Kerstgroet van de Nederlandse fiscus voor Nederbelgen met pensioen uit Nederland

In Archief by robert

Cees Nijman KPMG Meijburg BredaDuizenden Nederbelgen zijn eind vorig jaar onaangenaam verrast door een brief van de Nederlandse Belastingdienst waarin wordt vermeld dat vanaf 1 januari 2018 niet langer sprake is van een vrijstelling van loonbelasting voor pensioenen uit Nederlandse bron. Waar komt dit vandaan? Het is een lang verhaal, dus zet u schrap.

WAP

De fiscale behandeling in België van een in Nederland opgebouwd pensioen is al decennia voorwerp van discussie. Vroeger gold als basisprincipe dat Nederlandse pensioenen, onder voorwaarden, geacht werden te zijn belast bij de opbouw ervan omdat sprake was van zogenoemde definitief verworven rechten (met andere woorden: de werknemer kon zijn pensioenrechten niet verliezen en vanuit Belgisch perspectief had dan belastingheffing moeten plaatsvinden op het moment van opbouw). Op het ogenblik van uitkering kan het pensioen vervolgens vanuit Belgisch perspectief niet opnieuw als uitgesteld beroepsinkomen progressief worden belast. Dergelijke pensioeninkomsten kunnen van een fiscaal gunstig regime, belastbaar aan 3% van het vrijgegeven kapitaal, genieten.

Dit uitgangspunt gold tot de inwerkingtreding van de WAP-wet. Op basis van deze wetgeving is de pensioenopbouw met ingang van 2004 voor werknemers (2006 voor bedrijfsleiders) vrijgesteld van belasting. De Belgische belastingadministratie meende uit deze gewijzigde wetgeving te kunnen afleiden dat alle pensioenuitkeringen gedaan vanaf de inwerkingtreding van de WAP-wet niet langer van het fiscaal gunstregime kunnen genieten. Dit ongeacht of de pensioenen voortvloeien uit een belaste opbouw van voor 2004 (2006) of een onbelaste opbouw vanaf 2004 (2006).

De Belgische belastingadministratie werd er in meerdere arresten van het Hof van Beroep van Antwerpen op gewezen dat de WAP-wetgeving niet retroactief kan worden toegepast om pensioenen opgebouwd vóór, maar uitgekeerd na de inwerkingtreding te belasten. De WAP-wetgeving is slechts van toepassing op uitgekeerde pensioenen voortvloeiend uit een niet-belaste opbouw vanaf 2004 (2006 voor bedrijfsleiders). De Belgische Belastingdienst besloot deze beslissingen aan te vechten voor het Hof van Cassatie. Het Hof heeft echter in een aantal arresten de retroactieve toepassing van de WAP-wet verworpen. Nederlandse aanvullende pensioenen die vóór 2004 (respectievelijk 2006) werden opgebouwd, worden in België onder voorwaarden niet onderworpen aan het progressieve belastingtarief. Deze uitkeringen kunnen onder voorwaarden van een voordeliger fiscaal regime genieten, omdat deze worden geacht reeds te zijn belast bij de opbouw (belastbaarheid als roerend inkomen, op slechts 3% van het afgestane kapitaal). Nederlandse aanvullende pensioenen opgebouwd en uitgekeerd na 2004 (respectievelijk 2006), zijn daarentegen wel progressief belastbaar in België.

Indien u een aanvullend Nederlands pensioen verkrijgt, loont het de moeite om na te kijken of dit correct in uw aangifte Personenbelasting werd en wordt verwerkt. Hierbij merken wij echter op dat er diverse voorwaarden aan het fiscaal voordeliger regime zijn verbonden. Het kan zijn dat uw pensioenuitkering deels is opgebouwd voor 2004 en deel is opgebouwd vanaf 2004. In dat geval wordt uw uitkering deels tegen het milde tarief belast en deels tegen het progressieve tarief in België belast.

Intrekking van vrijstelling van loonbelasting

De Nederlandse Belastingdienst heeft duizenden brieven gestuurd aan inwoners van België, veelal Nederbelgen, waarin de vrijstelling van inhouding van loonheffingen wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018. Deze brief luidt als volgt:

Op -datum- heb ik van u een verzoek om vrijstelling voor de inhouding van loonheffingen ontvangen. Op -datum- heb ik een verklaring hierover afgegeven. Hierin staat dat -naam pensioenverstrekker- mag afzien van inhouding loonheffingen op de (het) door haar uit te betalen pensioen.

Beslissing.
Deze verklaring trek ik ingaande 1 januari 2018 in. Ik heb hiervoor de volgende redenen:
– U ontvangt een pensioen van meer dan 25.000 euro in totaal op jaarbasis. De vrijstelling in Nederland is afhankelijk van de wijze waarop België belasting heft. Van lijfrente was reeds bekend dat België deze inkomsten niet conform de voorwaarden in het belastingverdrag in de heffing betrekt. Op grond van de Belgische jurisprudentie geldt dat nu ook voor een uit Nederland afkomstig pensioen. U ontvangt om deze reden niet langer vrijstelling inhouding loonheffing omdat uw pensioen en/of lijfrente meer dan 25.000 euro bedraagt. Voor meer informatie verwijs ik u naar de brief die u zult ontvangen met dagtekening 21 december 2017.
– Deze intrekking is niet van toepassing voor de premie volksverzekeringen. Ingeval hier onduidelijkheid over bestaat kunt u een kopie van deze verklaring aan uw inhoudingsplichtige verstrekken.
U kunt tegen het intrekken van deze verklaring geen bezwaarschrift indienen.
U kunt wel bezwaar maken tegen de ingehouden loonheffingen als gevolg van deze intrekking.
Een afschrift van deze brief is naar de inhoudingsplichtige gestuurd.
Deze brief is vastgesteld namens de inspecteur van Belastingdienst/kantoor buitenland.

