Er wonen in België heel wat belastingplichtigen die een Nederlandse AOW-uitkering genieten. De AOW-uitkering wordt algemeen omschreven als een basispensioen dat op grond van de Algemene Ouderdomswet dd. 31 mei 1956 wordt uitgekeerd aan mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt.
België
Op grond van artikel 18 van het dubbelbelastingverdrag gesloten tussen België en Nederland is de heffingsbevoegdheid ten aanzien van de AOW-uitkering toegewezen aan de woonplaatsstaat. Dit betekent dus dat België heffingsbevoegd is over de AOW die Nederbelgen ontvangen. De Belgische fiscale bepaling, artikel 34, §1, 1° WIB 1992, stelt belastbaar “de pensioenen en lijfrenten of tijdelijke renten, alsmede als zodanig geldende toelagen, die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid”.
Niet belastbaar
In november 2007 oordeelde het Hof van Beroep te Antwerpen dat de AOW-uitkering niet belastbaar is als pensioen in de zin van artikel 34, §1, 1° WIB 1992 omdat de AOW wordt toegekend op basis van inwonerschap van Nederland, in tegenstelling tot België waar het pensioen wordt opgebouwd op grond van gepresteerde dienstjaren. Volgens het Hof is er geen sprake van een rechtstreeks of onrechtstreeks band met de beroepswerkzaamheid.
In concreto, belastbaar
De Belgische belastingadministratie was het niet eens met deze uitspraak en tekende met succes cassatieberoep aan. De zaak werd doorverwezen naar het hof van beroep te Gent. Het Hof van Beroep te Gent oordeelt op grond van de concrete feiten van het dossier en stelt vast dat de betrokken belastingplichtige sinds 1988 in België woont, maar tot aan zijn pensionering in Nederland heeft gewerkt. Op basis daarvan beslist het Gentse Hof in 2009 dat de AOW-uitkering rechtstreeks verband houdt met de beroepswerkzaamheid en dat, bijgevolg, de AOW-uitkering belastbaar is.
Wel of niet gewerkt
Ook andere rechtbanken en hoven van beroep gaan de AOW-dossiers in concreto benaderen. We zien uitspraken waarin wordt bevestigd dat de AOW niet belastbaar is, indien men voorheen gewoond heeft in Nederland zonder er een beroepswerkzaamheid uit te oefenen. Indien men in Nederland gewoond en gewerkt heeft, is de AOW-uitkering wel belastbaar. In twee arresten van 15 maart 2013 en later in twee arresten van 4 februari 2016 lijkt het Hof van Cassatie de in concreto-benadering te bevestigen.
Perspectieven
Begin 2015 gaat het Hof van Beroep te Gent nog een stap verder in de in concreto-benadering. Ten belope van de opbouwjaren die niet met enige beroepswerkzaamheid in Nederland verband houden (bijvoorbeeld studieperiode vanaf 15 jaar, werkzaamheid buiten Nederland, enz.) stelt het Hof de AOW niet belastbaar. De belastingadministratie heeft hiertegen cassatieberoep ingediend. Toch biedt de uitspraak van het Hof van Beroep te Gent perspectieven voor veel Nederbelgen.
De praktijk
We merken in de praktijk dat de belastingadministratie zich zeer principieel opstelt en de AOW-uitkering in alle omstandigheden belast. Zij houdt echter geen rekening met het feit dat men in Nederland AOW-rechten kan opbouwen via een vijftal verschillende wegen. Op grond van concrete AOW-opbouw zal bepaald worden of de AOW-uitkering in België al dan niet belastbaar is. België heeft dus niet alleen een gunstig fiscaal regime voor Nederlandse aanvullende pensioenen, maar ook in een aantal situaties voor de AOW.