Gemengde dossiers hebben betrekking op vragen die zowel handelen over federale inkomstenbelastingen, als regionale belastingen (schenk- en erfbelasting).

Een belangrijk verschil met de federale rulingdienst is dat de Vlaamse rulingdienst niet autonoom zal werken. De kleinschaligheid van Vlabel zou volgens de regering echter geen andere keuze laten, maar het doet wel vragen rijzen inzake de onafhankelijkheid van de Vlaamse rulingdienst. Los daarvan vertoont de voorgestelde regeling veel gelijkenissen met de federale rulingdienst:
–    het betreft eveneens ‘voorafgaande beslissingen’, er kunnen alleen vragen gesteld worden over een situatie of verrichting die fiscaal nog geen uitwerking heeft gehad;
–    het verbod om vrijstelling of vermindering van de belasting toe te kennen;
–    de verplichting om kopieën toe te voegen van buitenlandse rulingaanvragen en rulings over hetzelfde onderwerp;
–    zolang de beslissing niet is genomen, kan men vragen om de aanvraag aan te vullen;
–    een streeftermijn van drie maanden (voor het afleveren van de beslissing);
–    de gevallen waarin de ruling niet (meer) geldig is (bijvoorbeeld bij nieuwe wetgeving of wijziging van de situatie);
–    het feit dat een ruling in principe maximaal vijf jaar geldig blijft.

De praktijk zal moeten uitwijzen of men naar analogie met de federale rulingprocedure op anonieme basis een prefiling kan vragen. De afgeleverde rulings zouden anoniem gepubliceerd worden op de website van Vlabel. Volgens het ontwerp zal de Vlaamse rulingdienst in gemengde dossiers een ‘bindend advies’ afgeven aan de federale rulingdienst, die dat advies dan overneemt in een gezamenlijke ruling.

De regeling zal wat de Vlaamse rulings betreft in werking treden op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad. De datum van inwerkingtreding voor gemengde dossiers zal later nog vastgelegd worden door de Vlaamse regering (na uitwerking van een protocol tussen de FOD Financiën en Vlabel).

hits=15= / id=3882=