De brief van 21 december waarnaar verwezen wordt is afkomstig van de Belastingdienst Centrale administratieve processen.
Deze brief geeft globaal dezelfde informatie met daarbij de volgende aandachtspunten:
– Houdt met de verandering rekening als u aangifte doet in Nederland voor inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
– Voorkom dat u twee maal belasting betaalt want miv 1-1-2018 wordt in Nederland loonbelasting ingehouden over het uitbetaalde periodieke pensioen. Vraag bij de Belgische belastingdienst om voorkoming dubbele belasting.
– Wat is de aanleiding? Hierin wordt gewezen naar Belgische rechterlijke uitspraken waardoor Nederlandse pensioeninkomsten in België niet volledig kunnen worden belast.
Dit heeft de gevolgen voor het Nederland België belastingverdrag. Hierin staat welk land over pensioen en/of lijfrente belasting mag berekenen.

Waarom mag Nederland heffen?

Nederland heeft zich bij de onderhandeling over het belastingverdrag met België het recht voorbehouden om als bronstaat belasting te heffen indien en voor zover aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. het betreft pensioen- en lijfrente-uitkeringen waarvan de aanspraak (ontstaan door een bijdrage betaald door de werkgever) op dat inkomstenbestanddeel in Nederland in het verleden was vrijgesteld, dan wel het betreft bijdragen die daarvoor zijn betaald aan het pensioenfonds, pensioenspaarfonds of de pensioenvennootschap, die in het verleden bij het bepalen van het in Nederland belastbare inkomen in aftrek zijn gebracht, dan wel anderszins in het verleden in Nederland in aanmerking zijn gekomen voor fiscale faciliëring, en

b. het betreft uitkeringen die in België niet zijn belast tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief (lees: progressief tarief) voor inkomsten verkregen uit niet-zelfstandige beroepen, dan wel het betreft uitkeringen die voor minder dan 90 percent in de belastingheffing worden betrokken, en

c. het totale brutobedrag van bovengenoemde uitkeringen gaat een bedrag van bruto € 25.000 per kalenderjaar te boven.

Kortom, als België niet heft tegen het normale tarief, dan mag ook Nederland in veel gevallen heffen. Het woordje ‘ook’ is verwarrend: mag België dan heffen en mag Nederland dan ook heffen? Het antwoord op deze vraag is negatief, als we kijken naar de parlementaire behandeling in Nederland van het belastingverdrag 2001 (Nota naar aanleiding van het verslag, 2001-2002, 28259, nr. 6):

De leden van de VVD-fractie vragen of België aan haar inwoners, gelet op de tekst van artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a, van het Verdrag 2001, voorkoming van dubbele belasting moet verlenen voor inkomsten die uitsluitend in Nederland zijn belast of ook voor inkomsten – zoals genoemd in artikel 18 – die ook in Nederland mogen worden belast. Artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a, van het Verdrag 2001 ziet op toepassing van de vrijstellingsmethode met progressievoorbehoud. Inherent aan deze methode is dat vrijstelling wordt verleend voor die inkomstenbestanddelen die aan Nederland zijn toegewezen, of in de terminologie van het Verdrag 2001 ‘ook in Nederland mogen worden belast’.

Conclusie en aanbeveling

In veel gevallen zal u voortaan in Nederland belasting moeten betalen over uw pensioenuitkeringen. Het is aan te bevelen het volgende te doen:

– Ga na wanneer uw pensioenrechten zijn opgebouwd. Is uw pensioen geheel opgebouwd vóór 2004, dan kan u in België uw pensioen in de mate er sprake is van definitief aangeven als roerend inkomen tegen het milde belastingtarief (3% van het kapitaal maal 30% belasting).
– Is uw pensioen deels opgebouwd vóór 2004 en deels vanaf 2004, dan dient u te berekenen welk deel valt onder het milde belastingtarief en welk deel valt onder het algemene (lees: progressieve) tarief.
– Toets uw situatie aan artikel 18 van het belastingverdrag: mag België heffen of mag Nederland heffen? Of mag België heffen over een deel en mag Nederland heffen over een ander deel van uw pensioenuitkeringen.
– Vul uw Belgische aangifte Personenbelasting op de juiste wijze in. Dit is belangrijk, omdat u anders met dubbele heffing kan worden geconfronteerd. Claim een vrijstelling met progressievoorbehoud in België als u daar recht op heeft.
– Vul uw Nederlandse aangifte op de juiste wijze in (als u aangifte moet doen).
– In de situatie dat in Nederland ten onrechte of teveel loonbelasting wordt ingehouden, kan u bezwaar maken tegen de inhouding van loonbelasting of kunt u na afloop van het jaar teveel ingehouden loonbelasting terug vorderen door een aangifte inkomstenbelasting in te dienen (C biljet). Heeft u geen biljet ontvangen, dan kunt u verzoeken om uitreiking van een biljet.
– Beoordeel uw sociale zekerheidspositie. Deze staat los van uw fiscale positie. In veel gevallen bent u in Nederland WLZ-premie en ZVW-premie verschuldigd die wordt ingehouden op uw pensioenuitkering.

Het is voor velen geen eenvoudige materie. Wellicht is het dan beter om een goed advies te vragen aan uw belastingadviseur.

Cees Nijman
KPMG Meijburg & Co, Breda
+31 889 093 413